De bewegende tweezijdige rvs-bladen snijden door het onkruid door de trek- en duwbeweging onder de grond. De uniek vormgegeven steel van gehard aluminium zorgt dat het gereedschap licht van gewicht is zonder aan kracht in te boeten: moeiteloos wieden dus.
Soorten schoffels
Alle schoffels zijn weer onder te verdelen in duw- of trekschoffels. Een duwschoffel gebruik je door hem heen en weer door de aarde te bewegen. Een trekschoffel sla je in de grond en trek je naar je toe. Een duwschoffel kan vaak ook als trekschoffel worden gebruikt.
Veeg met de schoffel door de grond. Maak met een gewone schoffel of een pendelschoffel met een lange steel vegende bewegingen door het grondoppervlak. Zo snijd je door de toppen van het onkruid. Als je de schoffel correct gebruikt, hoef je je hiervoor helemaal niet zwaar in te spannen!
Een trekschoffel, ook wel hak genoemd, wordt voornamelijk gebruikt in kleigrond. Deze schoffel breng je aan in de grond en trek je naar je toe.
Voel met je vingers voorzichtig op het snijvlak of je schop of schoffel glad is: voelt het ruw aan, dan is het scherp. Waar het snijvlak glad aanvoelt, is het nog bot en moet je nog verder vijlen. Als je snijvlak scherp is, draai je de schop om.
Schoffelen is geen noodzaak, het is een tijdelijk hulpmiddel totdat het is gelukt om onkruid te voorkomen in plaats van te verwijderen. Wieden heeft één voordeel: omdat het steeds opnieuw moet gebeuren, zorgt het voor regelmatige lichaamsbeweging.
Af en toe schoffelen helpt om de bodem los te houden. Daarnaast schoffel je automatisch kleine onkruidjes af welke anders groot worden en uitzaaien. Met schoffelen werk je snel, binnen een kwartiertje kun je al een hele tuin doorwerken. Daarnaast heb je geen bestrijdingsmiddelen nodig.
Compost maakt de kleigrond niet alleen los, het maakt de grond ook veerkrachtig. Het houdt de bodem voedzaam en maakt deze luchtiger. Compost maakt de bodem beter doorlaatbaar, waardoor kleigrond beter draineert na een regenbui. Compost werkt iets langer dan brekerzand.
Kleigrond is vruchtbaar, maar weinig doorlatend. Goed losmaken bij de aanleg en bij voorkeur met een mulchlaag werken. Voor de structuur is op oudere, kalkarme kleigronden een bekalking nuttig. Verder zoveel mogelijk humus doorwerken en eventueel ook grof zand.
Bij kleigrond zie je onderin het glas een laagje met grove delen.Daarboven zit een laag met kleine, fijne slibdeeltjes. Dat geeft duidelijk aan dat je een klei- of leemgrond hebt. Als je een grote laag met slibdeeltjes hebt, betekent dit dat je een zware kleigrond hebt.
Onkruid verwijderen door te schoffelen (V)
Het is niet voor alle onkruidsoorten geschikt. Bij wortelonkruiden doet schoffelen waarschijnlijk meer kwaad dan goed. Je snijdt de wortels namelijk af, waardoor er stukjes in de grond blijven zitten. Dit onkruid kan dus weer terugkomen met een nieuw plantje.
Onkruid verwijderen door schoffelen
Een ander verschil met onkruid wieden is dat je met een schoffel het onkruid afsnijdt in plaats van er uittrekt. Hierdoor zal het onkruid snel weer terugkomen en kan het kruid zichzelf soms zelfs vermeerderen omdat er kleine stukjes in de grond blijven zitten.
Met een onkruidbrander verhit je het onkruid enkele seconden, hierdoor barsten de cellen van de plant en droogt de plant uit. Vervolgens verkleurt de plant en sterft hij af. Het wegbranden van de plant herhaal je na een paar weken, zo verdwijnt het onkruid helemaal.
Het blad kan allerlei vormen, breedtes en dieptes hebben. Hoewel de termen hak en schoffel door elkaar gebruikt worden, is er toch een onderscheid. Bij een hak wijst het metalen blad naar je toe, bij een schoffel wijst het metalen blad van je weg.
Het slijpen van spades, batsen, schoffels en hakken is heel eenvoudig. Het gaat goed met een grove vijl.Zet het gereedschap klem, bijvoorbeeld in de bankschroef, en vijl de rand scherp.
Met de schoffelmachine worden gewassen op een mechanische manier onkruidvrij gehouden. De schoffelmachine is voorzien van schoffelmessen. Deze messen snijden het onkruid af vlak onder het maaiveld.
Je hebt een geotechnisch onderzoek nodig om te bewijzen dat de ondergrond geschikt is om op te bouwen. In Nederland is het eigenlijk alleen mogelijk om op staal te bouwen op zand- of kleigrond.
Er zijn talloze planten zich goed thuis voelen op kleigrond. Vaste planten die een voorkeur hebben voor kleigrond zijn bijvoorbeeld Alchemilla, Aruncus, Astilbe, Astrantia, Eupatorium, Geum, Hemerocallis, Ligularia, Lysimachia, Lythrum, Persicaria, Rodgersia en bijvoorbeeld Veronicastrum soorten.
Kleigrond bevat voor een deel schelpen waardoor deze grond van zichzelf kalkhoudend is en dus een hogere zuurgraad heeft. Extra toevoegen van kalk is meestal niet noodzakelijk. Voor zandgrond is dat wezenlijk anders. Zandgronden zijn van zichzelf vaak zuurdere gronden.
Of wellicht woon je al een tijdje op kleigrond maar kom je nu pas toe aan die tuinverbouwing. Hoe je het ook wendt of keert, je moet in beide gevallen van te voren rekening houden met een aantal zaken voordat je een tuin op kleigrond aanlegt. Lucas raadt aan om de klei ongeveer 70 cm diep af te graven.
Voor zand- en veengronden geldt bijvoorbeeld dat deze over het algemeen wat zuurder zijn, met een pH-waarde tussen de 4,5 en 5,5. Kleigronden daarentegen zijn minder zuur met een pH-waarde vanaf ongeveer 6,7 en hoger.
Zevenblad. We trappen de lijst af met misschien wel het hardnekkigste onkruid. Deze plant verspreidt zich namelijk via de zaadjes maar ook door de wortels. Als de wortels niet volledig worden verwijderd, komt het zevenblad keer op keer terug.
Plaats altijd een anti onkruiddoek of anti worteldoek onder grindpaden. Dit zijn matten waar onkruiden niet doorheen kunnen groeien. De matjes zijn gemaakt van kunststof vezels. U kunt ze ook onder tegels en klinkers leggen zodat onkruid ook daar geen kans krijgt om te groeien.
Mulchen. Door het afdekken van de bodem tussen de planten komt daar geen licht, zo kan er geen onkruid kiemen en groeien. Mulchen kunt u met onkruidvrije grond, zoals potgrond, met houtsnippers, boomschors, cacaodoppen, grind, afgemaaid gras, met een mat van kokosvezels, maar ook met anti-worteldoek.