Een toxisch (multi)nodulaire struma noemen we ook wel de ziekte van Plummer. Nodulair betekent knobbelig; struma is een vergrote schildklier.De knobbels zijn vaak goedaardig, toxisch slaat op de te hoge hormoonproductie. De klachten zijn minder opvallend dan bij de ziekte van Graves.
Wat is een toxisch multinodulair struma? Struma is een vergroting van de schildklier. Soms gaat het struma gepaard met een toegenomen schildklierhormoonproductie (hyperthyreoïdie) en spreekt men van een toxisch multinodulair struma.
De knobbel kan snel groeien. Maar soms merk je niets; als de knobbel heel klein is of achter in de schildklier zit. Dan krijg je geen waarschuwing dat er wat mis is. Ook omdat je schildklier meestal normaal blijft werken.
Een toxisch adenoom is een goedaardige ziekte van de schildklier, waarbij schildkliercellen zich onttrekken aan de normale regulatie en te veel schildklier hormoon gaan produceren. Het gevolg hiervan is een te snel werkende schildklier, ofwel hyperthyreoïdie.
Meestal is er geen duidelijke oorzaak van het struma aan te wijzen. Jodiumgebrek is een oorzaak van struma, maar komt in Nederland zelden voor. Een knobbel in de schildklier kan verschillende oorzaken hebben. Een cyste is een holte gevuld met vocht.
Een schildkliernodus is een knobbel of zwelling in de schildklier. Meestal is een schildkliernodus goedaardig. In maar 5% van de afwijkingen is een schildkliernodus kwaadaardig (maligne). Een nodus kan per toeval ontdekt worden, bijvoorbeeld bij het maken van een echo of scan van de hals.
Is er sprake van een schildkliercyste (een blaasje gevuld met vocht of bloed)? Dan hoeft er vaak niets te gebeuren. Zo'n cyste krimpt of verdwijnt soms spontaan. Soms komt een cyste in aanmerking voor ethanol ablatie.
Een schildklierknobbel is meestal goedaardig, maar kan ook kwaadaardig zijn.
De ziekte van Graves komt ook zonder behandeling in 2 – 4 jaar tot rust. Dat wil zeggen dat de roodheid, het tranen en de pijn verdwijnen. Verschijnselen als uitpuiling van de ogen, ooglidzwelling en ernstig dubbelzien blijven zonder behandeling meestal bestaan.
De sporadisch voorkomende, niet-toxische (euthyreote) struma wordt gekenmerkt door een geleidelijke toename van de grootte en de mogelijkheid van het ontwikkelen van een hyperthyreoïdie. In een diffuus struma kunnen op den duur noduli ontstaan die zich onttrekken aan de normale regulatie en dus autonoom worden.
Stress heeft een grote invloed op het functioneren van het schildklierhormoon. Langdurige stress zorgt er namelijk voor dat er minder van het efficiënte T3 kan worden aangemaakt en meer van minder efficiënte Reversed T3 (rT3) wordt aangemaakt. Een teveel aan rT3 blokkeert dan de receptoren van het schildklierhormoon.
Gezonde vetten dragen bij aan een goede schildklierfunctie. Één goede eetlepel per dag en je hebt al een groot deel binnen van wat je nodig hebt! Volkorenproducten – Zoals volkorenpasta, brood en rijst. Behalve een goede bron van vezels, bevatten ze alle mineralen die schildklierhormonen zo graag gebruiken.
Geen enkele operatie is zonder risico's. Zo is ook bij een operatie aan de schildklier een kans op complicaties aanwezig, bijvoorbeeld een nabloeding, wondinfectie, trombose of een longontsteking. Daarnaast zijn er nog enkele specifieke complicaties van een schildklieroperatie mogelijk.
Een niet goed werkende schildklier, die zich vaak uit als een struma, is wereldwijd een ernstig en niet onderkend probleem. Bij een struma (krop) is de schildklier vergroot, wat voelbaar en/of zichtbaar is in het halsgebied.
Een zwelling, knobbel of cyste in de schildklier komt vaak voor. Het komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. In de meeste gevallen zijn deze zwellingen goedaardig. Zij kunnen alleen voorkomen (schildkliernodus of schildkliercyste).
Een struma hoeft vaak niet behandeld te worden. De meest voorkomende vorm in Nederland is het normaal werkende multinodulaire struma wat maar zelden behandeld hoeft te worden. Wanneer het struma niet in de weg zit en geen problemen geeft zoals slikklachten of druk op de luchtpijn, is behandeling niet nodig.
Wat veroorzaakt de ziekte van Graves? De oorzaak is een autoimmuunziekte, dat wil zeggen een aandoening, waarbij ons eigen afweersysteem schildklierstimulerende antilichamen (TSI, thyreoid stimulerende immuunglobulines) maakt, waardoor de schildklier te snel gaat werken.
Bekende goitrogenen zijn: pinda's, mosterd, koolraap en koolrabi, mierikswortel, bloemkool, broccoli en koolsoorten. Koolsoorten, zoals spruitjes en broccoli, maar ook radijs, alfalfa en koolrabi bevatten stoffen die de schildklierhormoonproductie beïnvloeden.
De oogziekte van Graves ontstaat door een afweerreactie (auto-immuun ontsteking) tegen de schildklier en soms ook tegen het oogkasweefsel. Een deel van de patiënten met de oogziekte van Graves krijgt ook oogkasafwijkingen. Dit wordt veroorzaakt door een ontsteking van de weefsels in de oogkas.
Prognose. Gelukkig kunnen de meeste vormen van schildklierkanker op tijd worden vastgesteld en volledig genezen. Ongeveer 95% van de patiënten is na 15 jaar nog in leven. Er zijn patiënten met een verhoogd risico op terugkeer van de tumor.
Als uw schildklier te langzaam werkt, kunt u de volgende klachten hebben: U heeft het snel koud. U wordt zwaarder. U voelt zich sloom of moe.
Bij een punctie worden met een dunne naald cellen opgezogen (zie cytologische schildklierpunctie). De radioloog voert de punctie uit met behulp van echografie. Met een echo kunnen we precies de plaats bepalen waar bij u de punctie moet worden verricht. Het onderzoek duurt ongeveer vijftien tot dertig minuten.
De ziekte zelf herken je aan de plotse hevige pijn in de hals, ter hoogte van de schildklier, doorgaans samen met pijn in de nek. Je hebt koorts met of zonder koude rillingen en je voelt je algemeen onwel. Pijn bij het slikken en een hese stem zijn ook mogelijk.
Kleine knobbel of massa bestaande uit cellen of weefsels. Nodules kunnen kwaadaardig (maligne) of goedaardig (benigne) zijn.
Nader onderzoek bij knobbels die verdacht zijn van kanker levert vaak weinig op. De functie is gewoonlijk normaal. Bij de echografie wordt meestal een echoarme solide nodus gevonden. De geoefende echografist kan bepaalde kenmerken opsporen, die de verdenking op een kwaadaardige tumor vergroten.