De ziekte van Waldenström is een van de lymfeklierkankers. Het is een kanker van zowel B-lymfocyten als plasmacellen. Dit zijn beide afweercellen van ons lichaam. Bij de ziekte van Waldenström groeien en delen de kwaadaardige kankercellen zich meestal op meerdere plekken in het beenmerg.
De ziekte van Waldenström is een vorm van lymfklierkanker. Er is sprake van een ongecontroleerde groei van bepaalde witte bloedcellen die sterk verwant zijn aan plasmacellen. Behalve in het beenmerg, komen deze cellen ook voor in de lymfeklieren.
Waldenstrom is een kanker van het bloed. Een bepaald type witte bloedcellen, de B-cellen, gaat woekeren.
Niet erfelijk
Veranderingen in het DNA die tot de ziekte van Waldenström leiden, zijn in de loop van het leven van de patiënt ontstaan. De afwijkingen zitten alleen in de lymfoomcellen en niet in andere cellen in het lichaam, zoals de eicellen of zaadcellen.
Deze auto-immuunreactie kan gericht zijn tegen verschillende celtypes.
Hoewel de ziekte van Waldenström niet te genezen is, is het wel goed te behandelen. In het begin is behandeling vaak nog niet nodig. Snel behandelen verbetert de overleving niet, maar stelt u wel direct bloot aan bijwerkingen van medicijnen. De hematoloog houdt u onder controle.
Bij acute leukemie rijpen de witte bloedcellen in het beenmerg niet uit. Bij chronische leukemie rijpen de cellen nog redelijk goed uit, maar werken ze niet helemaal normaal. Het soort bloedcellen dat ongecontroleerd gaat delen, bepaalt of het om lymfatische of myeloïde leukemie gaat.
Hyperviscositeit. De grote hoeveelheid afwijkend IgM-eiwit kan het bloed stroperig maken. Dit heet hyperviscositeit en kan zorgen voor een verminderde bloedtoevoer naar organen.
De symptomen zijn in het begin vaak tintelingen, prikkelingen, een gevoel van druk dat mensen met MGUS-polyneuropathie als ´bandgevoel´ omschrijven, het gevoel op kussentjes te lopen of een doof gevoel in de voeten. Later ontstaan vaak klapvoeten en spierzwakte.
Het bevindt zich vooral in het bekken, de wervels, de ribben, het borstbeen en de schedel, maar ook in botten van armen en benen. Het niet-actieve, zogenoemde 'reserve beenmerg' bestaat vooral uit vetcellen en is geel. Het speelt een belangrijke rol bij de aanmaak van bloed. Beenmerg bevat stamcellen.
Een gezwollen milt geeft meestal geen klachten. Veelvoorkomende symptomen zijn pijn aan de linkerkant van je buik die uitstraalt naar je schouder en buikklachten bij het eten van grote maaltijden.
Lymfocyten, ook wel lymfo's genoemd, zijn een specifiek type witte bloedcellen die een belangrijke rol spelen in het immuunsysteem. Deze cellen horen bij de agranulocyten en worden aangemaakt in je rode beenmerg. Een deel rijpt in het beenmerg en een ander deel in je thymus (zwezerik).
MGUS is geen ziekte, maar een bevinding.
Plasmacellen maken antistoffen die een belangrijke rol spelen in ons lichaam. Elke plasmacel maakt 1 type antistof. Wanneer er een teveel ontstaat aan 1 soort plasmacel, zal er dus ook een teveel ontstaan aan 1 soort antistof.
De ziekte van Hodgkin is een vorm van lymfklierkanker die begint in de cellen van het lymfestelsel. De ziekte ontstaat meestal in een lymfeklier, maar kan ook ontstaan op andere plaatsen van het lymfestelsel, zoals in de milt, lever of het beenmerg.
Bij chronische leukemie is sprake van een ongecontroleerde deling van witte bloedcellen en een sterke toename van een bepaald type witte bloedcel. Binnen de chronische leukemie onderscheiden we de myeloide en lymfatische leukemie. Over de oorzaak van chronische leukemie is tot nu nog niet veel bekend.
Antistoffen worden in het algemeen binnen enkele dagen tot 2 weken na het moment van infectie aantoonbaar. Er zijn verschillende soorten antistoffen, de belangrijkste zijn IgM, IgG en IgA. Normaal gesproken wordt IgM als eerst gemaakt door het lichaam. IgG blijft het langst detecteerbaar.
De referentiewaarden voor de immuunglobulines zijn leeftijdsafhankelijk. Voor volwassenen worden de volgende referentiewaarden gehanteerd: IgA 0,7-4,0 g/l, IgG 7,0-16,0 g/l en voor IgM 0,4-2,3 g/l.
Immunoglobuline M kortweg IgM (waarbij M = memory) is een type antilichaam dat wordt geproduceerd door B-cellen. Het IgM wordt na de eerste blootstelling aan het antilichaam aangemaakt (gelijk met oa. IgG), maar nog niet gebruikt.
Van een kwaadaardige solide tumor kunnen cellen losraken. Die kankercellen kunnen via het bloed en/of de lymfe ergens anders in het lichaam terechtkomen. Zij kunnen zich daar hechten en uitgroeien tot nieuwe tumoren. Dit zijn uitzaaiingen.
Indolent non-hodgkinlymfoom
Deze lymfomen bestaan uit cellen die langzaam groeien. Ze veroorzaken geleidelijk klachten. Meestal zijn ze ongeneeslijk. Deze lymfomen heten ook wel lymfomen met een lage maligniteitsgraad of laaggradige lymfomen.
Lymfoom betekent gezwel van het lymfestelsel. Een lymfoom is een vorm van kanker. Een (Non-) Hodgkin lymfoom dus ook. Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende ziekten.
De woekering van abnormale witte bloedcellen komt vooral tot uiting in: zwelling van de lever, de milt en de lymfeklieren. bot- of gewrichtspijn, zozeer zelfs dat het kind mank gaat lopen (dit is te wijten aan de woekering van leukemische cellen in het betrokken beenmerg)
De eerste symptomen (verschijnselen) van acute leukemie zijn vooral vermoeidheid en bloedarmoede. Ook kunt u vaker infecties hebben, blauwe plekken en slijmvliesbloedingen in mond en neus. Daarnaast ontstaan soms klachten als botpijnen, gezwollen tandvlees en klachten als gevolg van vergrote lymfklieren en milt.
De arts prikt in de bekkenkam. Daarna gaat de arts met de holle naald via de huid naar het bot. Dit voelt u wel, echt pijn doet het niet. Alleen als de arts het beenmerg uit het bot zuigt, voelt u kort een scherpe pijn.