Een beknopte bijzin is een bijzin waarin het onderwerp en de persoonsvorm ontbreken. Het gezegde van een beknopte bijzin bevat alleen een deelwoord of een infinitief met te. Luid vloekend loopt hij de winkel uit.Door wanhoop gedreven stemde ze ermee in.
Een beknopte bijzin is een bijzin waarin het onderwerp ontbreekt en de plaats van de persoonsvorm door een deelwoord of infinitief wordt ingenomen. Voorbeelden: (1) Breed grijnzend vertelde hij over zijn overwinning. (2) We hebben geleerd netjes met mes en vork te eten.
Een beknopte bijzin is in de eerste plaats een bijzin zonder onderwerp. Het onderwerp van de bijzin kan worden weggelaten, omdat het gelijk is aan het onderwerp van de hoofdzin. Op het moment dat de bijzin een ander onderwerp heeft dan de hoofdzin noem je dat een “verkeerd aansluitende beknopte bijzin”.
Een beknopte bijzin is een bijzin zonder onderwerp, persoonsvorm en gezegde. Als je er een gewone bijzin van maakt, moet het onderwerp van deze bijzin hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin. Als dit niet het geval is, krijg je een foutieve beknopte bijzin.
Een beknopte bijzin kan in principe altijd tot een niet-beknopte bijzin worden herschreven, dus tot een bijzin met een persoonsvorm. Een niet-beknopte bijzin wordt ingeleid door een voegwoord. In de gegeven voorbeelden wordt dat: Terwijl ze luid gilde van de pijn kwam de gewonde vrouw de kamer binnenstormen.
Bijzinnen worden op twee manieren ingedeeld: al dan niet met een persoonsvorm; zie beknopte bijzin.naar grammaticale functie:als attribuut; zie bijvoeglijke bijzin.
Je kind kan een hoofdzin en bijzin van elkaar onderscheiden door naar de plaats van de persoonsvorm te kijken. In een hoofdzin staat deze namelijk altijd (bijna) vooraan, terwijl hij in een bijzin meestal verder naar achteren staat. Voorbeeld: Sanne plukt appels van een boom, omdat ze een appeltaart wil bakken.
Als je de hoofdzaken van een tekst samen wilt vatten, dan maak je een beknopte samenvatting. Bij het schrijven van deze samenvatting gebruik je signaalwoorden en verwijswoorden en schrijf je hele zinnen. Op deze manier is de samenvatting niet alleen voor jezelf begrijpelijk, maar ook voor anderen.
in weinig woorden samengevat
met zo min mogelijk woorden vb: hij gaf een beknopte weergave van de gebeurtenissen Synoniemen: bondig kort Tegenstellingen: uitvoerig uitgebreid grondig diepgaand intens... tot het belangrijkste en noodzakelijkste teruggebracht.
Beknopte bijzinnen hebben een 'denkbeeldig' onderwerp. In het zinnetje hierboven is dat 'ik'. Het denkbeeldige onderwerp moet hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin (de hele zin) anders is de zin fout. We spreken dan van een verkeerd aansluitende beknopte bijzin.
Voor het gemak kun je zeggen dat elk zinsdeel dat nu nog over is een bijwoordelijke bepaling is. Niet, Nooit of altijd zijn altijd bijwoordelijke bepalingen.
Een bijzin (ook wel afhankelijke of ondergeschikte zin) is een zin die een zinsdeel kan zijn in een zin of een onderdeel van een zinsdeel. Een algemeen kenmerk van bijzinnen is dat ze een woordvolgorde hebben waarbij de persoonsvorm achteraan staat.
Nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden
Nevenschikkende voegwoorden leggen een verband tussen twee hoofdzinnen, zinsdelen, woorden of woordgroepen, onderschikkende voegwoorden leggen een verband tussen een hoofdzin en een bijzin. Nevenschikkend zijn bijvoorbeeld en, maar, of, dan (wel), dus en want.
losstaand zinsdeel
In samengestelde zinnen wordt een bijzin meestal van de hoofdzin gescheiden door een komma. Soms staat een bijzin, die zinsdeel is in een grotere, samengestelde zin, los van de hoofdzin. Dat mag niet. We noemen dat een losstaand zinsdeel.
Een bijvoeglijke bijzin die verklarende achtergrondinformatie bevat. De jongens, die te laat kwamen, moesten nablijven. De bijzin geeft min of meer terloops de verklaring voor het nablijven.
Een voorbeeld hiervan is: 'De vrouw die daar fietst is vrolijk'. In deze zin is 'die daar fietst' de bijvoeglijke bijzin. Je vindt een bijvoeglijke bijzin na een zelfstandig naamwoord of voornaamwoord. De bijvoeglijke bijzin is altijd deel van een zinsdeel dus geen op zichzelfstaand zinsdeel.
In termen van redekundige ontleding bevat een zin normaal gesproken altijd een onderwerp en een gezegde (samen ook wel de zinskern genoemd) en vaak ook een lijdend voorwerp. De zin drukt dan door middel van het werkwoord bijv. een actie uit, die door het onderwerp wordt uitgevoerd.
Een samenvatting is een beknopt, maar volledig overzicht van de inhoud van een bron, geschreven in je eigen woorden. Een samenvatting is veel korter dan de tekst waaruit de informatie is overgenomen.
Abstract: De inhoud van een tekst wordt verkort weergegeven, maar zo dat de essentie niet verloren gaat.
in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis): beknopt ≠ diepgaand, grondig, intensief, radicaal, uitgebreid, uitvoerig.
Plaats van persoonsvorm en onderwerp
Er is nog een verschil tussen hoofdzinnen en bijzinnen. In een hoofdzin staan de persoonsvorm en het onderwerp altijd naast elkaar. In een bijzin staan de persoonsvorm en het onderwerp meestal niet naast elkaar. We laten je deze verschillen weer zien met een voorbeeld.
Er bestaan enkelvoudige en samengestelde zinnen. Een enkelvoudige zin bestaat uit één hoofdzin, en heeft maar één persoonsvorm, bijvoorbeeld: 'Lisa kijkt naar het journaal. ' Een samengestelde zin bestaat uit meerdere hoofdzinnen of heeft een of meer bijzinnen. Elke deelzin heeft een eigen persoonsvorm.
Een hoofdzin bevat altijd een zinskern, maar bij nevenschikking – meestal door middel van het voegwoord en – kan het onderwerp van de tweede hoofdzin eventueel ook worden weggelaten, indien het gelijk is aan dat van de eerste (zie verder samentrekking).