De M-cirkel biedt een kader voor reflectie en coaching. Hij sluit aan bij de cyclus van planmatig handelen, handelingsgericht werken (HGW) en oplossingsgericht werken en bij de keuze van Katholiek Onderwijs Vlaanderen voor inclusief onderwijs.
Een cirkel wordt altijd beschreven door de formule (x-a) 2+ (y-b) 2= r 2. Hierin is a de x-coördinaat van het middelpunt en b de y-coördinaat van het middelpunt.
De oppervlakte van een cirkel bereken je door de straal van de cirkel (r) in het kwadraat te doen en dit te vermenigvuldigen met π (pi), dus oppervlakte = r² x π. De straal is de afstand tussen het middelpunt van de cirkel en de rand. Vervolgens hoef je dit alleen nog te vermenigvuldigen met de hoogte (h).
Je hebt twee manieren om de omtrek te berekenen: De omtrek van een cirkel is π * de diameter. De omtrek van een cirkel is 2 * de straal * π.
Een cirkel straat kracht uit. Omdat het geen scherpe randen heeft oogt deze vorm beschermend. De cirkel staat ook voor perfectie, gemeenschap, eenheid, oneindigheid en vriendschap. De ovaalvorm straalt iets minder kracht uit dan de cirkel, maar is daardoor wel iets zachter en toegankelijker.
Antwoord: Er zijn drie soorten cirkels, namelijk: Raakcirkels: Twee of meer cirkels die elkaar op één punt snijden. Concentrische cirkels: Twee of meer cirkels met hetzelfde middelpunt, maar verschillende stralen. Congruente cirkels: Twee of meer cirkels met dezelfde straal, maar verschillende middelpunten.
Driehoek: Al het goede komt in drieën
En naast de zon (mannelijk) en de aarde (vrouwelijk) is er de maan (het kind), telkens drie-eenheden, net zoals de christelijke drie-eenheid: de vader, de zoon en de heilige geest. Ook de tijd bevat drie componenten: verleden, heden en toekomst.
Hoe bereken je de omtrek en de oppervlakte van een cirkel? De formule voor de omtrek van een cirkel is 2 x pi x straal (2 π r).
De omtrek van de aarde varieert afhankelijk van de meeteenheid die wordt gebruikt en de exacte meting die wordt gebruikt. Over het algemeen wordt de omtrek van de aarde beschouwd als ongeveer 40.075 kilometer (of 24.901 mijl) rond de evenaar.
De formule voor de inhoud van een bol is V = 4/3 πr³.
We weten dat de algemene vergelijking voor een cirkel is ( x - h )^2 + ( y - k )^2 = r^2 , waarbij ( h, k ) het middelpunt is en r de straal.
De oppervlakte van een cirkel is pi keer het kwadraat van de straal (A = π r²). Leer hoe je deze formule kunt gebruiken om de oppervlakte van een cirkel te bepalen als de diameter gegeven is.
De formule voor het berekenen van de omtrek is C=πdor C=2πr C = π d of C = 2 π r waarbij d de diameter is en r de straal.
Als je weet wat de diameter is, gebruik je de formule: diameter * pi = omtrek. Soms wordt de formule ook anders gebruikt: omtrek = pi * 2 straal. Hierbij wordt in plaats van de diameter 2 keer de straal gebruikt. In wiskundige taal wordt de straal r genoemd en voor pi gebruiken we het symbool π.
Formules gerelateerd aan cirkel
Diameter van de cirkel = 2r . Omtrek van de cirkel = 2π r. Booglengte = θ r. Oppervlakte van een sector van een cirkel = θ r 2 / 2.
De diameter is de grootste afstand tussen twee punten van een cirkel en exact tweemaal zo groot als de straal. Soms wordt met de cirkel niet de kromme bedoeld, maar de verzameling van alle punten op en binnen die kromme.
Eén rondje rondom de wereld telt ruim 40.000 km. In totaal wandelden de deelnemers van De Roze Mars 255.563 kilometer en stapten zo 6,4 keer de aarde rond. De actieve stappers zetten gemiddeld 8.750 stappen en 6,5 kilometer per dag.
Het grootste gedeelte van de aarde bestaat uit water, er is aan het oppervlak veel meer water dan land. Ongeveer 70% van het aardoppervlak is bedekt met water. Maar water bevindt zich ook in de lucht als damp en onder de grond in watervoerende lagen als grondwater.
Een maan is een hemellichaam dat een baan om een planeet beschrijft. Een maan is kleiner dan een planeet. Daardoor heeft het ook minder massa. Dat heeft weer tot gevolg dat de aantrekkingskracht van een maan veel minder is dan die van een planeet.
2 pi r - is de omtrek, de totale afstand rond de buitenkant van een cirkel . pi r kwadraat - is de oppervlakte van een cirkel.
Pi is een irrationeel, oneindig, nooit in een patroon vervallend getal dat de verhouding tussen de omtrek en diameter van een cirkel beschrijft, berekend door de omtrek met de diameter van welke cirkel dan ook te delen. De omtrek van een cirkel is altijd iets meer dan 3,14 (Pi) keer zo groot als de diameter.
De radius van een cilindervorm wordt ook wel straal genoemd. De radius is de gemeten afstand van een willekeurig punt op de rand van een cirkel (of bol, of cilinder) tot aan het middelpunt. Aangezien een diameter de afstand is tussen twee uiterste punten in een cirkel, is de radius dus de helft van een diameter.
Vaak wordt het oog van God weergegeven in een driehoek, soms met zonnestralen. Die driehoek is het zinnebeeld van de Drie-eenheid of Drievuldigheid, de theologische opvatting dat God bestaat uit drie entiteiten, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De zonnestralen symboliseren levenskracht en onsterfelijkheid.
Een zwaartelijn gaat vanuit een hoekpunt naar de tegenoverliggende zijde en komt hier precies in het midden van uit. De zwaartelijn kan dus ook schuin lopen. Op de tegenoverliggende zijde laten we door middel van twee streepjes () zien dat beide delen van de zijde precies even lang zijn.
Deze vorm wordt door sommigen gezien als perfectie, en sommige christenen beschouwen de driehoek zelfs als een symbool van God en de Heilige Drie-eenheid . Sommigen associëren driehoeken ook met groepen van 3, zoals: Een vader, moeder en kind. Het verleden, het heden en de toekomst. De geest, het lichaam en de ziel.