Waardeoverdracht van je pensioen is het 'meenemen' van je pensioenopbouw − en de bijbehorende pensioenrechten − bij je ex-werkgever en ex-pensioenuitvoerder naar een nieuwe werkgever en pensioenuitvoerder.
Als je bij een andere werkgever gaat werken, kun je je opgebouwde pensioen meenemen naar het pensioenfonds van je nieuwe werkgever. Dat heet waardeoverdracht.
Een waardeoverdracht pensioen zorgt ervoor dat je de opgebouwde waarde van het pensioen bij de oude werkgever overdraagt naar de pensioenuitvoerder van je huidige werkgever. Een voordeel van waardeoverdracht is dat jouw pensioen niet verdeeld is over verschillende pensioenuitvoerders.
Waar moet je op letten bij een waardeoverdracht? Vergelijk het beleid rondom indexatie (voorwaardelijke verhogingen om inflatie te compenseren) bij de verschillende fondsen. Kijk naar de hoogte van de dekkingsgraad van je oude en nieuwe pensioenfonds. Bij een hogere dekkingsgraad is de kans op indexatie meestal hoger.
Bij waardeoverdracht neemt u het pensioen dat u heeft opgebouwd mee naar uw nieuwe pensioenuitvoerder. In de wet staat dat de waarde van uw pensioen dan even hoog moet blijven. Die waarde wordt zo berekend: Uw vorige uitvoerder rekent het pensioen dat u heeft opgebouwd om tot een bepaald bedrag.
Waarom wel kiezen voor waardeoverdracht? U wilt het liefst alles voor uw pensioen bij 1 pensioenuitvoerder regelen. Als het beleid voor jaarlijkse verhoging bij ABP gunstiger is dan bij uw vorige pensioenuitvoerder. Als de pensioenleeftijd in de regeling van ABP beter bij uw wensen past.
Doorlooptijd waardeoverdracht
Heeft u waardeoverdracht aangevraagd? Dan kan het tot 7 maanden duren totdat het pensioen is overgedragen. Uw oude pensioenuitvoerder heeft twee maanden de tijd om de gegevens aan ABP door te geven. Daarna gaat ABP aan de slag met een offerte, dit kan 2 maanden duren.
Daar kwam echter voor in de plaats het risico van bijbetaling bij een uitgaande waardeoverdracht. Want als er tegen 4% of 3% een pensioen is ingekocht, dan is de voorziening voor dat pensioen lager dan de wettelijke overdrachtswaarde. De werkgever betaalt deze rekening.
1. ABP – € 463 miljard. Stichting pensioenfonds ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds) is het bedrijfstakpensioenfonds voor de overheid en het onderwijs.
Als u vaak van baan bent gewisseld, kunt u uw (kleine) pensioenen overdragen aan de nieuwe pensioenuitvoerder. Dit heet waardeoverdracht. Sinds 1 januari 2019 kunnen pensioenuitvoerders kleine pensioenen samenvoegen.
Pensioen invaren betekent dat pensioen dat is opgebouwd onder het huidige stelsel, wordt overgeheveld naar de nieuwe pensioenregeling, met de afspraken die daar gelden. In het pensioenakkoord gaat de voorkeur uit naar invaren.
Van ABP naar PFZW PFZW is een pensioenfonds met gemiddeld jongere deelnemers. Op langere termijn geeft dit meer zekerheid op een solide pensioenregeling. De leeftijdsopbouw van de umc's sluit goed aan bij de leeftijdsopbouw van PFZW-deelnemers.
Een voordeel van waardeoverdracht is dat jouw pensioen niet verdeeld is over verschillende pensioenuitvoerders. Hierdoor wordt alles een stuk overzichtelijker! Gedurende je carrière komt het wellicht voor dat je van baan en dus ook van werkgever switcht.
Wisselt u van baan? Dan kunt u meestal de waarde van uw pensioen laten overdragen aan de pensioenuitvoerder van uw nieuwe werkgever. Dit kan alleen als uw oude en nieuwe pensioenfonds een dekkingsgraad van minimaal 100% hebben.
Bij ontslag stopt je pensioenopbouw
Als je je baan verliest, stopt meteen de opbouw van pensioen bij je werkgever. Hierop is een uitzondering. Ambtenaren met een pensioenregeling bij het ABP bouwen 50% van hun pensioen op tijdens de WW-uitkering. Wat je aan ouderdomspensioen hebt opgebouwd, blijft natuurlijk staan.
Neem je niet meer deel aan een pensioenregeling, bijvoorbeeld door een andere baan, dan mag de pensioenuitvoerder jouw pensioen onder bepaalde voorwaarden afkopen als het een klein pensioen is. Een klein pensioen is een uitkering tot €520,35 bruto per jaar (vanaf 1 januari 2022).
Een richtlijn die vaak wordt gebruikt voor 'genoeg pensioen' is 70% van het laatstverdiende bruto-inkomen. Dit betekent dat je 70% van het (bruto) inkomen dat je ontvangt als je met pensioen gaat nodig hebt voor je pensioen.
U kunt met pensioen tussen 55 jaar en uw AOW-leeftijd. De standaard pensioenleeftijd in uw pensioenregeling is 68 jaar, of eerder als uw AOW-leeftijd voor 68 jaar ligt. U kunt uw pensioen niet later dan uw AOW-datum laten ingaan. U kunt ervoor kiezen om eerder met pensioen te gaan of om met deeltijdpensioen te gaan.
De actuele dekkingsgraad van september 2021 is 102,0%.
Dit is 9,4 procentpunt hoger dan de stand van eind december 2020. Een positief beleggingsrendement zorgt voor een stijging van de actuele dekkingsgraad met 3,3 procentpunt. Daarnaast is de rente gestegen, waardoor de voorziening daalt.
Een pensioenbreuk kan leiden tot een slapend pensioenrecht of afkoop of overdracht van het pensioenrecht. Een slapend pensioenrecht doet zich voor, als het pensioenrecht niet verder opgebouwd wordt en ook nog niet wordt uitgekeerd.
In Pensioen 1-2-3 vind je duidelijke informatie over de belangrijkste onderdelen van jouw pensioenregeling. Hierbij kun je stapsgewijs meer over je pensioen te weten komen. In Pensioen 1 zie je snel en simpel wat je straks wel en niet krijgt, welke keuzes je daarin hebt en wanneer je actie moet ondernemen.
Een waardeoverdracht kan een aantal maanden duren
Bij waardeoverdracht zijn veel partijen betrokken. Ook bestaat het proces voor waardeoverdracht uit negen stappen. Bij iedere stap is een andere partij betrokken die binnen een bepaalde termijn moet reageren.
In het 1e kwartaal van 2022 steeg de actuele dekkingsgraad van 110,6% naar 117,4%. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste 12 actuele dekkingsgraden. Doordat het een gemiddelde is, geeft de beleidsdekkingsgraad een stabieler beeld van onze financiële positie.