Als je voor het eerst huurtoeslag aanvraagt mag je huur niet hoger zijn dan de huurtoeslaggrens. In 2023 is dat € 808,06. Sinds 2020 geldt er geen harde inkomensgrens meer voor de huurtoeslag. Dus ook met een wat hoger inkomen kun je er recht op hebben.
Dan huurt u een sociale huurwoning. In 2023 was € 808,06 de maximale huur bij nieuwe verhuur van een sociale huurwoning. En in 2024 is dat € 879,66. Dat heet liberalisatiegrens.
Huurwoning en huurtoeslag
In 2023 was deze grens € 808,06. De rekenhuur is de kale huur plus de servicekosten die u betaalt. Niet alle servicekosten tellen mee, alleen de 4 servicekostenposten die meegenomen worden in de huurtoeslag (maximaal € 12 per servicekostenpost). Jaarlijks is er een huurverhoging.
Dan mag de huurverhoging voor uw sociale huurwoning hoger zijn: voor huishoudens met een hoger middeninkomen: maximaal € 50 op de maandhuur; voor huishoudens met een hoog inkomen: maximaal € 100 op de maandhuur.
Huurt u bijvoorbeeld een woning sinds 2018 en was de kale huurprijs toen € 698,50? Dan kijkt u naar de huurliberalisatiegrens van 2018: € 710,68. Uw huur is niet hoger dan deze grens, dus heeft u een sociale huurwoning. Is uw woning eenmaal een sociale huurwoning, dan blijft dit zo.
Er zijn een aantal voorwaarden om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning: Uw bruto jaarinkomen is niet hoger dan € 47.699,- (eenpersoonshuishoudens 2024) of € 52.671,- (meerpersoonshuishoudens 2024) De woning moet passend zijn: qua leeftijd en het aantal personen.
Wanneer blijkt dat een huurder te veel verdient voor de (sociale) huurwoning waarin hij woont, kan een verhuurder de huurder niet zomaar uitzetten. Met inkomensafhankelijke huurverhoging kunnen verhuurder huurders met een midden- of hoog inkomen er wel toe bewegen een vrije sector huurwoning of koopwoning te betrekken.
Iedere bewoner mag op 1 januari 2024 maximaal € 36,952 hebben. Partners mogen samen op 1 januari 2024 maximaal € 73.904 hebben. (In 2023 was dat € 33.748 zonder partner en € 67.496 met partner).
Gemiddelde huurprijs van 1.000 euro
De gemiddelde huurprijs die door particuliere verhuurders wordt gevraagd ligt net iets boven de 1.000 euro, volgens onderzoek van de Rabobank. Als de inkomenseis dan 3 of 4 keer de huurprijs is, betekent dat dat een starter een netto-inkomen van 3.000 of 4.000 euro nodig heeft.
De AOW'er kan nu 171 euro huurtoeslag per maand ontvangen. Mensen die al vóór 1 januari 2020 recht hadden op huurtoeslag, krijgen vanzelf de juiste toeslag vanuit de Dienst Toeslagen.
Huurders die de AOW-leeftijd hebben bereikt zijn nu nog uitgezonderd van extra huurverhoging. Bij de meeste senioren is er geen financiële ruimte voor een (nog) hogere huur.
Huren en geld Per 2020 zijn de 'inkomensgrenzen' voor huurtoeslag geen harde grenzen meer. Vroeger verviel je recht op huurtoeslag als je inkomen nét boven de grens raakte. Dat is niet meer zo. Als je inkomen een beetje hoger is (of wordt) kun je toch nog huurtoeslag krijgen.
Wordt mijn spaargeld of eigen vermogen meegerekend in het verzamelinkomen bij de toewijzing van een sociale huurwoning? Nee, uw spaargeld of eigen vermogen telt niet mee bij het verzamelinkomen om een woning toe te wijzen.
U heeft recht op huurverlaging naar € 577,91 per maand, omdat: u in 2023 niet al een huurverlaging naar € 575,03 voor huurders met een laag inkomen heeft gehad; uw kale huurprijs in 2024 meer is dan € 577,91; u over de afgelopen 6 maanden minder verdiende dan € 12.420 bruto.
Tot 1 juli 2024 mag uw verhuurder de (kale) huur met 3,1% verhogen.Vanaf 1 juli 2024 mag uw verhuurder de huur voor uw kamer, woonwagen of standplaats verhogen met maximaal 5,8%. De hoogte van uw inkomen is hier niet belangrijk. De verhuurder mag ook niet vragen naar uw inkomen bij de Belastingdienst.
Huurprijzen worden gereguleerd tot 187 punten (1000 euro) of 232 punten (1250 euro) Minister De Jonge hoopt dat de regulering op landelijk niveau per 2024 kan ingaan.
De gemiddelde huurprijs van een sociale huurwoning bedraagt op dit moment € 560 per maand. Corporaties verhuren circa 2,3 miljoen sociale huurwoningen. In totaal ontvangen 1,5 miljoen huishoudens in Nederland huurtoeslag van gemiddeld circa € 220 per maand.
Per 1 januari 2024 is de maximale netto huurprijs voor een sociale huurwoning € 879,66. Wilt u reageren op een sociale huurwoning? Dan mag uw maximale jaarinkomen niet hoger zijn dan € 47.699,- voor een alleenstaande en € 52.671,- voor een meerpersoonshuishouden.
Wil je een woning verhuren met een maandhuur van €1.200 en vaste lasten van ongeveer €200, dan kun je uitgaan van een totaalbedrag van €1.400 per maand. Gaan we uit van een inkomenseis van drie keer de maandhuur, dan dient de huurder een brutoloon te hebben van €4.200.
Het systeem van de huurtoeslag wordt wel versoberd. Vanaf 2024 krijgen huurders alleen nog huurtoeslag op basis van de kale huur. Servicekosten tellen dan niet meer mee voor de hoogte van de toeslag. Verder gaat het bedrag waarover je geen huurtoeslag krijgt voor alle huurders met 4 euro per maand omhoog.
Lagere huur voor de laagste inkomens en meer huurtoeslag vanaf 2023. Huurders met een laag inkomen in een corporatiewoning krijgen per 1 juli 2023 een huurverlaging. Vanaf die datum gaat voor 510.000 huurders de nieuwe huurprijs gelden van € 575 per maand.
U kunt in 2024 zorgtoeslag krijgen als uw jaarinkomen niet boven de grens van € 37.496 uitkomt. Hebt u een toeslagpartner? Dan mag het inkomen van u allebei samen niet meer dan € 47.368 zijn.
In 2022 is deze huurliberalisatiegrens vastgesteld op een kale huurprijs van 763,47 euro. Als jij in 2022 een woning betrekt met een kale huurprijs onder dit bedrag, huur je een sociale huurwoning. Afhankelijk van de hoogte van jouw inkomen kun je dan ook in aanmerking komen voor huurtoeslag.
Nee, dit heeft geen directe gevolgen voor de hoogte van je huur. Het kan wel gevolgen hebben bij de jaarlijkse huurverhoging, omdat het inkomen meetelt in het verzamelinkomen.
Sociale huurwoningen zijn voornamelijk bedoeld voor mensen met een lager inkomen. Verhuurders kunnen bij de Belastingdienst opvragen in welke categorie het huishoudinkomen valt; het inkomen van jou en je partner wordt daarvoor bij elkaar opgeteld. De Belastingdienst noemt dit je (jullie) verzamelinkomen.