In de gele laag zitten celresten en samengeklonterde eiwitten. Deze laag moet worden verwijderd om de wondgenezing in gang te zetten. Het doel van de behandeling is het reinigen van het wondbed en absorptie van overmatig exsudaat. Ook gele wonden bevinden zich in de reactiefase.
Deze gele wond duidt erop dat de tweede huidlaag (de dermis) beschadigd is. In de meeste gevallen heelt dit vanzelf weer. Als er sprake is van pusvorming, heb je misschien een ontstoken wond. De gele wond moet dan gereinigd worden met een antibacterieel middel, zoals een wondspray.
Gele wonden moeten gereinigd worden van debris, pus en overtollig wondvocht. In geval van ontstekingsverschijnselen kan een kweek afgenomen worden. Afhankelijk van de uitslag van de kweek kan de wond eventueel gericht behandeld worden met systemisch toegediende antibiotica.
Gele wonden
Gele necrose; gele necrose is afgestorven weefsel. Dit moet altijd van de wond afgehaald worden door de huisarts of verpleegkundige. Dit zal met een pincet, schaartje of mesje gedaan worden. Dermis en/of subcutaan vet; de dermis is de huidlaag onder je bovenste huidlaag (opperhuid).
“Het uitgezwete” (letterlijk) is het vocht, dat vrijkomt bij een open wond, lekkend uit de bloed en lymfvaten, met name bij ontsteking. Het bestaat uit een rijke mengeling van componenten, die op zich nuttig zijn bij “wound healing”.
Het wondbed van een gele wond is bedekt met een gele laag. Vaak is deze laag dik of half vloeibaar. Soms is het een taaie laag. Hierin bevinden zich de celresten en samengeklonterde eiwitten.
Bij sommige categorie III-plekken zie je wondbeslag (geel of zwart weefsel) of ondermijning of ondertunneling. Bij deze laatste is er sprake van een gang(etje) onder de huid door; de wond is dan groter dan je op het eerste oog ziet. Daarom is het belangrijk om een wond ook te bevoelen.
Een rode wond is een oppervlakkige of diepe, open wond die aan het helen is, zoals een schaaf- of brandwond. Een gele wond heeft veel wondvocht. Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven weefsel. Als je een gele wond hebt of een wond die niet goed geneest, neem dan contact op met je huisarts.
De aanmaak van nieuwe bloedvaatjes wordt gestimuleerd en er wordt nieuw weefsel gevormd. Dit is vochtig, helderrood en korrelig. Cellen aan de wondrand vermenigvuldigen zich en bedekken het weefsel. De wond is gesloten (genezing wond).
Neem contact op met uw huisarts bij één of meer tekenen van een infectie: als er troebel witgeel vocht (pus) uit de wond komt; als de wondranden roder, dikker en warm worden of meer pijn doen; als u zich ziek voelt of koorts krijgt.
De hydrogel sluit de bacteriën en debris op in de gel, zodat ze bij de verbandwisseling worden verwijderd; dit heeft een reinigend effect. Omdat het verband niet aan de wond kleeft, heeft de cliënt bovendien minder pijn bij verbandwisselingen en wordt nieuwgevormd weefsel niet beschadigd.
Gele wonden bestaan meestal uit fibrineus (eiwit)beslag en kunnen geïnfecteerd zijn. Dit hoeft echter niet zo te zijn. Ook kan er nog vervloeiende necrose aanwezig zijn. Vaak produceren deze wonden veel wondvocht.
Fibrine is een bloedstollingseiwit in het bloedplasma dat een belangrijke rol speelt bij de normale wondgenezing en bloedstolling, maar het speelt ook een rol bij de ontstekingsreactie.
Er bevindt zich necrotisch weefsel in vervloeide vorm in de wond. De wondranden zijn rood en binnen in de wond is het weefsel geel en zwart van kleur. Veelal verspreidt de wond een sterke, onaangename geur.
Speciaal vocht uit de bloed- en lymfevaten voert afval en bacteriën weg, zodat er geen infectie ontstaat. Dit goedje heet wondvocht en is doorgaans dus een teken van goede genezing. Toch is er ook een keerzijde: té veel vloeistof kan je verwonding zacht maken en het genezingsproces in gevaar brengen.
Hoe kun je een wond schoonmaken? Het beste is om jouw wond voorzichtig schoon te spoelen met lauw, steriel water. Daarna kun je de wond verder reinigen met bijvoorbeeld de Hansaplast Reinigingsspray. Dep je wond droog met een schone, niet-pluizende doek.
Als er sprake is van een hardnekkige, fibrine, necrose of biofilm, kan de Prontosan® Wondgel of Prontosan® Wondgel X worden aangebracht in de wond.
Fibrine is een eiwit dat zorgt voor een korstje. Bij chronische wonden moet het korstje worden verwij- derd om de genezing van de wond te bevorderen. is en dit weefsel is een voedingsbodem voor micro-organismen. Een arts of wondverpleegkundige moet dit weefsel daarom verwijderen.
De huid verkleurt paarsachtig rood. Het onderliggende weefsel sterft af, waardoor het donker kleurt. Bij gasgangreen ten slotte sterven de weefsels in en rond de wonde snel af, in een tijdspanne van enkele uren. Hierdoor wordt de wondzone zwart.
In principe moet je daarom verband dagelijks verschonen. Zeker in het begin en bij een wond die nog niet helemaal dicht is. Heeft zich overal op de wond al een korst gevormd, dan zou je om de dag of drie keer per week kunnen verschonen.
Acute wonden (bijvoorbeeld: brandwonden, snijwonden, schaafwonden, enz.) genezen over het algemeen sneller (tussen 2 en 4 weken ongeveer) dan chronische wonden. Chronische wonden worden echter vaak in verband gebracht met een onderliggende lijden, zoals diabetes, veneuze of arteriële insufficiëntie.
De genezing versnellen
Een kleine, oppervlakkige wond kun je dun insmeren met een wondzalf. Ook in dat geval creëer je een vochtig milieu waarin de wond sneller heelt. En vaak ook mooier, omdat een zalf aanzienlijk kan helpen bij het verminderen van littekens.
Wij raden aan om de ontstoken wond te ontsmetten en goed droog te houden. Er bestaan verschillende ontsmettings- en verzorgingsproducten om een ontstoken wond mee te behandelen. Het is van belang om een wond altijd eerst goed met water te spoelen. Daarna moet je de wond met een steriel gaasje netjes droogdeppen.
Als een wond niet begint te genezen binnen de 3 weken, neem dan contact met de huisarts. Als je bekend bent met diabetes of hart- en vaatproblemen of als je veel medicijnen slikt, neem dan sneller contact op.
Genezing gaat minder snel als de wond ontstoken raakt
Bij een ontsteking is de plek rood, pijnlijk en warm en er komt vocht of pus uit. De verwonde persoon kan zelfs (lichte) koorts hebben. Een ontsteking ontstaat door vuil en bacteriën.