Het uiteindelijke doel van het lees- en spellingonderwijs is het bereiken van functionele geletterdheid, dat wil zeggen dat je kunt lezen en schrijven om kennis en informatie uit teksten te kunnen gebruiken. Het kunnen lezen of schrijven zelf is een technische vaardigheid.
Laaggeletterdheid (of: functioneel analfabetisme) houdt in dat mensen moeite hebben met de taalvaardigheden lezen en/of schrijven, maar ook rekenen en digitale handelingen.
Laaggeletterden kunnen wel lezen en schrijven, maar beheersen deze vaardigheden niet goed genoeg om te kunnen functioneren in de samenleving. Daarnaast bestaat er een groep mensen met dyslexie, die wel kunnen lezen maar het niet (geheel) kunnen interpreteren. Een persoon met dyslexie kan met moeite taallessen volgen.
Iemand is laaggeletterd als hij geen of onvoldoende gebruik kan maken van het geschreven of gedrukte woord. Dat betreft de techniek van lezen en spellen maar ook begrijpend lezen en begrijpelijk schrijven. Dyslexie is een specifieke leerstoornis in alleen technisch lezen en spellen.
Je bent als volwassene laaggeletterd, als je moeite hebt met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak heb je dan ook beperkte digitale vaardigheden. Dan vind je bijvoorbeeld omgaan met een computer of een smartphone lastig. Niet goed kunnen lezen, schrijven en/of rekenen heeft gevolgen.
Mensen die laaggeletterd zijn, kunnen onvoldoende lezen en schrijven - en vaak ook onvoldoende rekenen - om volwaardig deel te kunnen nemen aan onze informatiemaatschappij. Ze hebben moeite om hun eigen doelen te realiseren en kunnen hun kennis- en vaardigheden niet zelfstandig verder ontwikkelen.
Mensen die minder gezondheidsvaardig zijn. Anderhalf miljoen mensen in Nederland zijn laaggeletterd. Zij kunnen niet goed lezen en schrijven en hebben daardoor vaak ook 'minder goede gezondheidsvaardigheden'. Dit betekent dat ze moeite hebben informatie over hun ziekte te begrijpen en hun weg te vinden in de zorg.
We onderscheiden drie niveaus binnen gezondheidsvaardigheden: het functionele niveau: de lees-, schrijf,- en rekenvaardigheden; het interactieve of communicatieve niveau: het vermogen om informatie te verkrijgen en deze toe te passen in de eigen situatie.
In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Dat is 18% van alle mensen in Nederland. Dus ongeveer 1 op de 6 mensen! Je bent als volwassene laaggeletterd, als je moeite hebt met lezen, schrijven en/of rekenen.
Mensen die laaggeletterd zijn, hebben vaak moeite met taal, rekenen en werken met de computer. Ze hebben daar vaak last van. Dagelijkse taken kunnen moeilijk zijn, zoals: internetbankieren, brieven of e-mails schrijven, kinderen voorlezen, de bijsluiter van medicijnen lezen of werkinstructies opvolgen.
Een kleine afwijking in het natuurlijk taalsysteem in de linkerhersenhelft maakt het moeilijker voor dyslectici om gelezen en gesproken taal te matchen. Dyslexie kan erfelijk zijn: 60% van de dyslectische kinderen heeft een ouder die ook dyslectisch is. Het kan de kans op laaggeletterdheid vergroten.
Wanneer iemand analfabeet is kan diegene niet lezen of schrijven in de moedertaal noch in een andere taal. De alfabetiseringsgraad zeg iets over het aandeel van een bevolkingsgroep dat kan lezen of schrijven en wordt als indicator voor de ontwikkeling van die bevolkingsgroep gezien.
Door Jeanne Kurvers. Abena weet net zo goed als alle analfabeten dat een brief een boodschap bevat, dat er nieuws staat in de krant en dat een rekening iets heel anders is dan een liefdesbrief. Wat ze nog niet precies weet is hoe geschreven taal eigenlijk 'werkt'.
Oorzaken van laaggeletterdheid
Sommige mensen hebben door ziekte, spijbelen, een lichamelijke handicap of een reizend bestaan onderwijs gemist. En daarnaast zijn er ook mensen die zijn opgegroeid in een taalarme omgeving of mensen die te maken hebben gehad met een problematische thuissituatie.
Laaggeletterden zijn over het algemeen slechter af wat hun gezondheid betreft: zij hebben o.a. een slechtere fysieke en mentale gezondheid, een grotere kans om eerder te sterven, zijn minder goed in staat tot zelfmanagement en hebben een minder gezonde leefstijl.
Met de terugvraagmethode (ook wel terugvertelmethode) kun je als zorgprofessional nagaan of jouw boodschap goed is overgekomen. Je doet dit door de patiënt te vragen om in eigen woorden te vertellen wat jullie zojuist hebben besproken. Hierna kun je, indien nodig, bijstellen of aanvullen.
Amsterdam heeft procentueel meer inwoners die moeite hebben met lezen en schrijven in vergelijking met de rest van Nederland. Meer dan 16 procent van de Amsterdammers is laaggeletterd.
Dyslexie betekent letterlijk 'niet goed kunnen lezen'. Het woord komt uit het Grieks.
Het verschil tussen een analfabeet en een laaggeletterde is dat een laaggeletterde wel kan lezen en schrijven, maar dit niet goed genoeg kan om volwaardig te functioneren in de samenleving. Een analfabeet kan helemaal niet lezen en schrijven. Laaggeletterdheid is in Nederland een groot probleem.
Een analfabeet is iemand die helemaal niet kan lezen, schrijven of spellen. Laaggeletterden kunnen wel lezen en schrijven, maar beheersen deze vaardigheden niet goed genoeg om te kunnen functioneren in de samenleving.
Helft volwassen Amerikanen kan nauwelijks lezen, schrijven en rekenen. Bijna de helft van de volwassen Amerikanen kan nauwelijks lezen en schrijven. Het gaat daarbij om zo'n 90 miljoen van de ongeveer 250 miljoen inwoners van de Verenigde Staten.