De integrale kostprijs bevat alle kosten van een organisatie, doorbelast in de verschillende kostprijzen. De Amerikanen spreken ook wel van 'absorption costing', omdat de kostprijs alle kosten heeft geabsorbeerd.
Commerciële kostprijs = fabricagekostprijs + verkoopkosten per product. Fabricage kostprijs = kosten om het product te maken. Verkoopkosten per product = kosten om het product te verkopen.
Voor de kostprijs heb je de vaste kosten per product nodig. Dit bereken je door de totale vaste kosten te delen door de hoeveelheid producten.
Alleen op deze manier kan je namelijk bepalen of je een product of dienst tegen een winstgevende prijs aanbiedt. Bovendien is het met behulp van de integrale kostprijs mogelijk om (potentiële) verliespunten in kaart te brengen. Door deze punten te monitoren en bij te sturen, kan je jouw onderneming optimaliseren.
De kostprijsformule luidt: Oftewel de kostprijs van een product of dienst is gelijk aan de variabele kosten (grondstoffen plus arbeidsuren) plus een bijdrage voor de dekking van de constante kosten (zoals de kosten van de receptie of de afdeling verkoop).
De kostprijs is wat het product je daadwerkelijk kost.Dus de inkoopprijs plus bijvoorbeeld een toeslag voor handlingskosten. Deze prijs voeg je zelf toe, bijvoorbeeld op artikelniveau. De inkoopprijs is de prijs waarvoor je het product koopt.
Verkoopprijs berekenen
Een kostprijsberekening maakt duidelijk welke kosten u maakt om het product naar Nederland te halen en wat u moet vragen om er geld aan te verdienen.
Een kostprijs bestaat uit verschillende componenten: variabele kosten, vaste kosten en investering.
Als algemene vuistregel geldt dat een nettowinstmarge van 10% gemiddeld is, een marge van 20% of hoger goed is en een marge van 5% laag is. Soms verandert de marge als bijvoorbeeld de vaste kosten stijgen. Bereken de marge van jouw bedrijf regelmatig, zodat je zeker weet dat je financieel goed bezig bent.
Bij deze methode calculeert u de verkoopprijs op basis van de kostprijs vermeerderd met opslagen en toeslagen. De wijze waarop Prodin de kostprijs van artikelen bepaalt, is afhankelijk van de calculatiewijze van de betreffende calculatieregel: VVP. Inkoopprijs (bij de voorkeursleverancier)
Een kostprijsanalyse zet u op weg naar een juiste prijszetting voor uw product, dienst, prestatie of klantengroep. Onze analyse geeft u inzicht in uw kosten, klantenportefeuille, winstgevende of verlieslatende producten, en in uw verkoopstrategie.
De commerciële kostprijs (CKP) van een artikel is de waarderingsprijs van het artikel vermeerderd met de commerciële opslagen en additionele inkoopkosten. De CKP wordt bijvoorbeeld gebruikt voor de journalisering van de kostprijs verkopen en de marge-overzichten binnen de commerciële modules.
Hier is de formule: GK = TK / Q Hier zijn de stappen om de gemiddelde kost te berekenen: Verzamel gegevens: Zorg ervoor dat je de totale kost (TK) en de totale hoeveelheid (Q) hebt.
Het belang om er weer eens naar te kijken
Het opnieuw berekenen van je Kostprijs geeft je (weer eens) inzicht in hoe de totale kosten zich verhouden tot het product dat je levert of verkoopt, of de dienst die je aanbiedt. Tevens krijg je ook een beeld bij de marge (winst) die je boekt op (grote) orders.
Wanneer je een opslag van 25% hanteert, dan betekent dit dat je 25% van de inkoopprijs neemt en dit bedrag vervolgens optelt bij de inkoopprijs. Om van je inkoopprijs tot je verkoopprijs te komen gebruik je de volgende berekening: 100,00 x (1 + 25%) = 100,00 x 1,25 = €125,00.
Voorbeeld van indirecte kosten
Andere voorbeelden van indirecte kosten zijn salariskosten voor management en administratie, kosten voor verzekeringen, huurkosten voor kantoorruimte en kosten voor marketing- en verkoopinspanningen.
Voorbeelden van variabele kosten zijn:
Inkoopkosten van grondstoffen en materialen. Commissies voor verkopers. Energiekosten. Verzendkosten.
De norm van winstgevendheid verschilt per branche; 5 à 10% is over het algemeen een gezond getal. In de dienstensector zien wij de hoogste percentages, in de industrie liggen de cijfers het laagst. Natuurlijk is het prachtig als je winstgevendheid hoog is en iedere geïnvesteerde euro zoveel mogelijk oplevert.
Winstmarge berekenen
In het voorbeeld hierboven is de winstmarge als percentage van de verkoopprijs dan: (€ 100 – € 80) / € 100 = 20%. En als opslag op de inkoopprijs (€ 100 – € 80) / € 80 = 25%.
De kostprijs komt onder meer tot stand door de inkoopprijs die hij betaalt voor het aantal producten dat hij verkoopt. De verkoopprijs moet echter niet alleen de kosten voor inkoop dekken, maar ook de maandelijkse vaste kosten van de ondernemer.