Een Bm-akkoord kun je zien als de greep van het Am-akkoord maar dan 2 posities opgeschoven. Alle open snaren uit het Am-akkoord worden verdisconteerd met een barré. Hoewel het akkoord aanvankelijk vaak wat lastiger te 'grijpen' is heeft het als grote voordeel dat je het op een willekeurige plek op de hals kunt spelen.
Majeur en mineur
Wanneer je de B majeur al heb geoefend, zul je bemerken dat deze twee akkoorden erg op elkaar lijken.
Begin vanaf de open D-snaar, en sla achtereenvolgens met je plectrum of je duim de D, G, B en E snaren aan om het Bm-akkoord te spelen. Sla de zesde E noch de vijfde snaar aan.
Je kunt een B akkoord spelen door een beetje te sjoemelen met de barré. Zo kun je met je wijsvinger de onderste E-snaar induwen op de fret. Met de overige drie vingers vorm je twee frets verder een A-akkoord. Let op: de bovenste snaren (E en B) sla je niet aan!
Het F7 akkoord is opgebouwd uit een F majeur akkoord waaraan een extra Es noot is toegevoegd. De Es noot wordt vaak aangeduid als Eb. Het F7 akkoord is dus opgebouwd uit vier noten, namelijk de F, A, C en de Eb.
De schaal van F bestaat dus uit de noten: F G A Bb C D E. Het akkoord van F kun je opbouwen door de eerste, de derde en de vijfde noot uit de schaal van F te spelen. En dat zijn dus de noten F A en C.
Het F-akkoord bestaat uit 3 verschillende tonen: F (de grondtoon, of 'tonica' – duur woord), A (de terts) en C (de kwint). Je ringvinger plaats je op de 4e snaar in het 3e vakje. Je middelvinger op de 3e snaar in het 2e vakje. En je wijsvinger PLAT op de 1e en 2e snaar in het 1e vakje..
Het is verstandig om te beginnen met de open akkoorden. Open akkoorden worden op de eerste drie frets gespeeld (frets zijn de metalen stripjes op de hals van je gitaar), hebben elk een unieke vorm en bevatten één of meer open snaren – dat zijn snaren die je niet hoeft in te drukken.
Het Bb akkoord of ook wel gezegd Bes akkoord (Bb majeur akkoord) wordt gespeeld door middel van vier vingers. Het akkoord is precies hetzelfde als het A# majeur akkoord, we noemen dit twee akkoorden die enharmonisch hetzelfde zijn.
Het B majeur-akkoord wordt gevormd door de noten B, D # en F # te combineren. B is de grondtoon, D # is een belangrijke derde en F # is de perfecte vijfde van de grote schaal. Vanuit B verplaats je twee tonen hoger om bij D # te komen, en vanaf D # verplaats je anderhalve toon hoger om bij F # te komen.
B-mineur of b klein (afkorting: Bm) is een toonsoort met als grondtoon de b.
Een barré akkoord maak je door je wijsvinger over een heel vakje heen (bijvoorbeeld alle snaren van het eerste vakje) te plaatsen gecombineerd met een open akkoord. Deze open akkoorden worden of uit het open E-akkoord of uit het open A-akkoord gevormd.
In de muziek bestaan er duizenden akkoorden die gebruikt kunnen worden, maar gelukkig zijn vier akkoorden vaak al genoeg om veel verschillende liedjes te spelen. Om bij het begin te beginnen, zijn akkoorden een samenklank van drie of meer tonen. Bij een gitaar ontstaan deze tonen door het aanslaan van snaren.
Speel je gitaar zonder plectrum, dan gebruik je je vingers. Dit wordt ook wel 'fingerstyle' of 'fingerpicking' genoemd. Een belangrijk voordeel daarvan is dat je meerdere gitaarsnaren precies tegelijk kunt aanslaan (hoewel plukken dan een beter woord is). Bovendien geeft het een iets warmer geluid.
Van alle 7 akkoorden in een toonsoort, zijn slechts 4 akkoorden heel belangrijk. Welke akkoorden zijn dat? Het antwoord: het eerste, dan het vijfde, dan het zesde en tot slot het vierde akkoord in een toonsoort. Dus als je dit bijvoorbeeld in de toonsoort C speelt kom je uit op: C G Am F.
Ga stap voor stap aan de slag en speel iedere dag een half uurtje, je zult zien dat je dan beetje bij beetje leert spelen. Vaak wordt gezegd dat je om écht goed gitaar te leren spelen, je er minimaal 10.000 uur, dus 416 dagen van 24 uur, dus 1250 dagen van 8 uur.. aaneengesloten moet spelen.
Om het super simpel te houden gebruiken we de akkoorden G, D, Em en C. De akkoorden worden in verschillende volgorden gebruikt. Dit zie je achter de titel van het liedje staan.
Bij de Majeurtoonladders zijn de I, IV en V akkoorden de Majeur Akkoorden, in het geval van de C-Majeur toonladder dus de C-majeur, F-Majeur en G-Majeur. De II, III en VI akkoorden van de Majeurtoonladders zijn de Mineur Akkoorden. Hier dus de D-mineur, E-mineur en de A-mineur.
Een akkoordenschema wordt meestal genoteerd op muziekpapier dat is onderverdeeld in 10 of 12 rijen notenbalken, verdeeld in 3 of 4 kolommen. In de eerste kolom wordt de G-sleutel aangegeven met de maat waarin het stuk gespeeld moet worden. In iedere kolom staan een of meer akkoordsymbolen.
6. Als het getal 6 achter de grondtoon van het akkoord staat, betekent dit dat er een grote sext aan toegevoegd is - altijd een grote sext. Een subdominant heeft vaak een toegevoegde sext, maar andere functies kunnen dit ook hebben (zie artikel over functie-analyse). C met toegevoegde sext.
Het D mineur akkoord op de gitaar
Het D mineur akkoord is er hier één van en staat ook wel bekend als het Dm akkoord. Het Dm akkoord heeft dezelfde grondtoon als het D-akkoord en de D majeur, maar een enkele veranderende toon zorgt voor een meer melancholisch geluid.
Vaak kun je prima al tijdens het eind van het slagje al beginnen met wisselen naar het volgende akkoord. Bij veel slagjes hoor je dan niet eens dat er op een bepaald punt even geen akkoord stond. Op deze manier heb je meer tijd om het akkoord over te pakken en ben je makkelijker op tijd voor het volgende akkoord.
Het G majeur piano akkoord, afgekort als G, wordt gevormd door de noten G, B en D samen te spelen. G majeur is opgebouwd uit de grondtoon G, de grote terts B en de kwint D uit de G majeur toonladder.