Uit onderzoek is gebleken dat de helft van ons karakter genetisch bepaald is (en dus wordt overgedragen door onze ouders), terwijl we de andere helft ontwikkelen terwijl we opgroeien. Als het om een jonge baby gaat, speelt erfelijkheid een belangrijkere rol.
Wat zijn erfelijke eigenschappen? Je erft dingen van je ouders. Dat betekent dat ze bepaalde eigenschappen die zij hebben, doorgeven aan jou. Erfelijke eigenschappen zijn bijvoorbeeld de kleur van je huid, je haar en je ogen.
Welk gedrag is erfelijk? Onderzoek van de VU heeft uitgewezen dat: angstig, depressief, teruggetrokken gedrag bij jongens voor 65 procent erfelijk is en bij meisjes voor 47 procent. agressie en regeldoorbrekend gedrag bij jongens voor 73 procent erfelijk is en bij meisjes voor 62 procent.
Het karakter en temperament van je baby zijn aangeboren. Je kind wordt ook gevormd door omgevingsfactoren als de plaats in de kinderrij (is hij de oudste, middelste of de jongste), opvoeding en liefde die hij krijgt. Maar of hij extravert of introvert is, is dus in aanleg aanwezig.
Je persoonlijkheid kun je zien als jouw persoonlijke mix van (aangeboren) karaktertrekken en (ook aangeleerde) eigenschappen. Soms begint een van je (karakter)eigenschappen te overheersen, op een extreme manier. Dat verandert hoe je denkt en hoe je dingen ervaart en doet. Anderen zullen vinden dat je gedrag afwijkt.
Er bestaat een onderscheid tussen karakter en persoonlijkheid. Je karakter is aangeboren en is in de kern niet te veranderen. Iemand die van nature extravert is kan geen introvert iemand worden. Iemand die vanaf de geboorte temperamentvol is zal dit zijn hele verdere leven zijn.
Denk maar aan de mogelijkheid om te leren lopen, je handen te gebruiken, te communiceren door taal. Al dit soort eigenschappen zijn aangeboren en maken dat we een mens zijn.
Het gen wat overheersend is bepaald of bij het kind de eigenschap van dit gen ook zichtbaar is. Zo overheerst het gen voor bruine ogen over het gen voor blauwe ogen. Als jij bruine ogen hebt dan kan het zijn dat je 2 genen hebt voor bruine ogen, maar ook dat je 1 gen hebt voor bruin en 1 voor blauw.
Moeilijke mensen zijn bijvoorbeeld mensen die jou het gevoel geven dat je niet goed genoeg bent zoals je bent, leggen de nadruk op negativiteit, zijn niet helemaal eerlijk of achterbaks, weten het altijd beter, zijn je ontrouw of erg jaloers.
Het Griekse werkwoord charasso betekent: kerven, insnijden, graveren. Character is dus: het ingegraveerde, het merkteken. Vandaar is het: een afgesproken, overeengekomen kenteken, in het bijzonder: een schrijfteken. Men spreekt nog van Hebreeuwse karakters voor: Hebreeuwse klanktekens.
Het DNA van een mens is verdeeld over 23 paar chromosomen. Van elk paar krijg je er 1 van je vader (via de zaadcel) en 1 van je moeder (via de eicel). Het geslacht wordt ook door chromosomen bepaald: het X- en Y-chromosoom. Vrouwen hebben 2 X-chromosomen, mannen hebben 1 X-chromosoom en 1 Y-chromosoom.
Ons eigen DNA is een combinatie van het DNA van onze ouders. De ene helft komt van je vader, de andere helft van je moeder. Maar in het DNA van iedereen zitten al bij de geboorte variaties die je bij geen van de ouders terugvindt. Dit zijn de novo mutaties; 'nieuwe' mutaties (veranderingen) die alleen het kind heeft.
Je kunt niet in het DNA zien of iemand bijvoorbeeld een vrolijk karakter heeft, gevoelig is, of moeite heeft met concentreren. Een happy-gen, intelligentie-gen, ouderdoms-gen of zelfmoord-gen; het bestaat allemaal niet.
Je bloedgroep erf je van je ouders. Je vader en moeder geven ieder één kopie van het bloedgroep-gen aan jou door. Dit kan een A, B of O zijn. De kopie van je vader bepaalt samen met de kopie van je moeder welke bloedgroep jij krijgt.
Researchers aan de University of Washington en in Glasgow zijn het er na uitgebreid onderzoek over eens: de intelligentie van een kind wordt bepaald door het genetisch materiaal langs moeders kant. Het genetisch materiaal van de vader heeft geen invloed.
Familieleden delen genetisch risico op agressie
Gelijkenissen in agressie tussen familieleden kunnen vooral worden verklaard door genetische overeenkomsten, oftewel door het delen van genetisch risico. Er zijn geen aanwijzingen dat omgevingsinvloeden de overeenkomsten in agressie binnen families verklaren.
Gesloten of zwijgzame mensen laten niet blijken wat ze werkelijk denken. Ze hebben een koele blik, zijn onbewogen en terughoudend. Ze sluiten andere mensen buiten. Ze kunnen lastig zijn doordat ze bedoeld of onbedoeld essentiële informatie achterhouden, of nalaten te waarschuwen voor een opdoemend probleem.
Omhoog en naar rechts kijken is een teken van verveling. Pupillen worden groter als iemand geïnteresseerd is, maar meestal worden ze juist kleiner als iemand verveeld raakt. Het ontwijken van oogcontact betekent meestal dat iemand iets voor je verborgen houdt, dat hij/zij je niet vertrouwd of bang voor je is.
Genetische opbouw
Minstens twee genenparen sturen de kleur van menselijk haar. Eén gen, het bruin/blond-paar, heeft een dominant bruin allel en een recessief blond allel. Als iemand drager is van het bruine allel, dan zal deze persoon bruin haar hebben; zo niet, dan is hij blond.
De additieve genetische relatie tussen volle broers en volle zussen is 0.5, omdat ze gemiddeld 50% van hun DNA delen.
De chromosomen in elk van haar paren hebben vóór je geboorte al genen met elkaar uitgewisseld, maar het resultaat verandert niet – de helft van je chromosomen krijg je van haar. De andere helft komt van je vader. Dat geldt ook voor je broers en zussen.
Het verschil met karakter is dat persoonlijkheid door opvoeding en omgeving beïnvloed wordt en pas vorm krijgt tijdens de adolescentie, terwijl karakter vaak meer als de biologische aanleg, de (aangeboren, vrij onveranderlijke) aard van die persoon wordt beschouwd.
Een definitie luidt: "De innerlijke kracht die individuen in staat stelt om hard te werken, weerbaar te zijn bij tegenslag en vast te houden aan hun langetermijndoelen.”
Als we het over “karakter” hebben, bedoelen we een verzameling van eigenschappen die je over een langere periode laat zien. Iemand kan bijvoorbeeld extravert zijn en een opvliegend karakter hebben. Terwijl iemand anders meer gelijkmoedig is en in de omgang met anderen warm en verzorgend zal zijn.