Caissonziekte, decompressieziekte of duikersziekte is een ziektebeeld dat zich kan voordoen bij mensen die, na onder verhoogde druk te hebben gewerkt, weer in een omgeving met een lagere druk terugkomen, zoals duikers of mensen in een vliegtuig na een snelle decompressie.
Bij decompressieziekte, ook wel de caissonziekte genoemd, ontwikkelen zich gasbelletjes in het bloed. De perslucht van de duiker bevat een mengsel van zuurstof en stikstof. Stikstof kan echter bij te snel stijgen gasbelletjes vormen.
Symptomen van decompressieziekte
In milde gevallen krijg je hoofdpijn, voel je je wat duizelig of krijg je huiduitslag. In ernstigere gevallen krijg je gewrichtspijn, kun je spasmes krijgen en flauwvallen of zelfs overlijden aan de ziekte. De symptomen treden soms al op tijdens de duik of enkele uren later.
De weefsels raken bij hoge omgevingsdruk verzadigd met het vetoplosbare stikstof. Als de omgevingsdruk te snel daalt, komt de stikstof sneller vrij dan de bloedbaan kan opnemen. Daardoor kunnen er intra- en extravasculaire stikstofgasbellen ontstaan.
Het lichaam moet de opgenomen stikstof zelf uitwassen via de longen en dat kost tijd. Om decompressieziekte te voorkomen mag je dus min. 18 uur na de laatste duik niet vliegen. Nog beter is het om na een intensieve duikvakantie de eerst 24 uur niet te vliegen.
ALCOHOL BLIJFT VIJANDNUMMER 1
Alcoholconsumptie moet matig zijn, alleen 's avonds en 8 uur voor elke duik onderbroken.
Het advies is na drie tot vier duikdagen een dag niet te duiken om het lichaam weer even te laten bijkomen. In de regel doen heel weinig mensen dat. Mijn advies is om het aantal duiken te beperken tot drie, hooguit vier per dag. Dat is al een serieuze belasting voor het lichaam.
Het ademen onder water kost meer energie dan op de kant en tijdens de inspanning en stress van het duiken kan aderverkalking losschieten en een hartinfarct veroorzaken. Hart en longen krijgen het voor hun kiezen tijdens het duiken. Bij duikers met een verminderde reserve kan het dan misgaan.
Er kunnen echter ook minder duidelijke symptomen optreden die ook door de duiker niet altijd herkend worden. Vermoeidheid of een algeheel gevoel van malaise kan al duiden op een cerebrale vorm van decompressieziekte. Binnenoorsymptomen zijn duizeligheid, gehoorverlies, tinnitus, misselijkheid, braken en ataxie.
Je gaat eerst rillen, krijgt kippenvel en krijgt een snellere hartslag. Daarna wordt je juist suffer, je hartslag daalt en je ademhaling gaat langzamer. Raak je onderkoeld, breek dan altijd je duik (of snorkelavontuur) voortijdig af! Het duiken met een droogpak vergt overigens ook bepaalde vaardigheden.
Decompressie betekent letterlijk "ontdrukken". De decompressie dient langzaam te gebeuren door middel van decompressiestops om de tijdens de duik in het lichaam opgenomen gassen de kans te geven geleidelijk uit het lichaam te verdwijnen. Doet men dat niet, dan loopt men risico op decompressieziekte.
Richard Harris: Postduik vermoeidheid kan het gevolg zijn van meerdere factoren. Sommige daarvan kunnen te maken hebben met het duiken, zoals temperatuurstress, decompressiestress, energieverbruik, een grote en lange blootstelling aan zuurstof, spanningen en zeeziekte.
Duiken is niet moeilijk. Duiken is ook geen prestatie sport. Door het domweg te oefenen kan iedereen het duiken onder de knie krijgen. Het is wel zo dat de ene persoon meer moet oefenen dan de andere persoon maar uiteindelijk lukt het altijd.
Dat wil dus wat zeggen over het aantal luchtmoleculen dat nodig is om hetzelfde volume te kunnen krijgen (de longen te kunnen vullen). Eenvoudig gesteld: je gaat daar 3,5 keer zo snel door je lucht heen. Wie duikt op veertig meter diepte gebruikt ongeveer 5 keer zo snel zijn lucht als aan de oppervlakte.
Bij recreatief duiken kun je maximaal tot 40 meter diep duiken. Als basisduiker in open water is de limiet voor hoe diep je kunt duiken 18 meter. Als je dieper wilt duiken, adviseren we je om eerst een duikcursus voor gevorderden te volgen.
Astma patiënten hebben een verhoogde gevoeligheid van het slijmvlies van de lucht- wegen voor aspecifieke prikkels zoals koude en inspanning bij duiken. Dit kan tijdens een duik leiden tot dyspnoe. Hierdoor zouden paniek, een snelle ongecontroleerde opstij- ging en uiteindelijk verdrinking kunnen optreden.
Als reactie zullen de nieren meer urine produceren (wat betekent dat we water en zout verliezen). Dit is ook de reden waarom duikers de behoefte voelen om te urineren tijdens of direct na de duik, dit fenomeen is "Immersie Diurese" genaamd.
Duikers kunnen onderwater ademhalen. Maar we blijven toch mensen. Er kan zich altijd een moment voordoen dat je onder water moet hoesten, niezen, overgeven of duizelig wordt. Het is niet verstandig om als een speer naar de oppervlakte te gaan.
Vanuit duikmedisch oogpunt is het advies dus om het deco-biertje te vermijden om het risico op decompressieziekte te verlagen, zeker de eerste uren na de duik. Nog een extra noot: het deco-biertje gaat over alcohol ná het duiken. Alcohol vóór het duiken of tússen duiken door is zeker geen goed idee!
Het probleem is dat het inademen van pure zuurstof schadelijk is voor de longen. In de buitenlucht zit 21 procent, precies goed, het leven zoals wij dat kennen heeft zich hierop ingesteld, meer is niet wenselijk.
Caissonziekte, decompressieziekte of duikersziekte is een ziektebeeld dat zich kan voordoen bij mensen die, na onder verhoogde druk te hebben gewerkt, weer in een omgeving met een lagere druk terugkomen, zoals duikers of mensen in een vliegtuig na een snelle decompressie.
-percentage tot 28%: maximum diepte van 40 m. -percentage tot 32%: maximum diepte van 33 m. ∎ O2-percentage tot 36%: maximum diepte van 28 m. ∎ O2-percentage tot 40%: maximum diepte van 25 m.
De nultijd is een maximale tijd die je op een diepte mag doorbrengen om een directe opstijging naar de oppervlakte te mogen maken. Of opstijgen naar jouw veiligheidsstop. Wanneer je binnen die maximale tijd duikt, hebt je geen complexe stops nodig om weer naar boven te mogen.
Na het duiken dien je minimaal 12 uur rust in acht te nemen voor wat betreft hoogteverschillen, je mag dan niet vliegen. Dit is nodig om er redelijk zeker van te zijn dat je geen last krijgt van decompressieziekte tijdens de vlucht met een verkeersvliegtuig.
De minimale leeftijd om een basiscursus te volgen, varieert tussen tien en veertien jaar. Verder kan iedereen leren duiken. Je hoeft geen topconditie of een atletisch lichaam te hebben. Duiken is vooral een plezierige, ontspannende ervaring in een prachtige onderwaterwereld.