Er zijn diverse oorzaken voor kinderarbeid, zoals armoede, gebrek aan kennis, het ontbreken van goed onderwijs en een slechte naleving van wetten die kinderen beschermen. Ook kinderhandel is een groot probleem. Meestal werken kinderen omdat hun ouders niet genoeg verdienen. Zonder hun loon is er geen geld voor eten.
Kinderarbeid is een belangrijke oorzaak van het niet kunnen volgen van onderwijs. Ongeveer 160 miljoen kinderen tussen 5 en 17 jaar moeten werken om te overleven. 80 miljoen kinderen werken in de meest gevaarlijke vormen van kinderarbeid, dit heeft een enorm negatieve impact op hun mentale en fysieke ontwikkeling.
Kinderarbeid komt voornamelijk voor in de landbouw (Afrika en Zuid-Amerika) en in de industrie (Azië). Met name in India, Bangladesh en Pakistan werken veel kinderen in de tapijtindustrie. Kinderen werken ook in de mijnbouw. Zo is in Peru 20 procent van de arbeiders in de goudmijnen tussen de 11 en 18 jaar.
In de negentiende eeuw groeit de industrie hard in Nederland. Fabriekseigenaren maken gebruik van kinderarbeid omdat kinderen weinig kosten. Arme ouders laten hun kinderen werken om rond te komen. Het verzet tegen kinderarbeid groeit vanwege de slechte werkomstandigheden.
De Industriële Revolutie
In het land werden fabrieken gebouwd waar veel arbeiders voor nodig waren. Veel mensen en ook boeren van het platteland gingen verhuizen naar de stad waar zij gingen werken. Niet alleen volwassenen gingen werken in de fabriek maar ook kinderen gingen naar de stad om te werken.
Waarom bestaat kinderarbeid nog steeds? Kinderen werken omdat er anders niet genoeg geld is om eten te kopen. Net zoals vroeger in Nederland. Ze werken bijvoorbeeld in kolenmijnen, op rijstplantages, als schoenpoetser in een grote stad, of in textielfabrieken.
Het begin van kinderarbeid situeert zich in de achttiende eeuw in Engeland en in de negentiende eeuw in België en andere Europese landen. Het was de overgangsperiode van het feodalisme naar het kapitalisme.
Door de industriële revolutie, die rond 1750 in Engeland begon, ontstond een ander soort kinderarbeid. Kinderen werkten met of zonder hun ouders bij een baas. In de ogen van ondernemers waren kinderen vaak ideale fabrieksarbeiders. Ze waren lenig en behendig en gemakkelijk te disciplineren.
Uit het laatste onderzoek van 2016 bleek dat er wereldwijd 152 miljoen kinderen aan het werk zijn. Hoe staat het in 2020? Suzanne: 'Het is triest om te moeten constateren dat het aantal kinderen dat kinderarbeid verricht, is toegenomen met 8,4 miljoen.
Kinderarbeid bestaat al net zolang als de mensheid bestaat. In de prehistorie gingen kinderen vaak mee op jacht of hielpen ze bij het verzamelen van voedsel om te overleven. Bij de eerste boeren hielpen ze op het land, in huis en bij het verzorgen van de dieren.
Een wet die bepaalde dat kinderen tussen de twaalf en veertien jaar niet langer dan vijf uur per dag in de landbouw mochten werken werd pas in 1955 aangenomen.
Ze werken in mijnen, op het land, in de huishouding, in fabrieken... Terwijl ze recht hebben op goed onderwijs, het recht om te spelen en om echt kind te zijn. Armoede wordt vaak gezien als de belangrijkste oorzaak van kinderarbeid.
Hoe groot de kans op kinderarbeid is, verschilt per land en per schakel in de productieketen. Zo zijn India, China, Oezbekistan, Bangladesh, Egypte, Thailand en Pakistan berucht. Ook geldt: hoe dieper je de keten ingaat, hoe groter de kans dat je er minderjarige meiden en jongens aantreft.
Om kinderarbeid helemaal te stoppen zouden overheden, lokale gemeenschappen, organisaties en werkgevers moeten samenwerken en wetten moeten aangepast worden. De kinderen moeten uit de fabrieken worden gehaald en naar school gestuurd worden. Ook hun ouders moeten geholpen worden.
Kinderen zijn goedkope arbeidskrachten en daarom willen fabriekseigenaren hen graag als personeel. Naarmate het aantal fabrieken toeneemt, groeit ook het verzet tegen kinderarbeid. In 1874 verbiedt het Kinderwetje van Van Houten arbeid van kinderen tot twaalf jaar.
Kinderarbeid houdt armoede in stand.Het bestrijden ervan biedt duurzame ontwikkeling en betere kansen voor iedereen. Vanuit deze visie zet Stop Kinderarbeid zich wereldwijd in voor goed, formeel dagonderwijs voor kinderen en zeker inkomen voor volwassenen. Een wereld zonder kinderarbeid is mogelijk.
Het verbod van kinderarbeid
De Arbeidstijdenwet bepaalt dat kinderen in principe niet morgen werken. Hierop zijn een aantal uitzonderingen. Indien blijkt dat het verbod van kinderarbeid is overtreden riskeert de werkgever en de ouder/voogd een boete.
Bij kinderarbeid gaat het om werk dat kinderen beroofd van hun kindertijd en hun recht op scholing. Deze vorm van uitbuiting van kinderen is schadelijk voor de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van kinderen. UNICEF hanteert de definitie van de International Labour Organization als het gaat om kinderarbeid.
Van de moeders met een jongste kind onder de vier jaar werkt gemiddeld 68% in de periode 2006-2016. En zij die werken, werken gemiddeld 23 uur per week. Voor vaders geldt dat 91% werkt, en gemiddeld bijna 38 uur per week. De gemiddelde moeder gaat ongeveer slechts 3% meer werken als haar jongste kind naar school gaat.
De ILO spreekt van kinderarbeid wanneer kinderen onder de 12 jaar werken, wanneer kinderen tussen de 12 en 14 jaar zwaar werk moeten doen en wanneer kinderen onder de 18 jaar gevaarlijk werk moeten doen. Gevaarlijk werk is al het werk wat mogelijk de gezondheid en veiligheid van kinderen beschadigd (ILO, 2017b).
Het aantal kinderen tussen de 5 en 17 jaar dat gevaarlijk werk doet – werk dat waarschijnlijk schadelijk is voor hun veiligheid, lichamelijke of geestelijke gezondheid – is sinds 2016 gestegen van 72,5 tot 79 miljoen.
Uitbuiting en kinderarbeid waren ook tijdens de industriële revolutie nog heel gewoon. Pas rond 1900 veranderde dat; kinderarbeid werd verboden, en men verdiende een wat hoger loon zodat men dingen kon kopen die voorheen te duur waren.
De Wet zorgplicht kinderarbeid verplicht bedrijven om kinderarbeid in hun keten op te sporen, te voorkomen en aan te pakken. Bedrijven moeten verklaren dat zij zorgvuldig werken om te voorkomen dat hun goederen of diensten met behulp van kinderarbeid tot stand komen.
Ontheffing Nederlandse Arbeidsinspectie
Kinderen onder de 13 jaar mogen nog niet werken. Daarom hebben zij toestemming van de Nederlandse Arbeidsinspectie nodig als zij meedoen aan een uitvoering. Deze toestemming komt in de vorm van een ontheffing op het verbod op kinderarbeid.
De leerplicht is ruim 100 jaar geleden ingevoerd om te voorkomen dat kinderen moesten werken. Het was een wet ter bescherming van de kinderen. Tegenwoordig zijn er ook andere wetten die het werken van kinderen tegenhouden en wat dat betreft is de leerplicht overbodig.