Een steekproef is een selectie uit een totale groep of populatie. In een kwantitatief onderzoek gebruik je een steekproef om data te verzamelen over een populatie, zonder de hele populatie te hoeven onderzoeken.
Een steekproef is een deel van de populatie dat deelneemt aan het onderzoek. Met steekproeven willen we uitspraken doen over een populatie. Het onderzoek richt zich op een totale groep. Echter, omdat er vaak niet genoeg tijd en geld is om iedereen van de populatie te bevragen, trekken we vaak een aselecte steekproef.
Een steekproef is de specifieke subgroep die je daadwerkelijk onderzoekt en waarvoor je data verzamelt. De steekproef is altijd kleiner dan de populatie zelf, omdat je maar een deel van de populatie onderzoekt. Bij wetenschappelijk onderzoek bestaat een populatie niet altijd uit mensen.
Je deelt de populatiegrootte door de steekproefgrootte (N / n = k) en selecteert bijvoorbeeld elke ke persoon. Als de populatie 1000 mensen telt, en je wilt een steekproef van 100, dan selecteer je dus elke tiende persoon uit het bestand.
Je kunt slechts een deel van de populatie ondervragen. Dit deel van de populatie, de groep mensen die je enquête uiteindelijk invult, vormt je steekproef. Onderzoeken met behulp van een steekproef bespaart tijd en geld en geeft een betrouwbaar resultaat indien de steekproef representatief is en groot genoeg.
Een steekproef is het gedeelte van de populatie dat je gaat onderzoeken. De steekproef speelt een rol bij onderzoek waarbij men niet de gehele populatie kunt ondervragen. In plaats daarvan besluit je slechts een gedeelte van de populatie te ondervragen. Deze groep noemen we de steekproef.
Hoeveel interviews zijn er nodig om een goed beeld te krijgen? Bij kwalitatief marktonderzoek zijn steekproeven van 12, 15 of 20 respondenten gebruikelijk. Grotere steekproeven zijn een uitzondering. Die kleine steekproeven wekken meestal verbazing.
Je steekproef is het effectief aantal antwoorden dat je zal ontvangen. Je populatie is dan 320; tenzij deze 320 al een selectie zijn van een grotere populatie. Als die 320 medewerkers je volledige populatie vormen, dan heb je bij betrouwbaarheid 95% en foutenmarge 5% een steekproef nodig van 175 respondenten.
WAT IS EEN STEEKPROEFEENHEID? Een steekproefeenheid is het specifieke element van een bepaalde categorie ruimten, en de ruimten zelf. Een steekproefeenheid vertegenwoordigt een aantal bijbehorende elementen.
Doorgaans gebruik je geen steekproef als je kwalitatief onderzoek verricht. Ook gebruik je nooit een steekproef als je onderzoekspopulatie zo klein is dat je simpelweg alle personen die hiertoe behoren kunt ondervragen. Dit is mede afhankelijk van je onderzoeksmethode.
Steekproef komt van het Duitse Stichprobe, dat werd gebruikt voor een monster uit het vloeibare metaal in een hoogoven. Het werd ook gebruikt voor een monster uit een ongeopende zak graan met een speciaal instrument dat de zak niet beschadigde.
De steekproefgrootte is van belang als je een statistisch verschil wil aantonen. Bij een te kleine steekproef zijn er geen verschillen te vinden, bij een te grote is alles statistisch significant verschillend. Je moet een optimum vinden.
De steekproeffout is de fout die ontstaat doordat niet de gehele populatie wordt onderzocht maar slechts een beperkt deel (een steekproef) daarvan.
In een telling worden gegevens over alle individuele eenheden (bv. personen of huishoudens) verzameld in de populatie. In een enquête worden er alleen gegevens verzameld voor een onderdeel van de bevolking; dit deel wordt een steekproef genoemd.
Bij een eenvoudige aselecte steekproef (simple random sampling) wordt een willekeurige selectie gemaakt uit de hele populatie, waarbij elke eenheid een gelijke kans heeft om geselecteerd te worden. Dit is de meest gebruikelijke manier om een willekeurige steekproef te trekken.
Bij een aselecte steekproef heeft iedereen precies evenveel kans om deelnemer te worden van het onderzoek. Je onderzoekt bijvoorbeeld de mening van alle inwoners van Bos en Lommer over de publieke ruimte. De onderzoeksresultaten zijn dan wel representatief voor de hele populatie.
Steekproefgrootte hangt af van 'verzadiging'
Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit. Een goed verantwoorde keuze van de te onderzoeken situaties, locaties, groepen of personen bepaalt de kwaliteit van je onderzoek. Je kunt beter een goede representatieve casus hebben dan een selecte grote steekproef.
Het steekproefgemiddelde is de gemiddelde waarde van de waarnemingen van de steekproef. Dus: alle waarnemingen bij elkaar optellen, en vervolgens delen door het aantal waarnemingen.
Bij steekproeven gebruiken we n – 1 in de formule, omdat het gebruik van n een vertekende schatting zou geven, waarbij de spreiding wordt onderschat. De steekproefvariantie is normaal gesproken lager dan de werkelijke populatievariantie.
Doelgerichte steekproef (purposive sampling)
Een doelgerichte steekproef is de verzamelnaam voor verschillende steekproefmethoden waarbij deelnemers bewust worden gekozen op grond van bepaalde kenmerken die zij bezitten.
Een te kleine steekproef representeert of vertegenwoordigt de populatie niet goed, waardoor er een mogelijkheid ontstaat dat de betrouwbaarheid van het onderzoek niet genoeg toereikend is.
Steekproefgrootte, wat is dat eigenlijk? De steekproefgrootte is het aantal voltooide reacties van uw enquête. Het woord steekproef wordt gebruikt omdat de selectie een deel van de mensen (of doelpopulatie) vertegenwoordigt waarvan u de mening of het gedrag wilt weten.
De kans op een variabele / het percentage / of dus ook wel de proportie wordt aangegeven met π. Met π'dakje' wordt een schatting bedoeld. Door alle proporties te plotten krijg je weer een steekproevenverdeling, maar dan een steekproevenverdeling van π'dakje'.