De Eerste Kamer der Staten-Generaal, kortweg Eerste Kamer of Senaat, vormt tezamen met de Tweede Kamer de Nederlandse Staten-Generaal. De Kamer heeft 75 zetels.
De Eerste Kamer bestaat uit 75 parlementariërs: volksvertegenwoordigers die op basis van evenredige vertegenwoordiging voor een periode van vier jaar worden gekozen via de kieslijst van een politieke partij. De leden worden indirect gekozen: eerst kiezen burgers leden van de Provinciale Staten.
De wetgevende taak van de Eerste Kamer houdt in dat zij wetsvoorstellen die de Tweede Kamer heeft aangenomen, ook moet goedkeuren. Pas daarna kan een wetsvoorstel ook werkelijk een wet worden. De Eerste Kamer kan geen wijzigingen aanbrengen in een wetsvoorstel, maar een voorstel alleen goedkeuren of verwerpen.
De Eerste Kamer is medewetgever en controleur van de regering. Ieder wetsvoorstel dat aangenomen is door de Tweede Kamer, moet ook door de Eerste Kamer worden aangenomen voordat het een wet kan worden. De Eerste Kamer let er met name op of wetsvoorstellen juridisch kloppen, goed uit te voeren en te handhaven zijn.
De Tweede Kamer wordt eens in de vier jaar (of eerder, als een kabinet tussentijds aftreedt) gekozen door de kiesgerechtigde Nederlandse bevolking en heeft sinds 1956 150 leden. De Tweede Kamer is medewetgever: dit betekent dat deze Kamer wetsvoorstellen van de regering kan wijzigen en goed- of afkeuren.
Links is de politieke richting in het politiek spectrum die streeft naar sociale gelijkheid. Termen als links, rechts, centrumlinks en centrumrechts suggereren dat alle politieke partijen vrij eenvoudig gepositioneerd kunnen worden in een spectrum dat varieert van extreem-links tot extreem-rechts.
Grondwettelijk is de koning het staatshoofd en maakt hij deel uit van de regering. Ook heeft hij een rol in de kabinetsformatie en het wetgevende proces. Hij moet elke wet ondertekenen om deze in werking te doen treden.
De Kamer heeft 75 zetels. De leden worden voor vier jaar gekozen door de leden van de Provinciale Staten van alle provincies en, vanaf 2019, ook door de leden van het Kiescollege voor de Eerste Kamer in Caribisch Nederland. Vergeleken met de Tweede Kamer heeft de Eerste Kamer minder rechten en bevoegdheden.
Sinds 1815 kent Nederland een tweekamerstelsel. In dat jaar werd namelijk de sinds 1814 bestaande Staten-Generaal gesplitst in een Eerste en Tweede Kamer. De Eerste Kamer werd vooral in het leven geroepen op verzoek van de Belgische leden van de commissie die de wijziging van de Grondwet moest voorbereiden.
Federaal parlement
Samen staan ze in voor de Grondwet en de wetten over hoe de staat in elkaar moet zitten. De Kamer beslist over de wetten die in heel België gelden. Soms is dat samen met de Senaat, maar de Kamer heeft altijd het laatste woord. De Kamer heeft ook een controlerende functie.
De 75 leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van de twaalf Provinciale Staten. De leden van Provinciale Staten worden op hun beurt gekozen door de burgers van de provincie. De twaalf Provinciale Staten treden in feite als één kiescollege op.
Het parlement (de Staten-Generaal) controleert de regering. Ministers leggen in het parlement verantwoording af over hun beleid.
In de Kamer van Volksvertegenwoordigers worden de 150 volksvertegenwoordigers rechtstreeks verkozen bij algemeen stemrecht. Op vlak van talen is de Kamer samengesteld uit 88 Nederlandstaligen en 62 Franstaligen. 41 % van de volksvertegenwoordigers is vrouw.
De Nederlandse regering bestaat uit de koning en de ministers. De ministers vormen tezamen de ministerraad, die wordt voorgezeten door de minister-president. Samen met de ministers vormen de staatssecretarissen het Nederlands kabinet.
In Nederland wordt de Eerste Kamer der Staten-Generaal officieus ook wel de Senaat genoemd. In België is Senaat de officiële naam voor het hogere huis van de volksvertegenwoordiging.
Het Nederlandse kabinet bestaat uit alle ministers van de zittende regering, met hun staatssecretarissen. Een kabinet draagt de naam van de regeringsleider, die minister-president wordt genoemd (bijvoorbeeld: kabinet-Rutte), eventueel met een (Romeins) volgnummer (bijvoorbeeld: kabinet-Balkenende I).
Het parlement heeft twee taken, de regering te controleren en samen met de regering nieuwe wetten te maken. Het Nederlandse parlement wordt in de Grondwet de Staten-Generaal genoemd. De Staten-Generaal bestaat uit twee Kamers, de Eerste Kamer en de Tweede Kamer.
Op 7 april 2021 werd Vera Bergkamp (D66) in de eerste schriftelijke stemronde verkozen met 74 van de 139 geldig uitgebrachte stemmen.
Het begrip parlement gebruiken we in twee betekenissen. We verstaan er 'de volksvertegenwoordiging' onder, waarbij dan in het algemeen de Tweede Kamer wordt bedoeld. Het is echter tevens een verzamelbegrip voor Tweede en Eerste Kamer. Een (formeler) synoniem daarvan is 'Staten-Generaal'.
Regering controleren en wetten maken
Het parlement (ook wel Staten-Generaal) controleert het beleid van de regering (de Koning en de ministers). Ook heeft het parlement een wetgevende functie. Een wet gaat pas in als de Eerste en de Tweede Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen.
In Nederland heet het parlement de Staten-Generaal. De Staten-Generaal bestaat uit twee kamers: de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Anders dan de naam misschien doet vermoeden heeft de Tweede Kamer meer rechten dan de Eerste Kamer. De beide Kamers zijn gevestigd in het gebouwencomplex rond het Binnenhof in Den Haag.
Macht heeft de koning niet. Voor het uitvaardigen van wetten en besluiten zijn de handtekening van zowel de koning als een minister nodig. De minister(s) zijn verantwoordelijk. De positie van de koning en de opvolging zijn geregeld in de Grondwet, vandaar dat in Nederland sprake is van een 'constitutionele monarchie'.
Democratie (van het Grieks δῆμος/dèmos, "volk" en κρατειν/kratein, "heersen", dus letterlijk "volksheerschappij") is een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening.