Op dit moment wordt er vooral gebouwd binnen stads- en dorpsgrenzen, om de natuur en de buitengebieden te beschermen. De overheid en gemeenten willen hier het liefst aan vasthouden. Echter om voor 2030 het woningtekort terug te dringen, moeten er veel meer woningen worden gebouwd in groene gebieden buiten steden.
Met een woningtekort van bijna 279.000 woningen (3,5% van de voorraad) is de druk op de Nederlandse woningmarkt ongekend hoog. Ondanks de huidige inspanningen van overheid en marktpartijen zal het tekort naar verwachting tot 2024 nog verder oplopen tot 316.000 woningen.
Gelukkig heeft de overheid op Prinsjesdag aangekondigd de woningnood te willen aanpakken in 2020 door een fonds van twee miljard euro beschikbaar te stellen voor gemeenten, om zo nieuwbouwprojecten te stimuleren.
Woningnood het hoogst in Apeldoorn en Ede, krapte in Nijmegen en Arnhem 'acceptabel'
Er is ook steeds minder keuze, wat de prijzen opdrijft. Daarnaast loopt de woningproductie juist achter. Er zouden jaarlijks 90.000 nieuwbouwwoningen bij moeten komen om de achterstand in te halen. De afgelopen jaren zijn de hypotheekregels strenger geworden.
De huidige woningnood heeft vier hoofdoorzaken: Weinig nieuwbouw. Lage rente, gunstige hypotheekregels. Sterke economie, open land.
De belangrijkste oorzaak is het enorme tekort aan woningen. Meer over de oorzaken van de woningnood lees je hier. De woningmarkt is al decennialang overspannen. Daarnaast staat de hypotheekrente historisch laag, waardoor mensen heel goedkoop kunnen lenen.
Lagere prijzen
Een woning in Duitsland is een mooie oplossing. De grondprijzen - en daarmee ook de huizen - zijn een stuk goedkoper. De markt in Duitsland is net zoals Nederland volop in beweging, maar het is niet zo overspannen als hier.
Verwachting huizenprijzen 2030
Als we kijken naar een huizenprijzen grafiek die tot 2030 gaat, dan zien we nog steeds een grote vraag naar koopwoningen. Met name doorstromers en starters voeren de druk op waarbij de woningen tot 250.000 euro het meeste in trek zijn.
In 50 jaar tijd is er heel wat veranderd op de huizenmarkt. Zo kon je in 1970 nog voor (omgerekend) gemiddeld € 23.578 een huis kopen. Inmiddels is dat bedrag opgelopen tot ruim 445 duizend euro, bijna 19 keer zo duur.
"Als de huizenprijzen dalen dan zie je in de hele economie gevolgen: mensen geven minder geld uit, daar hebben bedrijven last van, en uiteindelijk kan dat ook overslaan naar banken." De prijsstijgingen worden dus gefinancierd met leningen. Dat lijkt op een piramidespel, en op lange termijn is dat niet houdbaar.
'Bouwen, bouwen, bouwen is niet de oplossing' Record na record werd in 2021 verbroken op de huizenmarkt, ook al zaten we middenin de coronacrisis. Voor veel mensen is een eigen woning onbetaalbaar geworden. Hoe kan het goed komen in 2022?
Er vanuit gaande dat mensen tegen de 80 worden en rond de 20 op zichzelf gaan, kom je op ergens tussen de 15 en 20 jaar. Het kan ook aan het type huis liggen ; in sommige huizen woont niemand meer dan een paar jaar, in andere heb je echte ' plakkers' die het er makkelijk 40 jaar volhouden.
Behalve Oost-Groningen, kampen ook de Achterhoek en Zeeland met ernstige krimp. In die laatste provincie trekken naar verwachting tot 2025 zo'n 88.000 mensen weg en er komen er nauwelijks bij. Vooral hoogopgeleide jongeren vertrekken.
Onder normale omstandigheden stort een huis niet zomaar in. Er moet wel écht iets aan de hand zijn zoals een gasexplosie of aardbeving. Laat je huis periodiek inspecteren op gaslekkage. Vooral in oudere woningen, en door slechte aansluitingen van een gastoestel kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan.
In 2023 stijgen de huizenprijzen beduidend minder hard. Economen houden rekening met een prijsstijging 2,5% tot 4,5%. Een daling van de huizenprijzen wordt vooralsnog niet verwacht, maar wordt ook niet uitgesloten. Als de rentes blijven stijgen, kan dit wel degelijk leiden tot een prijsdaling.
De gemiddelde Nederlandse huizenprijzen stijgen tot 2025 minder snel dan vroeger: zo'n 2% per jaar. De verschillen tussen provincies en binnen provincies worden steeds groter. Drie grote steden, Amsterdam, Utrecht en Den Haag en de regio's daar omheen ontwikkelen zich het meest positief.
Als er te weinig woningen zijn, dan stijgen de huur- en huizenprijzen en nemen de wachtrijen voor de sociale huur toe. Het tweede is een financieel vraagstuk. Woningbezit is óók een investering en dus spelen financiële factoren een grote rol in de huizenprijsontwikkeling en de verdeling van het woningbezit.
Ongelijke strijd. Volgens deskundigen is de wooncrisis een van de grootste maatschappelijke problemen van deze tijd. Er is een tekort van rond de 300.000 woningen, wachttijden voor sociale huurwoningen zijn lang en op de koophuizen die er zijn, is overbieden met een ton geen uitzondering meer.
Stijgende huizenprijzen van 1995 tot 2008
De prijzen zijn mede opgestuwd door een tekort aan woonruimte en de dalende hypotheekrente. Ook namen banken het tweede inkomen van huishoudens en van partners die in deeltijd werken mee.
Volgens hun recentste prognose zijn er van 2021 tot en met 2030 936.000 woningen nodig; ongeveer een miljoen dus. Daarvan zijn er vorig jaar zo'n 77.000 gebouwd. Dat betekent níét dat al die potentiële bewoners nu dakloos zijn of noodgedwongen nog met hun ex wonen.
In april 2022 staan er meer huizen te koop dan het laatste kwartaal van 2021. Dit betekent dat prijzen nog steeds dalen. Kopers die in 2021 en 2022 hebben gekocht zullen een groot gedeelte van het overboden bedrag als sneeuw voor de zon zien verdwijnen. In een onstabiele huizenmarkt is de vraag minder.