Een doorbeltest is een snelle test om te zien of een stroomkring onderbroken of gesloten is. Alleen een gesloten, volledige stroomkring (die is ingeschakeld) heeft doorgang. Tijdens een doorgangstest stuurt een digitale multimeter een geringe stroom door het circuit om de weerstand in het circuit te meten.
Weerstandsmetingen moeten plaatsvinden bij spanningsloze stroomkring, anders zou het meetinstrument of de stroomkring beschadigd kunnen raken. Sommige DMMs zijn in de ohm-meetmodus beveiligd tegen een onvoorziene aansluiting op een spanningsvoerende stroomkring.
Een multimeter meet elektrische grootheden zoals spanning, stroomsterkte en weerstand. Met een multimeter heb je dus een ampèremeter, voltmeter en ohmmeter in één.
Hoe weerstand meten met een multimeter
De ampèremeter meet stroom. De ohmmeter meet weerstand. Zet de meter op stand ohm en meet in parallel. Sluit de zwarte meetprobe aan op de COM-ingang.
Je kan met een multimeter ook een batterij controleren, bijvoorbeeld een van 1,5 volt. Accu meten. Zwarte meetsnoer in COMM en de en de rode in V, je kan dan spanning met op de pollen. Tussen de 12,3 en de 12,7 Volt is de accu vol en bij 11,6 is de accu leeg.
Stroom heb je in twee smaken: gelijkstroom (Direct Current – DC) en wisselstroom (Alternating Current - AC). Met beide soorten elektriciteit kan je een vermogen verplaatsen, beide hebben een spanning en een stroomsterkte en beide hebben een stroomkring nodig, maar ze gedragen zich heel anders.
Plug de zwarte kabel op de plek waar 'COM' boven staat. Plug de rode kabel op de plek waar een 'V' boven staat. Steek de zwarte kabel in de middelste opening van het Perilex stopcontact. Steek de rode kabel in de opening linksonderin en noteer wat de meter aangeeft.
Blauw stroomdraad
Een andere benaming voor de stroomdraad is mindraad. Waar op een bruin stroomdraad altijd spanning staat, geldt voor een nuldraad het tegenovergestelde: op deze stroomkabel staat geen spanning. De blauwe stroomdraad zorgt voor de afvoer van stroom uit uw woning.
Het is een kleine schroevendraaier met ingebouwd led-lampje. Steek de spanningszoeker in één van de polen van het stopcontact of houd de punt tegen het koper van de draad. Leg je duim op het metalen gedeelte van de spanningszoeker. Als het lampje gaat branden staat er spanning op het geteste punt.
De elektrische weerstand meten is eenvoudig met de multimeter. Zet uw zwarte kabel op de 'COM' poort, deze poort heb je altijd nodig om te beginnen met meten. En de rode kabel op de Omega 'Ω' poort. Vervolgens draai de knop naar de weerstand gebied, aan te merken met de symbool 'Ω' laag ohm naar mega ohm.
Weerstand van trafo aarde + impedantie van fase en beschermleidingen is ca 1 ohm (vuistregel). Dus de weerstand waarde naar aarde moet onder de 0,21 ohm blijven.
220 volt). Netspanning (oude benaming = lichtnet) betreft wisselspanning met een netfrequentie van 50 Hz.
Om een zo nauwkeurig mogelijke DC-spanningsmeting te doen, meet en registreert u eerst de AC-spanning. Vervolgens meet u de DC-spanning door (met de toets RANGE) een DC-spanningsbereik te selecteren dat gelijk is aan of hoger is dan het AC-spanningsbereik.
Gelijkspanning in huis
Apparaten in huis krijgen via de stekker wisselstroom uit het stopcontact. De meeste onderdelen in die apparaten, zoals ledlampen, motortjes, beeldschermen en computerelektronica, werken op gelijkstroom.
De stroom (A) is hoger omdat gelijkspanning met 12 V of 24 V lager is dan wissel-spanning met 230 V. Het (gevraagde) vermogen blijft gelijk, dus de stroom zal toenemen P = V x I. De onderstaande vuistregel kan gehanteerd worden: Voor 12 of 24 V DC systemen geldt 3 Ampère stroom per 1 mm² kabeldiameter.
Gemiddeld staat er een spanning van 230 volt op elke fase van uw aansluiting. Huishoudens hebben steeds vaker 3 fasen op hun aansluiting. Dit is meestal een 3x25 Ampère aansluiting. Een grotere aansluiting is vaak nodig bij een warmtepomp of zonnepanelen.
Steek de tester in het stopcontact en de tester geeft door middel van het oplichten van een, twee of drie lampjes of het stopcontact geaard is en/of dat er iets anders aan de hand is. 3 lampjes: het stopcontact is geaard en de stroomdraden zijn goed aangesloten.
De eenvoudigste manier om te weten hoeveel er nog in een accu zit is een accumeter. Deze sluit u aan op de + en - pool van de accu. Met behulp van een aantal LED's (rood-oranje-groen) krijgt u dan een grove indicatie. Een nauwkeuriger gereedschap om dit te bepalen is een multimeter (voltmeter).
Bij het doormeten van de accu, wil je weten of de accu voldoende spanning kan leveren om de auto betrouwbaar te kunnen starten. Voor het doormeten van een accu, heb je een multimeter nodig met een min/max functie, en krokodilklemmen. Bijvoorbeeld de Fluke 115.
Er zijn twee methodes voor het meten van verliesstroom. Bij de ene omsluit men de aardingsgeleider met de stroombek en bij de andere omsluit men twee geleiders (of drie geleiders, eventueel met nulgeleider) tegelijkertijd (zie tekening).