Venus is de helderste planeet aan onze sterrenhemel. Doordat de planeet binnen de aardbaan om de Zon draait, staat Venus vanaf de Aarde gezien nooit al te ver van de Zon aan de hemel, al kan zij —in tegenstelling tot Mercurius— nog rond middernacht worden waargenomen wanneer zij op grote hoekafstand van de Zon staat.
Vier van deze planeten zijn goed met het blote oog te zien: Mars, Jupiter, Saturnus en Venus. Ze lijken op grote sterren, maar het verschil is dat je ze niet ziet knipperen.
De ster met de grootste schijnbare helderheid (afgezien van de zon!) is Sirius, de hoofdster in het sterrenbeeld Grote Hond. Sirius is vooral in de wintermaanden goed zichtbaar. Hij staat linksonder het opvallende wintersterrenbeeld Orion.
De planeten geven zelf inderdaad geen licht, net als de Aarde. Dat we de planeten dan 's nachts toch aan de hemel zien 'licht geven', komt doordat de planeten het licht van de Zon reflecteren, net als de Maan. Doordat de Zon zich aan een bepaalde kant van de planeten bevindt, vertonen de planeten ook fasen.
Jupiter is met het blote oog als een opvallend heldere “ster” aan de hemel zichtbaar. Al met een verrekijker (op statief) zijn de vier grote Galileïsche manen te zien. Met behulp van een telescoop kunnen de bandenstructuur en de Grote Rode Vlek van de reuzenplaneet worden waargenomen.
Deze staat in het verlengde van de NOORDpool en staat dus in het noorden. Vrij hoog ook omdat Nederland op ongeveer 52 graden noord zit. Het knipperen komt door fluctuaties in de atmosfeer. Denk aan een weg op een hete zomer dag wanneer je in de verte kijkt.
De Italiaanse astronoom Galileo Galilei ontdekte miljoenen nieuwe sterren in het Melkwegstelsel, bergen op de maan, vlekken op de zon, maantjes bij Jupiter en de schijngestalten van Venus.
Saturnus, het wonder met de ringen, zo mag je deze planeet wel noemen. Misschien wel de mooiste planeet van het Zonnestelsel. Een grote ronde bol met daarom heen een enorm ringen stelsel. Het is een enorme verzameling stenen en ijs die door de aantrekkingskracht van Saturnus bij elkaar worden gehouden.
Uranus bezit de koudste atmosfeer van ons zonnestelsel, nog kouder dan de verder gelegen planeet Neptunus. In de atmosfeer van Uranus zakt de temperatuur tot een minimum van -224 graden Celsius. De gemiddelde temperatuur bedraagt er -196 graden Celsius.
Maar toch kan de mens niet op Venus leven. Door de dikke bewolking en dichte atmosfeer is het er erg warm. De temperatuur kan oplopen tot 465 graden Celsius en daarmee is Venus de heetste planeet in het zonnestelsel. Omdat Venus de planeet is die het dichtst bij de aarde staat, is er veel onderzoek naar gedaan.
Vanavond is een mooie, nauwe samenstand zichtbaar van de maan en de planeet Jupiter, op kleine afstand boven de maan. Rond 21.45 uur staan de twee hemellichamen vrij hoog boven de zuidelijke horizon. Vandaag het maximum van de Tauriden, een meteorenzwerm met het vluchtpunt in het sterrenbeeld Stier.
De grootste ster die ooit is waargenomen, is 1800 tot 2100 keer groter dan de zon. De rode hyperreus VY Canis Majoris is de grootste ster die ooit is waargenomen. De ster is 1800 tot 2100 keer zo groot als de zon. Als hij op de plek van de zon in het zonnestelsel stond, zou hij alle binnenste planeten opslokken.
Vanuit de aarde gezien staat Jupiter nu ongeveer "achter" de zon. Saturnus wordt in de tweede helft van april 's ochtends zichtbaar laag boven de zuidoostelijke horizon. In de avond van 2 april 2022 kan je bij helder weer heel goed het asgrauwe schijnsel van de maansikkel zien.
Als het helder is kan je ze goed zien als glinsterende puntjes in het donker, maar we zien maar één van die sterren alleen overdag. Dat is de zon. Heel groot en heel dichtbij. Toch is de zon maar een klein sterretje vergeleken met de andere sterren in het heelal.
Vroeger kenden we negen planeten: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus en Pluto. Door de beslissing van 24 augustus 2006 van de Internationale Astronomische Unie is Pluto gedegradeerd tot een dwergplaneet en draaien er "officieel" nog maar acht planeten rond de zon.
In ons zonnestelsel is vrijwel zeker water op:
Enceladus (maan van Saturnus) Ganymedes (maan van Jupiter) Uranus. Neptunus.
Kepler-452b mag vanaf nu de boeken in als exoplaneet die het meest op de aarde lijkt. Dat maakte het team van Nasa's Kepler-missie vandaag bekend op een speciaal belegde persconferentie. De planeet bevindt zich op zo'n 1400 lichtjaar afstand van de aarde en draait om een ster die sterk lijkt op onze eigen zon.
Mercurius is de kleinste planeet in het zonnestelsel. Maar zeker niet de minst interessante! Wat maakt Mercurius uniek? Mercurius is de eerste planeet in ons zonnestelsel en staat dus het dichtst bij onze zon.
Doordat Venus een binnenplaneet is, een planeet die zich dichter bij de zon bevindt dan de Aarde, is ze aan de hemel altijd in de buurt van de Zon te vinden, om precies te zijn nooit verder dan 47° bij de zon vandaan. Daardoor is Venus alleen 's avonds na zonsondergang of 's ochtends voor zonsopkomst te zien.
Jupiter - niet alleen de meest massieve en de grootste planeet van ons zonnestelsel, maar ook de meest heldere aan de hemel. Samen met Uranus, Neptunus en Saturnus wordt hij beschouwd als de reus.
Saturnus is met het blote oog als een heldere “ster” vrij gemakkelijk aan de hemel te vinden. Al met een verrekijker op een statief zijn de beroemde ringen van de reuzenplaneet te onderscheiden.
De drijvende kracht achter de uitdijing van het heelal is donkere energie: een mysterieuze vacuümenergie die werkt als een soort anti-zwaartekracht. Donkere energie moet bestaan, want anders is onmogelijk te verklaren waarom het heelal steeds sneller uitdijt.
Vooruitzicht. Astronomen hebben, met behulp van gegevens afkomstig van de ruimtetelescoop Hubble, berekend dat de Melkweg waarschijnlijk over 4 miljard jaar zich zal samenvoegen met het Andromeda-sterrenstelsel. De zon raakt wellicht uit haar koers, maar dat zal verder geen gevolgen hebben voor het zonnestelsel.
Volgens de hedendaagse kennis is het zichtbare heelal opgebouwd uit grote groepen superclusters en clusters die, samen met slierten sterrenstelsels (filamenten), een draderig netwerk vormen waartussen zich enorme superholtes bevinden.