De derde en laagste stand waren de boeren. De derde stand was opgedeeld in twee delen: vrije boeren (vb. de kerels) en horigen. De horigen waren dan opnieuw ingedeeld in lijfeigenen en laten. Het verschil tussen een lijfeigene en een laat is dat een lijfeigene wordt gezien als eigendom van de heer voor wie hij werkt.
We onderscheiden over het algemeen drie standen: de geestelijkheid, de adel en de boeren en burgers. Onder de geestelijkheid rekenen we de mensen die in de kerk werkten, zoals monniken, priesters, bisschoppen en nonnen. Er was een constante strijd tussen de geestelijkheid en de adel om de macht.
Belangrijke burgers, zoals schrijvers, advocaten, journalisten en artsen. Ook zij moesten belasting betalen. Maar ze hadden niets in te brengen in het bestuur van Frankrijk. En daarover werden deze burgers steeds ontevredener.
Iedere stand heeft een bepaald maatschappelijk aanzien; tegenover 'mindere' standen staan 'hogere' of 'betere'. Een klasse kan zich organiseren en naar buiten optreden als doelgemeenschap; een stand nimmer.
In de Middeleeuwen was de samenleving verdeeld in drie groepen, die we standen noemen. De eerste stand was de geestelijkheid. De mensen in deze groep werden ook wel 'zij die bidden genoemd'. Dit waren namelijk mensen die zich bezig hielden met het geloof: de bisschoppen, monniken en priesters.
De tweede stand was de adel. Ook zij hadden veel voorrechten. De adel hoefde ook geen belastingen te betalen en hoefde geen arbeid te verrichten. Zij hadden ook het vruchtgebruik wanneer ze leenden bij een leenman (zie leenstelsel).
Opkomst vanuit feodale functies. De feodale adel is ontstaan uit leenmannen en ministerialen. Toen de zware harnassen en kostbare stalen wapens hun intrede deden, ontwikkelde zich een feodaal stelsel waarin de edelen, in ruil voor wederzijdse steun een leengoed voor een hoger en machtiger edele beheerden.
Economen stellen de middenklasse gelijk aan de middeninkomensgroepen – diegenen met een 'modaal inkomen', waarbij iemand tot de middenklasse behoort als het gezinsinkomen tussen de 60 en 200% van de mediaan zit.
De hogere middenklasse (Engels: upper middle class) is een sociale klasse die bestaat uit personen die ondanks een grote mate van welstand (nog) niet in staat zijn om volledig van hun reeds vergaarde vermogen te leven.
De middeleeuwse standenmaatschappij zou bestaan uit: de eerste stand, de geestelijkheid; de tweede stand, de adel; de derde stand, op het platteland de boeren, en in de steden de burgers.
Deze periode in Frankrijk wordt ook wel het ancien régime genoemd. Vooral koning Lodewijk XIV zag zichzelf als een groot en belangrijk vorst. Hij vond dat niets de macht van de koning mocht beperkten en liet zich de Zonnekoning noemen; alles moest om hem heen draaien.
Tijdens de Terreur (1793-1794) werden onder de leiding van Robespierre zo'n 40.000 mensen geëxecuteerd. Hijzelf onderging dit lot na een staatsgreep op de 9e Thermidor van het jaar II (= 27 juli 1794), samen met 23 aanhangers.
De Verlichting had nieuwe ideeën meegebracht, waardoor het absolutisme niet zomaar meer werd geaccepteerd. De hogere burgerij binnen de derde stand (ook wel de bourgeoisie genoemd) wilde gelijkheid en stemrecht. Ze vonden het oneerlijk dat ze wel belasting betaalden, maar geen invloed hadden op het bestuur.
Adel in de middeleeuwen
In de middeleeuwen omringde de vorsten zich met krijgslieden en raadgevers. Zij vormden na verloop van tijd als 'ridderschap' een stand in de statenvergadering. In deze statenvergadering spraken edelen, burgers van de steden en soms ook de geestelijkheid met de vorst mee over landszaken.
De term clerus verwijst naar iets dat als deel tot iets groters behoort. In de katholieke betekenis is de clerus een bepaalde groep gelovigen binnen de Kerk. De katholieke clerus bestaat tegenwoordig uit allen die het Sacrament van de Wijding hebben ontvangen. Dat zijn dus alle diakens, priesters en bisschoppen.
Tegen betaling van heel veel geld kon een landheer een stad stadsrechten geven. De burgers mochten de stad dan zelf besturen en ze mochten zelf rechtspreken. Maar ze moesten de stad voortaan ook zelf verdedigen. Daarom lieten ze muren om de stad bouwen met twee of vier poorten.
“Ligt je gezamenlijk gezinsinkomen tussen de 80 en 120 procent daarvan (tussen de 1.935 euro en 2.902 euro netto per maand, red.), dan zit je dan aan de kernmiddenklasse. Tussen de 120 en 200 (tussen de 2.902 en 4.838 euro netto per maand, red.): hogere middenklasse.”
Sociale status gaat over het aanzien, de eer en de prestige die iemand krijgt en met zich meedraagt in diens sociale groep of samenleving. Een sociale status kan verkregen worden door toewijzing of verwerving. Bij toewijzing heeft de persoon in kwestie niet zelf gekozen voor diens sociale status of deze 'verdiend'.
Vaak worden de sociale klassen onderverdeeld in een bovenklasse, middenklasse en een onderklasse. Het begrip 'klasse' is oorspronkelijk afkomstig uit de economie, maar is sinds ongeveer 1900 vooral onderwerp van studie in de sociologie.
Modaal inkomen gezin
Als we kijken naar het modaal inkomen van een gezin dan kwam dit in 2020 neer op zo'n € 54.100. De mediaan voor de hoofdkostwinner met partner is € 45.100. In totaal zijn er 4265300 huishoudens meegenomen in deze cijfers (bron: CBS).
Huishoudens met een middeninkomen hebben een jaarinkomen tussen € 41.000 tot € 56.500 voor eenpersoonshuishoudens en tussen de € 45.000 en € 75.000 voor meerpersoonshuishoudens (prijspeil 2022). Dit zijn de landelijke inkomensgrenzen voor middeninkomens.
Hoeveel Mensen Verdienen Meer Dan €100.000 Per Jaar? Zoals we net al zagen zit je met een salaris van meer dan €90.000 bruto per jaar bijna bij de bovenste 1% van Nederland als het gaat om inkomen. Toch is voor veel mensen €100.000 per jaar een soort van magische grens.
Je bent van adel als je afstamt van een vader die van adel is en die bovendien dezelfde achternaam heeft als jij, omdat titel en predikaat met de achternaam verbonden zijn en adeldom alleen in de mannelijke lijn kan worden doorgegeven.
Heden ten dage kan adeldom alleen aan een Nederlander verleend worden door erkenning, verheffing, inlijving of bij naamwijziging. Adeldom in Nederland vererft langs mannelijke lijn, waarbij het predicaat of titel is verbonden aan de geslachtsnaam van de vader.
Het ontstaan van de adel
In ruil voor hun steun en veel geld aan de leenheer waren zij vaak in staat om hun leen erfelijk te maken. Op die manier hadden zij voor hun familie speciale privileges (voorrechten) gekregen die nog eeuwenlang zouden gelden.