Zoelplekken zijn locaties waar water en modder blijft staan en die door wilde zwijnen worden gebruikt om te baden.
Maak bij een echte aanval geluid en maak jezelf groot
,,Wildzwijnen hebben niet het allerbeste zicht. Het is het beste om als een zeug of keiler een aanval doet, veel lawaai te maken. Met een flinke schreeuw kun je het dier op andere gedachten brengen.
Overdag houden wilde zwijnen zich doorgaans schuil in hun nest (leger), dat zich meestal in dichte dekking bevindt. De aanwezigheid van wilde zwijnen kan best worden vastgesteld aan de hand van loopsporen, zoelplekken waar ze hun modderbad nemen, schuurbomen, wroetsporen en uitwerpselen.
De zwijnen doen dit bij hun zoektocht naar allerlei insecten en ander bodemleven. Dit gebeurt juist nu omdat ze momenteel een grote behoefte hebben aan eiwitrijk voedsel. Dit klinkt misschien vreemd omdat ze tegelijkertijd ook veel eikels eten.
Een wild zwijn kan niet goed zien; ze kunnen ons bijvoorbeeld pas zien als we dichtbij zijn of bewegen. Ruiken en voelen kunnen ze als de beste. Dat is ook waarom gedomesticeerde varkens ingezet worden om truffels en drugs op te sporen.
Toch krijgen ze nog ongeveer twee maanden moedermelk. Pas in hun tweede jaar zijn ze volgroeid. Wilde zwijnen kunnen tot 10 jaar oud worden. Als ze in gevangenschap leven, kunnen ze zelfs tot 20 jaar oud worden.
Ja, wild zwijn kun je eten. Wild zwijn procureur bijvoorbeeld kan bijzonder smakelijk zijn, evenals het rugfilet en wild zwijn wat in wildstoof met hertenvlees en kruiden is verwerkt. Belangrijk aandachtspunt is dat u enkel wild zwijn eet wat u koopt bij een slagerij.
Een wild zwijn kan bijna een meter hoog springen en over hekken van ruim 1,5 meter klimmen, zodat een hek van minimaal 1 meter 20 hoog moet worden geplaatst.
De rest van de dag zoeken ze naar voedsel en wroeten ze met hun neus in de grond, op zoek naar kleine insecten en regenwormen. Wroeten met hun neus is echt varkensgedrag. Ook houden ze ervan om een modderbad te nemen. Dit doen varkens om af te koelen en om insecten te verjagen.
Zorg dat je iets weet over de dieren die je zult tegenkomen. Wandel altijd in een open ruimte (nooit in bosgebieden) en vertoon geen overhaast of roekeloos gedrag. Probeer met de wind mee te wandelen. Op die manier weten dieren dat je in aantocht bent, ze kunnen je dan namelijk horen en ruiken.
Zwijnen en wilde varkens zijn intelligente en sterke dieren: zij beuken met gemak een niet elektrische afrastering omver of drukken met hun neus hekken omver. Door te kiezen voor elektrisch schrikdraad, met voldoende voltage, is dat gegeven verleden tijd.
De meeste kans om wild te zien, heb je in de vroege ochtend en late avond. Dan gaat het wild op zoek naar voedsel en grazen de dieren op open plekken (vaak aan de bosrand). Overdag houden de dieren zich juist verscholen om in de avond weer tevoorschijn te komen, op zoek naar hun avondmaal.
Het wild zwijn (Sus scrofa) wordt ook wel everzwijn genoemd maar ook zwart wild of borstelwild. Een mannetje heet ook wel keiler, het vrouwtje zeug en een groep noemt men rotte of rot. Hij heeft een gedrongen romp en een langwerpige kop met een afgeplatte, sterke snuit.
Wat sommigen gemakkelijk afdoen als triviaal grommen en gillen, blijkt een goed ontwikkeld communicatiesysteem. Wilde zwijnen zijn sociale dieren en hebben een zeer gevarieerd repertoire ontwikkeld om mee te communiceren.
In Nederland zijn enkele leefgebieden aangewezen voor wilde zwijnen zoals de Veluwe en Nationaal Park De Meinweg. Voor overige gebieden geldt een provinciaal 'nulstandbeleid' wat betekent dat er formeel geen enkel wild zwijn mag leven.
In 2019 waren er nog 4800 wilde zwijnen en afgelopen zomer dus al 10.000. De enorme toename komt vooral door de grote hoeveelheid voedsel in de bossen. Er gingen de afgelopen jaren nauwelijks zwijnen dood van de honger en ze konden zich optimaal voortplanten.
Hij wordt met gemak ingehaald door het jachtluipaard, dat tot 100 kilometer per uur kan halen. Maar ook het edelhert (67 km/u), de haas (65 km/u) en zelfs het everzwijn (55 km/u) zouden de Jamaicaan verslaan in een wedstrijdje sprinten. Ook de zwemmers van het dierenrijk doen het beter dan die van ons.
Velen zien ree als het lekkerste wild. Het malse vlees heeft een edele, verfijnde smaak. Culinair gezien zijn de rug en de bouten het meest aantrekkelijk.
Herten zijn groter en zwaarder en het vlees van een hert is ook grover en smaakt wilder dan het malse sappige vlees van de ree. Reeën zijn lekkerbekken en dat proef je aan hun vlees. Voedsel van de ree bestaat uit verschillende soorten loofbomen, blaadjes, kruiden, gerst, klaver en erwten.
Hertenbiefstuk en hertenrack
Vergeleken met andere wildsoorten heeft hertenvlees een milde smaak. En het is licht verteerbaar. De meeste delen van het hert kun je rosé eten. Rood zelfs!
Het meest toegepaste lokvoer voor wilde zwijnen in Nederland is maïs, uitgestrooid op de voerplek.
De wrattenzwijn, ook wel knobbelzwijn genoemd, komt voor ten zuiden van de Sahara in Afrika. Hij heeft, zoals de naam al zegt, drie paar knobbels die bestaat uit wat dikkere huid.
Wilde zwijnen wroeten in de bosbodem omdat hun maag knort. Ze zoeken er naar eikels, beukennoten, plantenwortels en bodemdieren. Maar als ze bij het wroeten op een voorraadkamer en of zelfs een nest van bosmuizen stuitten, trekken ze daar hun snuit niet voor op.