De eerste wet van NewtonDe resulterende kracht op een voorwerp krijg je door alle krachten die op een voorwerp werken bij elkaar op te tellen. Als jij op aarde staat, dan wordt je naar beneden getrokken door de zwaartekracht van de aarde die op jou werkt.
De zwaartekracht is een van de vier natuurkrachten. Deze kracht is op het niveau van atomen zeer klein vergeleken met de andere krachten, maar is de meest alledaagse op macroscopische afstanden: een op elk lichaam werkende kracht, in de richting van het zwaartepunt en evenredig met de massa van het voorwerp.
Je berekent de zwaartekracht van een object op bijvoorbeeld de aarde, de maan of Mars met de volgende formule: ð¹=ð∙ð. In deze formule is F de zwaartekracht die je wilt berekenen (in eenheid newton), m is de massa van het object (in kilo's) en g is de versnelling van objecten wanneer ze vallen.
De tweede wet van Newton beschrijft dat wanneer een kracht de ene kant op groter (of kleiner) is dan een kracht de andere kant op, dus als er een resulterende kracht op een object werkt, dat er dan een versnelling (of vertraging) plaatsvindt.
De wetten van Newton hebben alle drie te maken met kracht. Ze laten bijvoorbeeld zien wat er gebeurt als een kracht groter of kleiner wordt. De tweede wet van Newton zegt dat de verandering van de snelheid rechtevenredig is met de resulterende kracht. Om de snelheid van een voorwerp te veranderen is kracht nodig.
Bij deze wet hoort ook een formule: F = m x a. F staat voor kracht (van het Engelse Force), m staat voor massa (niet te verwarren met gewicht) en a voor de versnelling. Zo zie je dat voor kracht twee dingen nodig zijn versnelling en massa.
1 kilogram x 9,81 meter/seconde² = circa 10 newton. Of: 1 kg x 9,81 m/s² = circa 10 N. Die 9,81 m/s² staat voor de versnelling van de zwaartekracht. Een massa van 1 kilogram komt dus overeen met een gewicht van 10 newton.
Stel, je laat een appel vallen. Door de zwaartekracht trekt de aarde de appel aan, maar de appel trekt tegelijkertijd ook de aarde aan. Door deze aantrekkingskracht valt de appel uiteindelijk op de grond. F is hierbij de zwaartekracht, wat je dus uit wil rekenen.
Op aarde is de zwaartekrachtsversnelling bv 9,81. Op 1 kg werkt dan een zwaartekracht van 9,81 N.
De eerste wet zegt dat een voorwerp in rust blijft of met constante snelheid beweegt als er geen krachten op werken. De tweede wet – de beroemde formule F = ma – vertelt ons dat een netto kracht een versnelling veroorzaakt.
Isaac Newton wordt door vele wetenschappers ook wel gezien als de grootste geleerde aller tijden. Hij was de eerste wetenschapper die bedacht dat er een kracht is, die voorwerpen naar de aarde trekt. Hij noemde die kracht de zwaartekracht. Waar kwam hij precies achter en wat zijn de drie wetten van Newton?
Isaac Newton wordt door vele wetenschappers ook wel gezien als de grootste geleerde aller tijden. Hij was de eerste wetenschapper die bedacht dat er een kracht is, die voorwerpen naar de aarde trekt. Hij noemde die kracht de zwaartekracht.
We zeggen dat het zwaarteveld van de aarde sterker is dan het zwaarteveld van de maan. De zwaarteveldsterkte zegt hoe hard er aan voorwerpen met een bepaalde massa wordt getrokken door de zwaartekracht. Het symbool voor de zwaarteveldsterkte is g en de eenheid van g is N/kg.
Zwaartekracht is de kracht die voorwerpen op aarde naar beneden trekt. De grootte van de zwaartekracht is op aarde 9,81 keer de massa (in kg). De richting is loodrecht naar beneden en het aangrijpingspunt is het zwaartepunt van het voorwerp (bij regelmatige voorwerpen is dit het midden).
Alle lucht zou de ruimte ingeslingerd worden
' Ook de luchtdruk die we nu hebben wordt in wezen door de zwaartekracht veroorzaakt. Als die zwaartekracht zou wegvallen, dan is dit de tegendruk die wegvalt. Denk aan de wand van die gasfles die er ineens niet meer zou zijn.
Functie. Jupiter vervult een belangrijke functie binnen het zonnestelsel. Doordat hij zwaarder is dan alle andere planeten tezamen is hij een belangrijke component van het massa-evenwicht van het zonnestelsel.
Kracht wordt uitgedrukt in newton, symbool N. Een newton is gedefinieerd als de kracht die nodig is om een massa van 1 kilogram een versnelling van 1 m s2 te geven: 1 = 1 kg m s2 .
Reacties. omdat F in Newton is, is 1 Newton gelijk aan 1 kg*m/s2. Met dezelfde formule kan je uitrekenen hoeveel kracht een massa van 10 kg ondervindt, en om dit op te heffen moet je een kracht van dezelfde grootte in de tegengestelde richting uitoefenen.
De newton (symbool N) is de SI-eenheid van kracht. De eenheid newton is gedefinieerd als de kracht die een massa van 1 kilogram een versnelling van 1 m/s² geeft: De newton is genoemd naar Isaac Newton.
Duwen en trekken De toegelaten trek- en duwkracht van een mens die met het gehele lichaam trekt of duwt is bij incidenteel trekken of duwen met twee handen maximaal 30 kg of 300 Newton. Bij regelmatig trekken en duwen met twee handen ligt de grens op 20 kg of 200 Newton.
Zwaartekracht op aarde
Hierin is m de massa van het object dat wordt aangetrokken in kilogram, g is de valversnelling op aarde en heeft een waarde van 9.81m/s2. Fz is dan de kracht in Newton waarmee de zwaartekracht het object naar de aarde trekt.