Het glioblastoom is de meest agressieve variant (WHO graad IV) van de groep gliomen, tumoren die uitgaan van het steunweefsel van de hersenen. Het glioblastoom is de meest voorkomende primaire hersentumor.
De meeste hersentumoren zijn erg kwaadaardig en groeien snel. Daardoor is het meestal binnen een maand of drie wel duidelijk dat er wat anders aan de hand is en wordt iemand doorgestuurd naar de neuroloog. Voor de overlevingskansen is deze vertraging overigens niet van belang: gliomen zijn ongeneeslijk.
De levensverwachting van patiënten met een kwaadaardige hersentumor is kort. Van de honderd mensen is de helft na vijftien maanden overleden. Met haar onderzoek hoopt Broekman hun situatie te verbeteren. De ontwikkeling staat al bijna vijftien jaar nagenoeg stil.
Definitieve genezing is helaas niet mogelijk. Dat wil niet zeggen dat behandeling dan zinloos is. De behandeling is gericht op langdurig remmen of stoppen van de tumorgroei met een goede kwaliteit van leven.
Een kwaadaardige hersentumor groeit snel en dringt wel door in het omliggende hersenweefsel. De tumor kan uitzaaien naar andere delen van de hersenen of het ruggenmerg. Een kwaadaardige hersentumor zaait heel zelden uit naar andere delen van het lichaam.
Een snelgroeiende of grote tumor veroorzaakt drukverhoging in de hersenen. Een gevolg van drukverhoging kan hoofdpijn zijn. Dit krijg je vooral bij activiteiten die zelf ook de druk laten toenemen, zoals bukken, niezen of persen. Soms gaat de hoofdpijn samen met misselijkheid en overgeven, vaak vroeg in de ochtend.
Van de mensen met een laaggradig glioom is ruim 80% twee jaar na diagnose nog in leven, terwijl dit ongeveer de helft is onder patiënten met een hooggradige ziekte. Glioblastoom, het meest voorkomende type, heeft de slechtste prognose met een 2-jaarsoverleving van nog geen 20%.
De tumoren ontstaan meestal rond het 50e tot 60e levensjaar, maar kunnen ook veel eerder of later optreden. Wat dat betreft is er een grote spreiding. Mannen en vrouwen lopen min of meer in gelijke mate het risico een hersentumor te krijgen.
Het is goed om iemand anders mee te nemen naar gesprekken met je arts. Je partner bijvoorbeeld, of iemand anders die je goed kent en vertrouwt. Als steun, maar ook om vragen te stellen waar je zelf misschien niet zo snel aan denkt. Je kunt ook steun vinden bij andere patiënten met een hersentumor, lotgenotencontact.
De hoofdpijn bij een hersentumor is niet voor iedereen gelijk, maar de typische hoofdpijn bevindt zich achter de ogen, heeft een drukkend karakter en is niet kloppend, zoals bijvoorbeeld bij migraine het geval is. Bij tumoren in de kleine hersenen kan de hoofdpijn juist in het achterhoofd zitten.
Symptomen hersentumor
Dit zijn vooral: geleidelijke veranderingen in het gedrag, vergeetachtigheid, zwakte aan één kant van het lichaam en epileptische insulten. Bij kinderen zijn er andere stoornissen, zoals toenemend dubbelzien, vallen en onevenwichtigheid.
Dit soort tumor is zeer hardnekkig maar de onderzoekers hebben een manier gevonden om de groei ervan te stoppen. "We hebben ontdekt dat als we IL-33 verhinderen de kern van de tumorcellen te bereiken, dat het hele proces lamlegt.
Nee, hersentumoren zijn in het algemeen niet erfelijk. Sommige hersentumoren komen weliswaar vaker voor bij bepaalde erfelijke ziekten, maar deze erfelijke ziekten zijn op zich weer erg zeldzaam.
Ongeveer driekwart van de mensen met een glioom heeft een glioblastoom. Een andere naam is astrocytoom graad 4. Een glioblastoom groeit snel en ongeremd en dringt diep door in omliggend hersenweefsel. De vooruitzichten voor mensen met een glioblastoom zijn niet goed.
Hersentumor (glioom)
Per jaar wordt in Nederland bij ongeveer 1.200 mensen een kwaadaardige primaire hersentumor ontdekt, waarvan de meeste zogenaamde gliomen zijn. Sinds eind 2015 is HMC één van de landelijke expertisecentra voor gliomen.
Ook de vormen van de tumoren verschillen. Een goedaardige tumor kenmerkt zich vaak door een ronde vorm. Een kwaadaardige tumor daarentegen groeit meer als een aardappel die begint uit te lopen. Deze 'sprieten' groeien door de wanden van omliggend weefsel en organen heen.
Bloedonderzoek. Je kunt ook onderzoek doen naar de hoeveelheid stoffen in je bloed; is er precies genoeg of is er juist te veel of te weinig. Bij een hersentumor klopt soms de hoeveelheid van bepaalde stoffen niet, bijvoorbeeld als de tumor in het gebied van de hypofyse zit kan de hoeveelheid hormonen veranderen.
Tumoren met veel celverlies groeien langzaam. Groei van een tumor die in drie maanden in volume verdubbelt. Vanaf het ontstaan tot het moment waarop de tumor wordt ontdekt, kan een periode van 10 jaar liggen. De klachten van een tumor kunnen sterk variëren.
Hoe vaak komen kwaadaardige hersentumoren voor? Hersentumoren kunnen goedaardig of kwaadaardig zijn. Kwaadaardige hersentumoren komen redelijk vaak voor. In 2021 kregen 1.397 mensen de diagnose kwaadaardige hersentumor.
Craniotomie en verwijderen tumor
Vaak is een deel van de behandeling van een hersentumor het chirurgisch verwijderen van zoveel mogelijk tumorweefsel. Dit gebeurt door een operatie waarbij een luik in de schedel wordt gemaakt (de 'craniotomie') en het tumorweefsel kan worden verwijderd.
Gezwel in de hersenen. Kan lokaal ontstaan of als uitzaaiing van een tumor elders in het lichaam.
Een hersenkanker kan ontstaan zijn in de hersenen (een primaire hersenkanker) maar het is ook mogelijk dat het een uitzaaiing is van een andere tumor (bv een borstkanker). In dat geval gaat het niet om hersentumoren en is de behandeling van deze uitzaaiingen afhankelijk van de kanker waaruit ze voortkomen.
Voor de definitieve diagnose neemt de arts een stukje weefsel uit de tumor. Een neurochirurg doet deze ingreep. Dit is een chirurg die gespecialiseerd is in operaties van het zenuwstelsel. De ingreep kan gebeuren via een stereotactische biopsie of een grotere operatie (craniotomie).
In de meeste gevallen overlijden mensen met een hersentumor als gevolg van de hersentumor zelf. Door verdere toename van de hersentumor loopt de druk in het hoofd op. De hoge druk kan in het begin hoofdpijn geven, maar niet iedereen heeft hier last van. Misselijkheid en/of braken komt relatief weinig voor.
Het aantal bestralingen varieert van één tot maximaal dertig bestralingen per behandeling. Dit hangt af van de aard, de grootte en de plaats van de tumor en van de conditie van de patiënt.