In de Nota Kostenverhaal staat hoe de gemeente bij ruimtelijke projecten bovenwijkse en bovenplanse kosten in verband met grondexploitatie wil verhalen. Het gaat om het verhalen van deze kosten op / bij partijen die projecten ontwikkelen die een relatie hebben met bovenwijkse en bovenplanse kosten.
Bij privaatrechtelijk kostenverhaal sluiten het bevoegd gezag en de initiatiefnemer van de bouwactiviteit een overeenkomst, voordat het bevoegd gezag besluit tot wijziging van de functie van de grond. Voordeel daarvan is de ruime mate van contractsvrijheid. In de overeenkomst kunnen afspraken op maat worden gemaakt.
3.2 Begrip bovenplanse kosten
Bij Bovenplanse kosten (artikel 6.13 lid 7 Bro) gaat het om verevening van kosten en opbrengsten tussen locaties met ruimtelijke en functionele samenhang. De locatie met een positief resultaat draagt bij aan de locatie met een negatief resultaat.
Bovenwijkse voorzieningen zijn infrastructurele werken die moeten worden aangelegd vanwege de effecten die projecten kunnen hebben op hun (wijdere) omgeving. Denk daarbij aan voorzieningen als wegen en paden, parkeerplaatsen, rioleringssystemen, groenstructuren en watersystemen.
Het 'bovenplans verevenen' is het verevenen van de positieve resultaten van de ene grondexploitatie met de negatieve resultaten van een andere grondexploitatie, waardoor voor de beide locaties tezamen sprake is van een sluitende of minder verliesgevende grondexploitatie.
De vergoeding die door een particuliere eigenaar op grond van een anterieure of posterieure overeenkomst dient te worden betaald aan de gemeente. Deze vergoeding kan ook wel via de bouwvergunning aan de gemeente verschuldigd zijn.
1.4 Baatafroming
De gedachte is dat grondwaardestijgingen die door de gemeenschap mogelijk worden gemaakt ook toebehoren aan die gemeenschap.
Bij actief grondbeleid verwerft de gemeente de gronden zelf. Bij passief grondbeleid laat de gemeente de grondverwerving en -uitgifte over aan private partijen. Een tussenvorm van grondbeleid is het publiek-privaat samenwerkingsmodel (PPS).
Elke grondexploitatieovereenkomst die men sluit voor de vaststelling van een exploitatieplan is een anterieure overeenkomst. Deze overeenkomst sluit men in de beginfase van een project vóór de vaststelling van een exploitatieplan. Bij de anterieure overeenkomst hebben alle partijen veel onderhandelingsruimte.
Exploitatiegebied: een als zodanig aangewezen gebied, waarbinnen de onroerende zaken zijn gelegen die gebaat worden door de voorzieningen van openbaar nut die door of met medewerking van de gemeente worden getroffen.
Burgemeester en wethouders stellen een ontwerpexploitatieplan op. Over dat ontwerpplan kan iedereen een zienswijze indienen. Vervolgens stelt men het exploitatieplan samen met een bestemmingsplan of ruimtelijk projectbesluit vast. Daarna maken burgemeester en wethouders het besluit bekend.
Een anterieure overeenkomst heeft tot doel het vastleggen van afspraken tussen een gemeente en een particuliere partij over het ontwikkelen (bebouwen) van een bepaald perceel. Het perceel is in eigendom bij de private partij en die wil voor eigen rekening en risico ontwikkelen.
Een posterieure overeenkomst is een grondexploitatieovereenkomst die een private partij met een gemeente aangaat na het vaststellen van het exploitatieplan. Deze mag niet afwijken van het exploitatieplan.
In een exploitatieovereenkomst staan afspraken over het aanleggen van openbare voorzieningen. Bijvoorbeeld riolering, wegen, verlichting en het bouwrijp maken van grond. De gemeente maakt afspraken hierover met projectontwikkelaars, bouwondernemingen of woningcoöperaties.
Algemeen. De werking van het exploitatieplan wordt geregeld in de grondexploitatiewet, een onderdeel van de Wet ruimtelijke ordening. Een van de belangrijkste doelen van het exploitatieplan is om de kosten te verhalen, die de gemeente maakt om een bouwinitiatief mogelijk te maken.
EXPLOITATIEOPZET. Een exploitatieopzet is bedoeld om duidelijk te maken met welke kosten en opbrengsten in het exploitatieplan wordt gerekend en hoe de exploitatiebijdrage wordt toebedeeld aan eigenaren in het plangebied.
In een anterieure overeenkomst worden afspraken vastgelegd over bijvoorbeeld de kosten voor het wijzigen van een bestemmingsplan en de kosten die gemaakt moeten worden om het bouwproject in te passen in de bestaande situatie.
Anterior (voorzijde) en posterior (achterzijde). Dit begrippenpaar lijkt op het vorige. Het verschil is dat de aanduiding voor- en achterzijde gebruikt wordt bij kleinere structuren of een kleinere afstand. Voor de rest heeft het eenzelfde betekenis als de aanduidingen ventraal en dorsaal.
Er mogen niet meer kosten worden verhaald dan er opbrengsten zijn. Indien er meer opbrengsten zijn dan kosten is het verhaal beperkt tot de hoogte van de kosten. Dit staat bekend als de macro-aftopping.
Artikel 10 [Geldend t/m 30-06-2008]
Onder grond wordt water mede begrepen. Voor het gebied van de gemeente, dat tot een bebouwde kom behoort, of voor een gedeelte daarvan, kan de gemeenteraad een bestemmingsplan, als in het vorige lid bedoeld, vaststellen.
Alle provincies hebben met het oog op een goede ruimtelijke ordening in provinciale verordeningen regels opgenomen waar bestemmingsplannen en vaak ook afwijkingen van bestemmingsplannen aan moeten worden getoetst. In de regel heten deze verordeningen: Verordening ruimte (hierna: verordening) .
Artikel 2.1
1 De gemeenteraad stelt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer structuurvisies vast waarin de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid zijn vastgelegd.
De beheersverordening is wat juridische status betreft gelijk aan het bestemmingsplan. Dit instrument is bedoeld om bestaande situaties vast te leggen en kan in plaats van een bestemmingsplan worden opgesteld.
Het bestemmingsplan kan de gemeente een handvat geven om mogelijke gezondheidsrisico's van veehouderijen te voorkomen of te beperken. Provincies kunnen ook 'bestemmingsplannen' (inpassingsplannen) vaststellen, die de gemeentelijke bestemmingsplannen overrulen. Dat kan alleen als er een provinciaal belang is.
Op grond van de Wet ruimtelijke ordening is elke gemeente verplicht om voor haar grondgebied een bestemmingsplan op te stellen.