De partneralimentatie bedraagt maximaal 5 jaar. Of korter, als het huwelijk of geregistreerd partnerschap minder dan 10 jaar duurde. Dan ontvangt uw ex-partner alimentatie voor de helft van de tijd dat het huwelijk of partnerschap duurde.
In een gemiddeld gezin met twee kinderen en een modaal inkomen kost een kind volgens het NIBUD per maand ongeveer € 400,-. Op basis van het TREMA-rapport komt de alimentatie dan per kind uit op € 140,- per maand. Meestal liggen de bedragen voor kinderalimentatie tussen € 100,- en € 500,- per kind per maand.
Er is geen maximum gesteld aan de hoogte van de kinderalimentatie. Dit is echt afhankelijk van jullie inkomens. In de berekenmodule kun je de behoefte van de kinderen terugvinden. De alimentatie zal nooit hoger zijn dan deze behoefte.
De overheid maakt in november bekend hoeveel procent meer u betaalt in het volgende jaar. Sinds 1 januari 2022 is dat 1,9%.
Wat valt onder de alimentatie
Als jullie eenmaal een alimentatiebedrag hebben afgesproken of als de hoogte van de alimentatie is vastgesteld door de rechter, dan vallen in principe alle kosten van de kinderen hieronder. Dus eten, drinken, kleding, kosten voor kinderopvang, zwemles, clubjes enz.
Kleding en omgang
Zoals hiervoor is aangegeven, dient de verzorgende ouder alle kosten van de kinderen te voldoen. Indirect komen de kosten van kleding voor de kinderen voor rekening van beide ouders. De niet-verzorgende ouder betaalt zijn/haar bijdrage daarin immers door middel van kinderalimentatie.
U bent in principe verplicht om partneralimentatie te betalen als uw ex-partner na de echtscheiding onvoldoende inkomsten heeft om in het levensonderhoud te voorzien. Daarbij wordt rekening gehouden met uw levensstandaard ten tijde van het huwelijk.
De rechter bepaalt de hoogte van de kinderalimentatie en de partneralimentatie. Rechters hebben samen normen ontwikkeld voor het berekenen van de alimentatie.
De alimentatie wordt berekend op basis van de draagkracht van de alimentatieplichtige en de behoefte van de alimentatiegerechtigde. Wanneer er zowel kinder- als partneralimentatie wordt verzocht, heeft kinderalimentatie altijd voorrang.
De draagkracht van de betaler
Deze kosten zijn kosten die de betaler zelf moet maken om rond te kunnen komen, zoals woonlasten en zorgverzekering. Wat er overblijft is draagkracht. Van de draagkracht is dan meestal ca. 60% beschikbaar voor alimentatie.
Volgens het CBS is dus één kind gemiddeld 15 procent van het besteedbaar inkomen, twee kinderen kosten gemiddeld 25 procent (€ 375 ,- euro bij een inkomen van € 1500,- per maand) en drie kinderen 29 procent (€ 435,- per maand bij een inkomen van € 1500,-).
De hoogte van de kinderalimentatie is grotendeels afhankelijk van de draagkracht van de betalende ouder. Bij het berekenen hiervan wordt rekening gehouden met bijvoorbeeld woonlasten, schulden uit het huwelijk en andere vaste lasten.
In de eerste levensjaren is het lager, dan eet een kind gemiddeld genomen € 2,50 euro per dag. In de puberjaren eten zij het meest, gemiddeld zo'n € 6,50 euro. Dit bedrag wordt per persoon minder wanneer je meerdere kinderen hebt. Je geeft je kind gemiddeld in totaal voor € 31.000 euro te eten.
Kinderalimentatie berekenen kan door eerst de behoefte van de kinderen vast te stellen. Daarna wordt gekeken naar wat ouders kunnen missen om bij te dragen in de kosten. Dit heet de draagkracht. Na rato van de draagkracht wordt bepaald hoeveel beide ouders bijdragen.
Het uitgangspunt is dat de ouder waar de kinderen hun hoofdverblijf hebben en die vaak dus ook de kinderalimentatie ontvangt, deze vaste lasten voldoet. Die vaste lasten worden ook wel “verblijfsoverstijgende kosten” genoemd. De dagelijkse kosten worden ook wel “verblijfskosten” genoemd.
Het netto besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto inkomen verminderd met de daarover verschuldigde of ingehouden premies. Als we het voorbeeld hanteren, dan is het NBI € 1.600,– per maand per ouder (€3.200/2). Om de draagkracht te berekenen heeft de wetgever een formule en draagkrachttabel opgesteld (zie hieronder).
In het ene gezin is er 100 € per kind verschuldigd, terwijl in het andere gezin 400 € per kind een correct bedrag is. Iedere situatie is uniek. Het berekenen van alimentatie is dus maatwerk, waarbij de nieuwe rekentool meer duidelijkheid kan geven over de mogelijkheden.
Afspraken alimentatie sinds 1 januari 2020
De partneralimentatie bedraagt maximaal 5 jaar. Of korter, als het huwelijk of geregistreerd partnerschap minder dan 10 jaar duurde. Dan ontvangt uw ex-partner alimentatie voor de helft van de tijd dat het huwelijk of partnerschap duurde.
Veel mensen denken dat het de rechter is die de hoogte van de alimentatie bepaalt. Dat is niet altijd zo. Zo lang je samen tot overeenstemming kunt komen over een redelijk alimentatiebedrag, mogen jullie het zélf bepalen. Het bedrag moet wel redelijk zijn, gegeven jullie financiele situatie.
Kinderalimentatie is niet preferent aan het aflossen van schulden. Ondanks dat het onderhouden van kinderen een wettelijke plicht is en in de onderlinge verhouding van onderhoudsplichten prioriteit heeft, heeft het geen voorrang op het aflossen van de schulden bij andere schuldeisers.
KORTOM: De partneralimentatie is een brutobedrag en de ontvanger houdt van dit brutobedrag maar ongeveer 51 % over. Dan kan nog minder zijn als er recht is op kindgebonden budget, kinderopvangtoeslag, huurtoeslag en/of zorgtoeslag.
Uw ex partner kan tot 12 maanden gevangenisstraf krijgen als hij weigert de (kinder-)alimentatie te betalen. De rechter dient altijd te toetsen of het een proportionele straf is die hij uw ex partner oplegt. Het gaat dus niet om het plegen van een criminele daad, maar om het niet betalen van achterstallige alimentatie.
Het onderhoudsgeld mag nooit meer dan 1/3 van het inkomen bedragen van de onderhoudsplichtige ex-echtgenoot. Het inkomen dat in rekening wordt genomen is het netto-beroepsinkomen en inkomen uit goederen. Nooit langer dan de duur van het huwelijk is onderhoudsgeld verschuldigd.
De partneralimentatie eindigt als: Een van ex-partners komt te overlijden; De alimentatieontvanger gaat hertrouwen, samenwonen, of een geregistreerd partnerschap aangaat; De alimentatieontvanger zelf genoeg inkomen heeft of de alimentatiebetaler de alimentatie niet meer kan betalen.