Economie en maatschappij is het meest gevolgde profiel door havo-geslaagden, zowel door jongens als meisjes. Daarna volgt het profiel Natuur en gezondheid, dit profiel wordt door meer meisjes dan jongens gekozen. Natuur en techniek wordt juist vaker door jongens gevolgd.
In 2019-2020 werd het vakkenpakket Economie & Maatschappij door zowel jongens als meisjes op de havo het meest gekozen. Hierna volgden bij de jongens de profielen Natuur & Techniek en Natuur & Gezondheid. Maar 5% van de jongens koos Cultuur & Maatschappij.
Je kunt kiezen tussen de vier profielen Cultuur en Maatschappij (C&M), Economie en Maatschappij (E&M), Natuur en Techniek (N&T) en Natuur en Gezondheid (N&G).
Er zijn vier profielen waar je uit kan kiezen: Cultuur en Maatschappij, Economie en Maatschappij, Natuur en Gezondheid, en Natuur en Techniek.
Wiskunde B examens: in de periode van 2000 tot en met 2023 deden in totaal 708.014 leerlingen hun Wiskunde B examen. Dit was in de vakken Wiskunde B, Wiskunde B1 en Wiskunde B12. Hierbij haalden zij gemiddeld een 6,40 als cijfer. 26% van de kandidaten kreeg daarbij een onvoldoende voor Wiskunde B.
De kernvakkenregel houdt in dat je om te slagen hooguit één 5 als eindcijfer mag hebben voor de kernvakken Nederlands, Engels en Wiskunde. Deze regel geldt zowel voor de havo als het vwo.
Wiskunde D werd door ruim 3 duizend geslaagden gevolgd; iets minder dan een derde bestond uit meisjes en twee derde uit jongens. Meisjes haalden met een 7,6 gemiddeld een iets hoger eindcijfer dan jongens, die gemiddeld een 7,4 halen.
Wiskunde B is wat moeilijker. Het is vooral bedoeld voor wie graag wiskunde deed in de onderbouw en het ook goed kon. Het is een keuzevak, behalve voor scholieren die het profiel Natuur en Techniek kiezen.
Het grootste verschil tussen wiskunde A en B is statistiek. Vaak wordt gezegd dat wiskunde A makkelijker is dan wiskunde B.
In wiskunde B wordt er veel gewerkt met functies en formules, zoals manipuleren, differentiëren en integreren. Ook de meetkunde en goniometrische functies worden behandeld. In wiskunde B zit geen statistiek. Wiskunde B is vooral handig voor vervolgopleidingen in de sectoren Techniek en Natuur & milieu.
Zowel bij het vwo als havo kunnen de leerlingen in de hogere leerjaren kiezen uit vier profielen: natuur en techniek, natuur en gezondheid, economie en maatschappij en cultuur en maatschappij. Elk profiel bevat gemeenschappelijke (profielonafhankelijke) vakken, verplichte (profielspecifieke) vakken en vrije vakken.
Moeilijkste & makkelijkste examens
Als moeilijkste examens werden de vakken wiskunde en natuurkunde het meest genoemd, op de voet gevolgd door economie, Nederlands en geschiedenis. Het examen Engels werd massaal als makkelijkste examen verkozen, maar ook wiskunde en Duits werden hier genoemd.
Met dit profiel kom je vaak terecht in banen die te maken hebben met economie, arbeid, recht en veiligheid. De beroepen die hier bij horen zijn bijvoorbeeld: accountant, functies bij een bank, jurist, advocaat, commercieel medewerker, marketingmanager, politicus, hoteldirecteur, belastingadviseur, organisatieadviseur.
Wiskunde C: Tekenen in perspectief en logica ✏️
Maar er komen ook andere onderwerpen aan bod, zoals logisch redeneren of het tekenen in perspectief. De focus ligt minder op de theorie en meer op de rol van wiskunde in onze cultuur en maatschappij. Wiskunde C wordt hierdoor gezien als de makkelijkste vorm van wiskunde.
Daarom kunnen leerlingen met de profielen Natuur & Gezondheid en Economie & Maatschappij kiezen of ze wiskunde A of B nemen in hun profiel. Voor de echte bèta's, die Natuur & Techniek als profiel hebben en dus een sterke voorkeur hebben voor de exacte wetenschappen, is het verplicht om wiskunde B te doen.
Elke wiskunde B cursus heeft een vast aantal uur om de hele bovenbouwstof te doorlopen. De intensiteit en duur verschillen echter per cursusblok en variëren in een studielast van 7 tot 35 uur per week.
Wiskunde A kan gekozen worden in de profielen C&M, E&M en N&G en biedt een voorbereiding op universitaire studies in de sociale, juridische, economische, biomedische en gedragswetenschappen. De inhoud concentreert zich op toegepaste analyse, statistiek en kansrekening.
Algebra is de tak van de wiskunde die de betrekkingen van door letters en tekens aangeduide grootheden onderzoekt.
Je maakt vooral kennis met nieuwe vakgebieden binnen de wiskunde. Voorbeelden daarvan zijn logica, ruimtemeetkunde, recursie, logaritme en de geschiedenis van de wiskunde.
Veel eerstejaarsstudenten in de bèta-georiënteerde opleidingen ervaren een verhoogd niveau en tempo ten opzichte van de middelbare school, het vak wiskunde D zorgt voor een bredere wiskundige basis die in zulke vervolgopleidingen zeker van pas komt. Met Wiskunde D verenig je dus het nuttige met het aangename!
Wiskunde D is bedoeld als aanvulling en verdieping op wiskunde B. Je krijgt bijvoorbeeld te maken met kansrekening en statistiek, een onderdeel dat niet in wiskunde B zit, maar dat bij veel universitaire studies wel belangrijk is. Een voorbeeld van verdieping is bewijzen.
Zowel wiskunde A als B geven toegang. Ook met een einddiploma van HBO of WO word je toegelaten.