Een obligatoire overeenkomst is bijvoorbeeld de koop: de verkoper is verplicht de zaak te geven; de koper is verplicht de prijs te betalen. Niet obligatoir is bijvoorbeeld de zakenrechtelijke overeenkomst bij de overdracht van een zaak of de bewijsrechtelijke overeenkomst.
obligatoir = Ander woord voor verbindend of verplichtend. Een obligatoire overeenkomst is een overeenkomst die er voor zorgt dat verbintenissen ontstaan, bijvoorbeeld met de verplichting om een goed te leveren aan iemand anders....
De meest bekende arbeidsovereenkomsten zijn een vast contract, een tijdelijk contract, een oproepovereenkomst, nulurencontract, min-maxcontract, oproepcontract met voorovereenkomst, uitzendcontract, detacheringscontract (of interimcontract), payrollovereenkomst en modelovereenkomst voor zzp'ers.
Een overeenkomst is meestal wederkerig, wat wil zeggen dat er voor partijen over en weer rechten en plichten ontstaan. Zo heeft bij een koopovereenkomst de koper recht op levering van hetgeen hij volgens de overeenkomst koopt en is hij verplicht hiervoor te betalen.
Een partij heeft maar verplichtingen. Dit wordt een niet-wederkerige overeenkomst genoemd. Er zijn ook meerzijdige rechtshandelingen waar er geen overeenkomst is. Voor een overeenkomst is er een wilsovereenstemming tussen de partijen vereist.
Een nietige overeenkomst heeft juridisch gezien nooit bestaan, er is dan geen handeling nodig om de ongeldigheid van de overeenkomst in te roepen. Vernietigbare overeenkomsten worden in beginsel wel geacht te bestaan, maar kunnen eventueel vernietigd worden door partijen.
Bij wederkerig ligt meer de nadruk op het 'heen-en-weer', terwijl wederzijds vooral doelt op beide partijen. Daarom stond vroeger op een trouwaankondiging niet: Namens onze wederkerige ouders, maar Namens onze wederzijdse ouders. Een wederkerend probleem voor veel taalgebruikers is het gebruik van 'zich'.
bijv. naamw. [wet en recht] Ander woord voor verbindend of verplichtend.
Bijvoorbeeld als de schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar mag afleiden dat hij de verbintenis niet zal nakomen. Ontbinding heeft geen terugwerkende kracht. Dat betekent dat de situatie die bestond vóór het sluiten van de overeenkomst, niet hoeft te worden hersteld.
Een contract wordt gesloten tussen twee of meer partijen waarbij afspraken worden gemaakt. De partijen die betrokken zijn bij het contract kunnen natuurlijke personen zijn maar ook rechtspersonen. Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding en kan betrekking hebben op vele relaties en onderwerpen.
Sluit u een contract, dan moet u een bepaalde prestatie leveren of u heeft recht op een prestatie. Een ander woord voor een contract is een overeenkomst.
Vormvrij. Het vastleggen van een overeenkomst is in beginsel vormvrij. Hierop zijn een aantal uitzonderingen, zoals bijvoorbeeld de aankoop van een huis. De uitzonderingen daargelaten, kunnen overeenkomsten in beginsel op papier, via e-mail, mondeling of op elke andere wijze worden gesloten.
Een overeenkomst van opdracht is niet verplicht, maar wel handig. Door vooraf een overeenkomst van opdracht te gebruiken en tekenen, weten beide partijen waar ze aan toe zijn. Het schept duidelijkheid en beide partijen kunnen ergens op terugvallen.
Voorbeelden van overeenkomsten zijn de koopovereenkomst en de overeenkomst van opdracht zoals de bemiddelingsovereenkomst en de vaststellingsovereenkomst. Overeenkomsten kunnen zowel mondeling als schriftelijk aangegaan worden. Op overeenkomsten zijn vaak ook algemene voorwaarden van toepassing.
Een goede overeenkomst zorgt voor duidelijke afspraken waardoor dit later voor minder problemen zal zorgen. Bovendien worden overeenkomsten vaak in het voordeel van één van de partijen opgemaakt zonder dat de andere partij bij ondertekening de gevolgen hiervan kan inschatten.
Een eenzijdige overeenkomst betreft een contract waarbij alleen ten laste van één partij verbintenissen ontstaan (artikel 5.6, lid 2 Nieuw Burgerlijk Wetboek).
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij partijen jegens elkaar een verbintenis aangaan. Overeenkomsten zijn in een aantal gevallen vormvrij. Dat betekent dat een mondelinge overeenkomst wat betreft geldigheid op een lijn moet worden gesteld met een schriftelijke overeenkomst.
Rechtsregels zijn dwingend als elke afspraak die ervan afwijkt nietig is. Soms staat in het Burgerlijk Wetboek dat van een bepaling mag worden afgeweken bij CAO. Dat noemen wij driekwart dwingend recht. Ook komt het voor dat van een bepaalde regel bij individuele overeenkomst mag worden afgeweken.
Wederkerende voornaamwoorden zijn bijvoorbeeld me, ons en zich in zinnen als ik heb me gesneden, we vergissen ons, hij wast zich. Wederkerige voornaamwoorden zijn de woorden elkaar, elkander en mekaar.
Het 'reciprocity' oftewel wederkerigheid principe geeft aan dat als iemand iets aan ons geeft, we ons verplicht voelen om iets terug te doen. We kunnen iets terug doen in vorm van gedrag, een cadeautje of een service. Je hebt hierbij meer invloed als je ervoor zorgt is dat jij de eerste bent die iets geeft.
De regel van wederkerigheid stelt dat we terugbetalen wat we hebben gekregen: jij doet iets voor mij, ik doe iets terug voor jou. Het principe van wederkerigheid werkt, omdat mensen een onbedwingbare drang krijgen om iets terug te doen op het moment dat jij iets voor hen hebt gedaan.
Tussen een nietig en vernietigbaar besluit zit namelijk een groot verschil. Een vernietigbaar besluit is namelijk geldig tot het moment dat het wordt vernietigd, terwijl een nietig besluit juridisch gezien nooit geldig is geweest.
De wet bepaalt (in artikel 217 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek) dat een overeenkomst tot stand komt door aanbod en aanvaarding tussen twee of meerdere partijen. Het aanbod en de aanvaarding bestaan beide uit een wil en een verklaring.
De wet maakt een onderscheid tussen absolute nietigheden en relatieve nietigheden. Relatieve nietigheden kunnen enkel worden uitgesproken wanneer één van de partijen hierom verzoekt. Absolute nietigheden kunnen door de partijen worden aangevoerd, doch ook de rechter kan deze ambtshalve (uit eigen beweging) opwerpen.