Cultuur & Maatschappij is een van de 'profielen' (vakkenpakketten) in de tweede fase van het voortgezet onderwijs (havo en vwo) in Nederland, sinds de invoering van het tweede-fase-systeem in 1999. Cultuur en Maatschappij is het minst exacte profiel.
Onder vwo-leerlingen ligt het aantal spijtoptanten het hoogst onder leerlingen met economie 1. Van hen zegt 15% spijt te hebben van de keuze van dat vak. Net als op de havo heeft 15% van de vwo-leerlingen spijt van de keuze van scheikunde.
Wiskunde D is altijd een keuzevak en hoort daarom NIET bij de kernvakken. Op de havo is wiskunde geen verplicht vak wanneer je het profiel C&M kiest. Er zijn echter scholieren die wel wiskunde A of B als keuzevak kiezen. Wanneer zij dit doen, is wiskunde WEL één van de kernvakken.
De cijfers die de leerlingen halen voor toetsen dalen gemiddeld met 0,5 – 1 cijferpunt, en dat is aanzienlijk. Veel HAVO-leerlingen blijken moeilijk in staat deze teruggang in cijfers om te buigen, en blijven daardoor zitten, of stromen af naar de MAVO.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.
Een combinatie tussen Natuur & Gezondheid en Natuur & Techniek wordt gezien als het meest prestigieuze profiel, maar 'helaas' niet voor iedereen bereikbaar. Cultuur & Maatschappij wordt afgedankt als pretpakket, het afvoerputje, het profiel voor de luie vwo-leerling, die eigenlijk beter HAVO had kunnen doen.
Vooral als je wiskunde echt heel moeilijk vindt, is wiskunde A de beste optie voor jou. Lukte dat vak in de onderbouw best aardig, ga dan voor wiskunde B. Met die variant word je namelijk op veel meer opleidingen toegelaten. Je beperkt jezelf met wiskunde B dus minder in je keuzevrijheid dan met wiskunde A.
En het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 is; je 2 keer een 5 hebt, of een 5 en een 4, en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn. En het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 is; geen eindcijfer lager is dan een 4.
Je kunt kiezen tussen de vier profielen Cultuur en Maatschappij (C&M), Economie en Maatschappij (E&M), Natuur en Techniek (N&T) en Natuur en Gezondheid (N&G).
Om de beste profielkeuze te maken, zal je moeten kijken naar welke onderwerpen en vakken jou het meest interesseren en in welke vakken jij goed bent. Het profiel dat je zal kiezen, heeft later invloed op de vervolgstudie die je kan volgen en de richting die je op de arbeidsmarkt gaat.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Is havo veel moeilijker dan vmbo? In principe kan een goede, gemotiveerde vmbo-t-leerling de havo halen. In de praktijk betekent dit dat je met een hoog gemiddeld cijfer voor het eindexamen vmbo (hoger dan 7) zonder vertraging het havodiploma moet kunnen halen. Motivatie en inzet zijn heel belangrijk.
Het gaat niet goed met de havo. Havisten blijven het vaakst zitten, het lukt bovengemiddeld veel leerlingen niet om binnen vijf jaar een diploma te halen en er zijn relatief veel havo-afdelingen op middelbare scholen die zwak presteren.
„Vooral de vierde klas havo staat al jaren als probleemklas bekend. Daar blijven de meeste leerlingen zitten. Onderzoeken hiernaar hebben nooit keiharde oorzaken aangewezen, maar in de onderwijswereld worden wel steeds dezelfde verklaringen genoemd.”
Ook het vijfde jaar (pre examenjaar) wordt genoemd als zwaar jaar. Maar als je het vierde jaar goed doorkomt zal het vijfde ook wel lukken. In de link hieronder zijn leerlingen VWO klas 4 en hoger aan het woord.
Vavo en Rutte-regeling
Leerlingen die 16 jaar zijn of ouder en die gezakt zijn, kunnen eventueel een diploma via het volwassenonderwijs (vavo) halen (voor vmbo-t, havo of vwo). Je kind doet dan alleen de vakken waar hij een onvoldoende voor heeft gehaald. De cijfers voor de behaalde vakken blijven staan.
Eindcijfer. Het eindcijfer is het gemiddelde cijfer van je schoolexamen en het centraal examen. Het eindcijfer is altijd een afgerond getal en een 4,5 wordt naar boven afgerond tot een 5.
Je mag twee keer een 5 hebben of één 5 en één 4, maar dan moeten al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 zijn. Let op dat geen enkel eindcijfer (afgerond) lager mag zijn dan een 4.
Een leerling is bevorderd wanneer: alle cijfers 6 of hoger zijn of als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan: er zijn maximaal 3 onvoldoende cijfers. er zijn maximaal 4 tekortpunten toegestaan.