Beste systeemcamera voor landschappen: Canon EOS R5
Dankzij de 45MP full-frame CMOS-sensor, de displays met een hoge resolutie, en wind- en waterdichtheid is de Canon EOS R5 een camera die uitstekend geschikt is voor het buitenleven.
Neem een groothoek van 10 tot max. 40mm voor mooie weidse opnames die je van landschappen kunt maken. Neem een telelens voor het fotograferen van vogels of andere diersoorten op afstand. Denk hierbij aan lenzen van minimaal 400mm of meer.
De meest gebruikte combinatie voor vogelfotografie is een spiegelreflexcamera met een telelens. Camera's en lenzen heb je in alle prijsklassen en kwaliteiten. Voor ongeveer € 1.500,- kun je een heel goede set kopen. Minder bekend, maar zeker zo goed zijn systeemcamera's.
Beste Canon-objectieven voor wildlifefotografie bij weinig licht: Canon RF 400mm F2. 8L IS USM en Canon EF 400mm f/2.8L IS III USM. Dankzij het heldere, maximale diafragma van f/2.8 en het hoogwaardige glas maken het Canon EF 400mm f/2.8L IS III USM-objectief en de RF-tegenhanger, de Canon RF 400mm F2.
Er zijn lenzen beschikbaar met een maximale brandpuntsafstand van 600mm. Hiermee haal je dieren dichtbij terwijl jij op grote afstand blijft. Deze lenzen hebben meestal een diafragma van f/4.5-6.3. De grote opening vangt veel licht zodat jij met een snelle sluitertijd werkt.
Qua kwaliteit en gebruiksvriendelijkheid verschillen de merken eigenlijk niet heel erg veel van elkaar. Canon scoort iets beter op autofocus en video. Nikon scoort weer iets beter op beeldkwaliteit. Omdat de verschillen minimaal zijn maakt het niet heel erg veel uit welk merk je pakt.
Samengevat. Een systeemcamera en spiegelreflexcamera verschillen niet veel van elkaar. Qua beeldkwaliteit en instellingsmogelijkheden presteren ze bijna even goed. Beide camera's beschikken over goede sensoren waarmee je in verschillende lichtsituaties fotografeert en filmt.
Conclusie. Zowel met Canon als Nikon spiegelreflexcamera's maak je als beginnende fotograaf opnamen van goede kwaliteit. De Nikon modellen presteren daarentegen wel wat beter in donkere situaties en hebben over het algemeen een groter aantal scherpstelpunten.
Het aantal mm bepaald de brandpuntsafstand van de lens. Bij camera's met een cropsensor begint de ideale brandpuntafstand voor landschappen bij 10mm. Bij full frame is dat zo'n 15mm. Je krijgt zo veel van het landschap in beeld en er ontstaat door de grote beeldhoek veel dynamiek.
Aangezien het meestal de bedoeling is om het landschap volledig scherp weer te geven, heb je voldoende scherptediepte nodig. Stel daarom de camera in op de diafragma voorkeuze stand (A(v)) met een diafragma tussen f/11 tot f/14.
Op straat kun je van alles tegenkomen dat interessant is om te fotograferen. Erg ver inzoomen is meestal niet nodig. Kies voor lenzen die geheel of deels in een zoombereik vallen tussen 24 en 100 mm.
EF-S staat voor Enhanced Focus - Small image circle. Dit is een benaming voor de vatting van Canon spiegelreflexcamera's met APS-C sensor. EF-S lenzen hebben een kleinere vatting dan EF lenzen en passen alleen op APS-C formaat sensoren. Je herkent de EF-S vatting aan het witte vierkantje op de lens en op je camera.
Een lens tussen de 50mm en de 200mm is perfect voor het maken van portretten omdat er dan bijna geen vertekening optreedt. Hoe groter de brandpuntsafstand, hoe verder je van het model af moet staan voor je compositie. Daarom is het soms handiger om een lens uit te kiezen waarbij je niet te ver weg hoeft te staan.
Voor landschapsfotografen die een licht, betaalbaar prime 35mm-objectief voor een EF-vatting willen, raadt Mike de Canon EF 35mm f/2 IS USM aan. Dit objectief heeft 4-stops beeldstabilisatie, een snel diafragma van f/2 voor opnamen bij minder licht en een korte scherpstelafstand van 0,24 m voor close-ups.
De 24-105mm is een alleskunner
Van portretten, snapshots en landschappen tot architectuur met over hele bereik f/4.0 als lichtsterkte, deze lens kan het allemaal. Zelf kies ik daarom altijd voor het Sony FE 24-105mm f/4.0G OSS objectief voor mijn fototrips en helikoptervluchten.
Een extreme groothoek, een standaardzoomlens van 24-105mm, een telelens van 100-400mm en een macrolens. Zo weet ik zeker dat ik altijd de juiste lens bij mij heb. Tijdens echte klimtochten heb ik overigens vaak alleen de standaardzoomlens en de groothoeklens mee.
Met een instapmodelcamera is het lastiger om met avondlicht goed te fotograferen. Daarnaast is een lichtsterke telezoomlens aan te raden voor paardenfotografie, zoals een 70-200mm f/2.8 of een 70-200mm f/4.0 lens.