Als de som van de vlottende passiva groter is dan de som van de vlottende activa, beschikt je onderneming over een negatief netto werkkapitaal. Dit betekent dat een deel van het kortlopend vermogen (vlottende passiva) wordt ingezet voor de financiering van de vaste activa.
Voor gezonde ondernemingen is een negatief werkkapitaal juist een teken van kracht. Supermarkten betalen hun crediteuren wanneer de betreffende voorraad allang is verkocht. Consumenten rekenen bovendien direct af. Supermarkten en ook AirBNB, Booking en Uber hebben daardoor weinig handelsdebiteuren.
Het netto werkkapitaal wordt berekend als het verschil tussen het bruto werkkapitaal en de kortlopende vorderingen. Ofwel: de vlottende activa minus de vlottende passiva. De omvang van het netto werkkapitaal kan dus positief, negatief of nul zijn.
In economische termen: werkkapitaal is het verschil tussen de vlottende activa (zoals voorraden, debiteuren en liquide middelen) en de vlottende passiva (zoals crediteuren en andere kortlopende schulden).
Een andere manier om inzicht te krijgen in uw werkkapitaal, is het uitrekenen van uw current ratio en quick ratio. Voor de current ratio worden alle vlottende activa gedeeld door alle vlottende passiva. Ligt het getal hoger dan 1, dan zit u doorgaans goed.
U kunt het werkkapitaal berekenen door vlottende activa (zoals voorraden, debiteuren en liquide middelen) te verminderen met vlottende passiva (zoals crediteuren en andere kortlopende schulden). Bedrijven met een te laag werkkapitaal komen in de problemen: het voldoen van dagelijkse uitgaven wordt dan lastig.
Je kunt je werkkapitaal berekenen door de vlottende passiva van de vlottende activa af te trekken. De vlottende activa bestaan uit debiteuren, voorraad (inkoopprijs) en liquide middelen; de vlottende passiva uit crediteuren en andere kortlopende schulden.
Werkkapitaal omvat onder andere middelen om de voorraden aan te vullen, de huur te voldoen, om de salarissen te betalen en andere bedrijfskosten. Investeringen zoals: bedrijfswagens, computers, inventaris en machines vallen hier niet onder.
Als je voldoende werkkapitaal hebt, kan je jouw leveranciers betalen, salarissen op tijd uitkeren, machines onderhouden en jouw voorraden aanvullen. Te weinig werkkapitaal kan wijzen op liquiditeitsproblemen. Maar te veel geld in kas is ook niet goed.
Een negatief netto-bedrijfskapitaal betekent dat de korte termijn financieringsbron- nen, in principe aangegaan ter financiering van de eigenlijke exploitatie, voor een deel gebruikt worden ter financiering van de lange termijn vaste activa.
Het netto werkkapitaal is het bruto werkkapitaal minus het kort vreemd vermogen, ook wel de vlottende passiva genoemd. Hiermee worden de kortlopende schulden aangeduid: de betalingsverplichtingen van de onderneming op de korte termijn.
Solvabiliteit is een rekenformule waarmee je de financiële gezondheid van je onderneming meet. Het getal geeft aan of je op de lange termijn aan je betalingsverplichtingen kunt voldoen. Een hoge solvabiliteit is gunstig voor je leveranciers en financiers.
Het is kortgezegd 'het kapitaal dat nodig is om te kunnen werken'. Een gezond werkkapitaal is van belang om op korte termijn de onderneming draaiende te houden en daarbij noodzakelijke uitgaven te kunnen doen. Denk hierbij aan het inkopen van nieuwe voorraden, het betalen van facturen en het uitkeren van salarissen.
Een rekening courant-krediet is een populaire vorm van het financieren van werkkapitaal. Je betaalt dan alleen rente over het bedrag dat je rood staat. Al is deze vorm van extra werkkapitaal meestal beperkt tot een klein percentage van je totaal aan vlottende activa zoals debiteuren of voorraden.
Het werkkapitaal wordt berekend door de vlottende activa te verminderen met de kortlopende schulden. Vlottende activa zijn voorraden, debiteuren, kortlopende vorderingen en andere bezittingen die op korte termijn verkocht kunnen worden voor geld. Liquide middelen zijn het aanwezige geld op bankrekeningen of in kas.
Wat is het verschil tussen de current- en quick ratio? De current ratio is de meest gebruikte ratio en lijkt erg op de quick ratio. Het verschil is dat bij de current ratio voorraden worden meegerekend, en de quick ratio wordt berekend exclusief de voorraden.
Het is vermogen dat een onderneming lang ter beschikking staat. Met dit vermogen wordt de vlottende activa gefinancierd. Er wordt ook wel gesproken van nettobedrijfskapitaal of werkkapitaal. Daarmee vergelijk je de vlottende activa met de hoeveelheid kortlopende schulden (schulden van ten hoogste 1 jaar).
Om het werkkapitaal te verbeteren, streven de meeste bedrijven ernaar hun werkkapitaalcyclus te verkorten door een snellere inning van vorderingen, de voorraadcycli te minimaliseren en de betalingstermijnen te verlengen.
Een slechte solvabiliteit betekent ook dat het bedrijf voor het grootste deel uit vreemd vermogen bestaat. Dit betekent dat een bedrijf bijna volledig afhankelijk is van geldverstrekkers, maar ook financieel niet compleet gezond is.
In de praktijk betekent een negatieve solvabiliteit dat de organisatie niet aan alle langlopende verplichtingen kan voldoen. Dit kan kan tot gevolg hebben dat de organisatie geen leningen meer kan aantrekken. Een bank wil immers wel de versterkte lening op termijn terugontvangen.
Bij een hoge solvabiliteit staat er veel eigen vermogen tegenover de schulden en is de kans groot dat het bedrijf de schulden zal afbetalen. Wordt het eigen vermogen te klein dan verslechtert de solvabiliteit waardoor kredietverschaffers en leveranciers minder snel bereid zijn krediet te verstrekken.
Wat is cashflow
De eerste en logische definitie van cashflow is geldstroom of kasstroom. In deze betekenis is de cashflow het verschil tussen inkomsten en uitgaven over een bepaalde periode (een maand, een jaar).
Een kasstroom bereken je door de nettowinst uit de winst- en verliesrekening (saldo van opbrengsten en kosten) te corrigeren voor alle: Kosten die niet tot een uitgave hebben geleid; uit het criterium "feitelijke geldstromen" vloeit voort dat afschrijvingen niet in het kasstroomoverzicht voorkomen.