Een opnamestaat is een beschrijving van alle eventuele gebreken of mankementen in- of aan de woning die door huurder en verhuurder moet zijn ondertekend bij het aangaan van het huurcontract. De regels over oplevering zijn in het nieuwe huurrecht van 1 augustus 2003 veranderd.
Een opnamestaat is verplicht bij huurcontracten die vanaf 1 augustus 2003 zijn afgesloten. De verhuurder moet die bij het begin van de verhuur geven. Daarin staat bijvoorbeeld dat u de woning hebt gekregen met witte en gladde muren, zonder gaten en zonder behang. U moet de woning dan ook weer zo achterlaten.
De verhuurder is verantwoordelijk voor normale slijtage
De elementen die het meest aan slijtage onderhevig zijn, zijn de vloer- en wandbekleding en de huishoudelijke apparaten.
Een badkamer komt in aanmerking voor vervanging als deze ongeveer 35 jaar oud is.
In ieder geval moet de huurder de kleine schade waarvoor hij verantwoordelijk is, herstellen. Indien de huurder de woning zonder akkoord opnieuw heeft geschilderd in een tint en kwaliteit die niet overeenstemmen met degene bij zijn intrede, kan hij worden verplicht het schilderwerk te vernieuwen.
U mag niets veranderen aan uw huurwoning.Ook niet aan de buitenkant van uw woning. Kunt u de veranderingen zonder teveel kosten weer terugdraaien? Bijvoorbeeld gaatjes in de muur dichten?
Heeft u last van een lekkage, vochtige ruimte of ernstige overlast van een andere huurder?Dan krijgt u als huurder niet het woongenot dat u mag verwachten. Er is dan een gebrek. Voor sommige gebreken is de verhuurder verantwoordelijk.
De oplevering weigeren kan alleen als de gebreken zo groot zijn dat je niet in het huis kunt wonen, bijvoorbeeld als het (enige) toilet niet werkt of het verwarmingssysteem ontbreekt.
Uw verhuurder mag alleen verhuurkosten rekenen als de nieuwe huurder er iets concreets voor terug krijgt. Bijvoorbeeld een naamplaatje. Er moet dus sprake zijn van een tegenprestatie. Het opstellen van een huurcontract valt daar niet onder.
Als huurder bent u verantwoordelijk voor het dagelijks onderhoud. Denk aan een nieuwe wc-bril of een leertje in de kraan. Lost de verhuurder de problemen niet op? Vraag dan de Huurcommissie om uw huur te verlagen.
U mag uw woning 6 maanden leeg laten staan. Na deze 6 maanden moet de eigenaar of beheerder van de woning de lege woning bij de gemeente melden. Dat geldt voor alle typen (zelfstandige) woningen, dus ook voor woningen in een Vereniging van Eigenaren (VvE).
Inwonen in een huurwoning
Voor inwoning in een huurwoning is toestemming nodig van de verhuurder. Dit geldt voor sociale huurwoningen en ook voor woningen in de particuliere of vrije sector. Let wel: bij bijvoorbeeld een éénpersoonswoning zal inwoning niet worden toegestaan.
Als je je woning verhuurt aan één persoon en deze komt te overlijden, dan eindigt het huurcontract automatisch aan het eind van de tweede maand na het overlijden. De huur moet in die periode worden betaald door de erfgenamen van de huurder.
Tijdens de huur mag de verhuurder geen werken laten uitvoeren die het uitzicht en de vorm van de woning veranderen. Zonder uw akkoord mag hij bijvoorbeeld niet de garage afbreken of zonnepanelen plaatsen.
Enkelglas als gebrek aan woning
De Woonbond wil dat enkelglas als een gebrek aan de woning gaat worden gezien. Het valt dan onder de onderhoudsplicht van de verhuurder om dit te vervangen. Doet de verhuurder dat niet, wordt de huur verlaagd totdat de verhuurder wél in beweging komt.
Alleen huurverlaging bij ernstige gebreken
De Huurcommissie verlaagt de huurprijs alleen als de gebreken ernstig zijn. In de gebrekencheck kunt u zien of het achterstallig onderhoud ernstig genoeg is om de Huurcommissie in te schakelen. Hieronder vindt u per categorie enkele voorbeelden van ernstige onderhoudsgebreken.
Een belangrijke factor bij het bepalen of je recht hebt op een nieuwe keuken, is de huidige staat van de keuken in je huurwoning. Als de keuken versleten, beschadigd of verouderd is, en dit niet te wijten is aan jouw eigen nalatigheid of misbruik, dan kun je een reden hebben om een nieuwe keuken te eisen.
Als u niet vaak genoeg in uw woning bent, bestaat de mogelijkheid dat de woningbouw u uit uw huis zet. Uit de praktijk blijkt dat dit geen ongewone zaak is.
In de meeste gevallen kunt u een huurwoning niet overdragen aan uw kind als uw kind bij u woont. Als u verhuist of overlijdt, wijst de verhuurder de woning toe aan een nieuwe huurder. Uw inwonende kind krijgt zes maanden de tijd om een andere woning te zoeken. Er is één uitzondering.
Als huurder heb je recht op een goed onderhouden huurwoning. Een gebrek, zoals schimmel in de woning, moet worden verholpen. Als de oorzaak van een gebrek niet ligt in het woongedrag van de huurder, maar in de woning zelf, dan is de woningcorporatie verantwoordelijk en zal zij het probleem moeten oplossen.
Uw verhuurder mag niet zomaar de huur opzeggen van uw woning. Dat kan alleen met een goede reden. Bijvoorbeeld omdat u geluidsoverlast geeft. Het maakt niet uit of u een vast huurcontract heeft.
Was de verhuurder op de hoogte van vochtproblemen, maar is er niks aan gedaan?Dan is de verhuurder verantwoordelijk. Zijn de vochtproblemen ontstaan door slecht onderhoud van de huurder, dan is de huurder verantwoordelijk.