Fysieke belasting is de belasting die je ondervindt tijdens lichamelijke arbeid. Bijvoorbeeld bij het tillen of verplaatsen van cliënten of het duwen en trekken aan hulpmiddelen.
Fysieke belasting is: lichamelijke inspanning. Bijvoorbeeld tillen, dragen, duwen, trekken. De spieren en gewrichten in rug, schouders en armen worden dan zo regelmatig gebruikt dat fysieke overbelasting kan ontstaan.
Niet duwen van meer dan 25 kg (max.15 kg per hand) (zie ook de Zes Karvragen bij bron 5) Verschuiven van meubels, plantenbakken, maaltijdkar- ren, schoonmaakkarren, schuifdeuren.
In de sector Zorg en Welzijn spelen meerdere arbeidsrisico's. Daarvan zijn psychosociale arbeidsbelasting, fysieke belasting en biologische agentia (bacteriën en virussen) de oorzaak van de meeste uitval. Bovendien versterken deze risico's elkaar, waardoor het belangrijk is om ze alledrie aan te pakken.
Fysieke overbelasting kan ontstaan als een werknemer de spieren en gewrichten in het lichaam te intensief gebruikt. Fysieke onderbelasting treedt op als de werknemer te weinig beweegt of te lang zit. Zowel fysieke over- als onderbelasting kan leiden tot gezondheidsklachten.
Het begrip is onder te verdelen in zeven vormen: tillen, duwen/trekken, knielen/kruipen, bukken, dragen, draaien en repeterende werkzaamheden. Overbelasting kan leiden tot klachten aan gewrichten, pezen en spieren en soms zelfs tot uitval van werknemers.
Wat zijn fysieke arbeidsrisico's? Fysieke arbeidsrisico's komen het meest voor bij lichamelijk zware beroepen, zoals in de bouw en industrie. Ook langdurig zitten, vaak het geval bij kantoorwerk, kan belastend zijn voor het lichaam en gezondheidsklachten veroorzaken.
Beroepen in de zorg hebben vaak een hoge werkdruk. Je hebt veel taken en weinig tijd, doet fysiek en emotioneel zwaar werk, je kunt voor moeilijke beslissingen komen te staan, en er zijn veel regels en protocollen waar je kennis van moet hebben. Dit kan leiden tot mentale en fysieke klachten.
Een paar belangrijke voorbeelden: Niet meer tillen dan 23 kg. Niet meer trekken/duwen dan 15 kg per hand of 25 kg met 2 handen. Niet meer trekken dan 5 kg met je vingers.
De Praktijkrichtlijnen stellen duidelijke regels voor de lichamelijke belasting tijdens het werken in de zorg. In dit overzicht zijn de regels en afspraken opgenomen voor de lichamelijke zorg voor cliënten. Je ziet snel wanneer het hoogstwaarschijnlijk nodig is om hulpmiddelen of aanpassingen te gebruiken.
Bij duwen of trekken bestaat het risico op overbelasting van spieren en gewrichten en kunnen klachten ontstaan aan de lage rug. Bij duwen ontstaat over het algemeen een lagere belasting van de rug dan bij trekken. Om deze reden verdient duwen de voorkeur boven trekken.
Deze vertrekt van 23 kg als maximum gewicht in optimale omstandigheden. In Nederland zijn wettelijke uitspraken van de Hoge Raad gebaseerd op deze methode. Het gewicht van 23 kg is aanvaardbaar voor 75% van de vrouwen en 99% van de mannen.
De Arbowet kent geen specifieke eisen over hoeveel een werknemer mag tillen of dragen. De last mag echter geen gezondheidsrisico opleveren voor de veiligheid en of de gezondheid van de werknemer (Arbobesluit 5.2).
Belasting is de hoeveelheid kracht die op een lichaam inwerkt. Een voorbeeld van belasting is een marathon lopen. Belasting wordt beter omschreven als er ook een tijdsduur bij gegeven wordt.
Overbelasting houdt in dat de spieren, pezen en gewrichten te zwaar zijn belast. Hierdoor ontstaan allerlei klachten die niet zomaar verdwijnen.
Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid werden vroeger vooral veroorzaakt door lichamelijke werkbelasting. Tegenwoordig speelt psychische werkbelasting ook een belangrijke rol. Bij psychische belasting ofwel werkstress wordt een onderscheid gemaakt tussen de werkdruk en de autonomie in het werk.
De checklist FB beoordeelt per taak de fysieke risico's bij: • Tillen en dragen • Duwen en trekken • Hand-arm taken • Werkhoudingen • Beeldschermwerk • Trillingen • Energetische over en onderbelasting. De uitkomst is door de beperkte (snelle) beoordeling indicatief en geeft het risico via een kleur weer.
Met de TilThermometer kunnen zorg- en welzijnsorganisaties eenvoudig op afdelings-, team- of organisatieniveau in kaart brengen wat de fysieke belasting is, wat de zorgzwaarte is en hoe ver de organisatie is met het preventiebeleid.
Transferprotocol geeft rust
en bekrachtigen van de Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting makkelijker. Het Transferprotocol vertaalt als het ware de Praktijkregels naar de concrete situatie bij elke cliënt. Naar de cliënt toe wordt ook verantwoord waarom bepaalde keuzes in de zorgverlening gemaakt moeten worden.
Medewerkers in de functiegroep verzorgenden geven het vaakst aan te vertrekken vanwege hun leidinggevende, werkdruk en planning en tijd. Voor woonbegeleiders en activiteitenbegeleiders zijn redenen in de privésituatie en samenwerking vaker de oorzaak van vertrek.
Maximaal aantal uren werktijd
Over een periode van 4 weken mag u gemiddeld 55 uur per week werken. Bij cao of bedrijfsregeling mag hiervan worden afgeweken, maar u mag nooit meer dan 60 uur per week werken. Over een periode van 16 weken mag u gemiddeld maximaal 48 uur per week werken.
je kunt denken aan fysieke klachten zoals: lage rugklachten, nek- en schouder problemen, RSI klachten. het verrichten van (te) zwaar werk waardoor bepaalde lichaamsdelen en weefsels veel te verduren krijgen. Er is dan vaak een lange hersteltijd nodig, die niet aan het lichaam gegeven wordt.
Lichamelijke gezondheid wordt onder andere bepaald door aan- of afwezigheid van ziekten en hoe fit iemand is. Ook wordt de lichamelijk gezondheid beïnvloed door genetische en fysiologische factoren zoals bijvoorbeeld een borstkankergen of veranderingen in stofwisseling.
De belangrijkste arbeidsrisico's in de sector Zorg en Welzijn zijn psychosociale arbeidsbelasting (PSA), fysieke belasting en blootstelling aan biologische agentia (bacteriën en virussen). Binnen de verschillende deelsectoren werden nadere selecties uitgevoerd.