Bij (ouderdoms)verziendheid ligt het beeld achter het netvlies; er is een onscherp beeld. De positieve (plus) glazen zorgen ervoor dat het brandpunt naar voren wordt verplaatst zodat het beeld weer op het netvlies terecht komt. Dit zijn sferische glazen met een gelijke breking in alle meridianen (richtingen).
De sterkte van de glazen of lenzen, die nodig is voor de correctie, wordt uitgedrukt in dioptrie (D). Bij verziendheid is dit getal positief (plus). Hypermetrope mensen met een geringe sterkte van bijvoorbeeld +1 kunnen in de verte nog redelijk scherp zien zonder correctie (verziend).
Verziend is plus en bijziend is min. Dit betekent dat iemand die verziend is geholpen kan worden met een plus-bril of plus-contactlenzen. Ook kan een laserbehandeling of operatie het zicht bij verziendheid verbeteren. Bij een operatie worden er kunstlenzen geïmplanteerd.
Wanneer de brilsterkte minimaal -6 dioptrie is of de ooglengte minimaal 26 mm bedraagt, is er sprake van hoge myopie ofwel ernstige bijziendheid. Bij hoge myopie kan de oogaslengte zo lang worden dat dit in de loop van het leven tot oogziekten leidt en uiteindelijk resulteert in slechtziendheid.
En dat maakt het plus-of-min-verhaal soms verwarrend. Dan blijft de vraag: heb je nou een leesbril plus of min nodig? Een bril met min-sterkte is een bril voor veraf: voor mensen met bijziendheid. Een bril met plus-sterkte is een bril voor dichtbij: voor mensen met verziendheid.
'Heb je een leesbril nodig, dan is er inderdaad een maximale sterkte van +3 dioptrie. Dioptrie betekent: de lichtbrekende kracht van een lens. De afstand van het oog tot datgene wat je leest is ongeveer 30 cm. Voor die afstand is de dioptrie nooit hoger dan +3.
De positieve (plus) glazen zorgen ervoor dat het brandpunt naar voren wordt verplaatst zodat het beeld weer op het netvlies terecht komt. Dit zijn sferische glazen met een gelijke breking in alle meridianen (richtingen).
We noemen iemand blind als zijn gezichtsscherpte kleiner dan of gelijk aan 1/20 (één twintigste) is, zelfs met een bril of lenzen. Dit betekent dat als iemand met twee goede ogen een stoel al op twintig meter afstand ziet, iemand met heel slechte ogen dezelfde stoel pas op één meter afstand of minder kan zien.
Als je last hebt van verziendheid zie je objecten van dichtbij niet goed scherp. Zonder correctie krijg je vaak last van hoofdpijn, vermoeidheid en concentratieproblemen, omdat je oog continu moet accommoderen (aanspannen). Als je verziend bent krijg je een lens of bril aangemeten een positief getal (plus sterkte).
Ogen kunnen in de loop van tijd veranderen. Dat kan komen door vervorming van de ooglens of van het oog. Verandering van ogen is vrij normaal, eens in de 2-3 jaar. Vaak veranderen de ogen in de leeftijd rond 40 - 45 jaar naar meer + sterkte (minder min of meer plus).
Als u bijziend bent ziet u dichtbij goed, terwijl u veraf juist wazig ziet. Dit wazige zicht komt omdat uw oog in de (as)lengte zo sterk groeit dat de afbeelding waar u naar kijkt niet meer óp het netvlies afgebeeld wordt, maar ervóór.
Wat is oogsterkte? Een oog heeft een nabijheidspunt en een vertepunt. Het nabijheidspunt is de dichtstbijzijnde afstand die je zonder moeite scherp kunt zien. Normaal ligt dit punt bij een mens rond de 30 cm van het oog.
Uw patiënt moet een minimale visus van 0,5 met één of twee ogen hebben om te mogen rijden. Dit mag ook met bril of lenzen zijn. Verder mogen er geen ernstige afwijkingen zijn in het centrale deel van iemands gezichtsveld. Het gezichtsveld van uw patiënt moet horizontaal 120 graden zijn en verticaal 40 graden.
De sterkte van het brillenglas wordt uitgedrukt in een getal met een plus- of een minteken ervoor. Staat er een plusteken, dan ben je verziend. Je hebt je bril nodig voor beter zicht van dichtbij. Staat er een minteken, dan ben je bijziend.
We kunnen ons zicht niet corrigeren zonder professionele hulp, en er is geen snelle oplossing voor problemen met het gezichtsvermogen. Maar met zaken zoals goede voeding kunt u uw gezichtsvermogen nog steeds op natuurlijke wijze zelf helpen. Bespreek dat, zoals altijd, met uw oogarts.
Met het ouder worden wordt de afstand waarop je scherp kunt zien steeds kleiner en er is een sterkere afstand-correctie (brillenglazen met een hogere dioptrie-waarde) nodig om dichtbij scherp te kunnen blijven zien. Veel mensen met bijziendheid (myopie) worden de ouderdomsverziendheid enkel in afgezwakte vorm gewaar.
Typische symptomen van verziendheid zijn onder meer hoofdpijn, vermoeide ogen, wazig zien, te veel concentratie nodig hebben voor één ding, bijvoorbeeld het opstellen van een document. Bij Specsavers kunnen we uw ogen meten en advies geven over hoe uw zicht op termijn het best kan worden gecorrigeerd.
Een bijziende persoon kan voorwerpen op een afstand niet (goed) onderscheiden. Het zicht is wazig en zich verplaatsen, koken en televisie kijken kan enkel met een aangepaste bril of met lenzen.
Om erachter te komen welke sterkte je hebt, moet je een oogmeting laten doen. Een oogmeting kan je laten uitvoeren door een opticien bij je in de buurt. Wanneer je dat al eens hebt gedaan kan het zijn dat je een brilrecept hebt meegekregen waar je je sterkte en alle andere gegevens voor je bril op kunt vinden.
Het goede nieuws voor alle brildragers is: door het dragen van een bril gaan de ogen niet verder achteruit. Veeleer is het tegengestelde het geval: als je ondanks een oogafwijking geen bril draagt of brillenglazen met de verkeerde sterkte hebt, kan bijziendheid (myopie) verslechteren.
Fysiek aanwezige handicap: een bril verbetert de gezichtsscherpte (ver zicht en nabij zicht) tot niet meer dan 30% (gezichtsvermogen 0,3); er is een daarmee overeenstemmende geleidelijke verstoring van het gezichtsvermogen (gewoonlijk beschadiging van het gezichtsveld).
Het normale oog (zonder brekingsafwijking)
De brekingssterkte van een lens wordt uitgedrukt in dioptrieën (zoals de sterkte van een vergrootglas). Hoe groter het aantal dioptrieën, hoe sterker de lens. De brekingssterkte van het hoornvlies is ongeveer 40-45 dioptrieën, die van de lens is ongeveer 20-22 dioptrieën.
Als één oog niet meer (goed) werkt, heeft dat invloed op het leven. Naast (mogelijke) angst dat er iets met het goede oog gebeurt, ervaren mensen problemen in het dagelijks leven. Zo is bij diepte zien de verwerking van informatie door twee ogen van essentieel belang.
Het ene beeld is iets groter dan het andere beeld. Deze 2 beelden kunnen niet meer door de hersenen tot 1 beeld samengesmolten worden. Dit verschil in beeldgrootte wordt aniseikonie genoemd.