De meeste personentreinen rijden op elektriciteit.Op enkel trajecten heb je nog dieseltreinen voor het personenvervoer. Onder andere Roermond-Venlo. Bij het goederenvervoer rijden wel de meeste treinen op diesel.
In Nederland gebruiken we vaak de diesel-elektrische trein. Daarin zit een dieselmotor. Die drijft een generator aan die stroom produceert. Die stroom drijft, net als bij een gewone elektrische trein, een sterke elektromotor aan.
Als die met 125 km/uur rijdt, is het vermogen dat “aan de rail” wordt geleverd 2,6 MW. Het aantal passagiers in een volle trein is ongeveer 500. Het gemiddelde brandstofverbruik is ongeveer 0,84 liter diesel per 100 zitplaats-km [5o5x5m], dat is een energieverbruik van ongeveer 9 kWh per 100 stoel-km.
Dieselelektrische trein
Deze trein wordt aangedreven door elektromotoren. De benodigde elektriciteit wordt in de trein zelf opgewekt door een dieselmotor met generator. De meeste diesellocomotieven worden op deze wijze aangedreven.
De elektriciteit die NS jaarlijks gebruikt is 1,2 Terawattuur. Dat komt neer op 1% van het Nederlandse elektriciteitsverbruik en het elektriciteitsverbruik van alle Amsterdamse huishoudens per jaar. De groene stroom die we gebruiken is afkomstig uit nieuwe windparken die stapsgewijs in gebruik zijn genomen.
De treinen worden gevoed door de bovenleidingen en hebben een vermogen van vele honderden kilowatts, per motor. Treinen bevatten van 2 tot 6 motoren, en soms zelfs meer. Per motor leveren ze een vermogen van 50 tot 1200 Kw.
De aanschafkosten kunnen afhankelijk van het type oplopen van 2 - 60 miljoen. De tien nieuwe treinen van het type Velaro e320 van Siemens die door Eurostar gebruikt worden kosten 600 miljoen euro, dus maar liefst 60 miljoen per stuk!
Een dieseltrein rijdt één kilometer op één liter diesel. “Dit betekent voor ons een extra kostenpost van vier miljoen euro per jaar”, zegt directeur Anne Hettinga in de Leeuwarder Courant.
Treinen krijgen hun stroom via de bovenleiding. Stroomafnemers op het dak van de trein transporteren de stroom naar de motor. Bij een defect aan de bovenleiding valt de stroom op het betreffende stuk spoor meteen uit. De treinen die zich op dit stuk spoor bevinden, komen dan stil te staan.
Elke nieuwe trein bestaat uit 8 afzonderlijke rijtuigen en biedt plaats aan maximaal 460 passagiers. Dat zijn er 30 meer dan zijn voorganger kan vervoeren. De hogesnelheidstrein heeft een vermogen van 8000 kilowatt ( ongeveer 11.000 pk) en kan snelheden tot 320 kilometer per uur bereiken.
In Nederland rijdt men vooral met elektrische treinen. De treinen krijgen stroom van de bovenleidingen. Dat zijn de draden die je vaak boven het spoor ziet hangen. In Nederland rijden ook nog een aantal dieseltreinen.
SPOORWEGMAATSCHAPPIJEN EN DUURZAAMHEID. Op wandelen en fietsen na is reizen per trein de meest milieuvriendelijke manier van reizen. Tot 75% minder CO2-uitstoot dan bij een vliegreis en tot 66% minder CO2-uitstoot dan per auto. Ook de uitstoot fijnstof is bij de trein zeer lag vergeleken met auto en vliegtuig.
Figuur 1 toont de resultaten en daaruit is te zien dat een trein met de tijd-optimale rijstrategie in ongeveer 103 minuten netto (inclusief verliezen in de tractie installatie) 9.895 kWh aan elektriciteit verbruikt, dus ongeveer 19,8 kWh per km.
De meeste stoomlocomotieven. Veel tenderlocomotieven kunnen in beide richtingen gebruikt worden, maar veel grotere locomotieven mogen niet met volle snelheid achteruit rijden en moeten dus gekeerd worden, meestal op een draaischijf.
Deze wielen zijn van ijzer en aan de binnenkant van het wiel steekt nog een stuk wiel uit. Dit noemen ze een "flens" en die zorgt ervoor dat de trein op de rails blijft. Een trein heeft geen stuur en is dus onbestuurbaar.
Rijtuigen, bakken en locomotieven
Bakken zijn een soort rijtuigen, maar dan met motor. Een locomotief wordt gebruikt voor het aandrijven van treinen. Hierin zit alleen de motor met een machinist om de trein te besturen. In de locomotief zitten geen passagiers.
Het spoor waar de trein over rijdt bestaat uit grind, spoorstaven en bielzen. Wanneer er een nieuw stuk spoor aangelegd moet worden wordt eerst een grondbed van grind aangelegd. Daarna worden de bielzen gebracht. Vroeger waren bielzen van geïmpregneerd hout, nu zijn ze van beton.
Dat hangt af van het spoor – het baanvak – waarover de trein rijdt, en wat voor soort trein het is. De snelheid heet de baanvaksnelheid. De baanvaksnelheid van goederentreinen op grote stations is bijvoorbeeld 40 kilometer per uur. Voor de overige stations 80 kilometer per uur.
Eigen transformatoren in onderstations van ProRail zetten de middenspanning om in voor treinen bruikbare spanning. Voor de meeste treinen is dat in Nederland 1500 volt gelijkspanning. De Hogesnelheidslijn-Zuid en de Betuweroute gebruiken 25 kilovolt wisselspanning met 50 hertz.
Ter inlichting weze hierbij aangestipt dat de klassieke motor van een diesellocomotief van 1.500 tot 2.000 pk met een draaisnelheid gaande van 600 tot 1.000 toeren per minuut, thans 8 tot 10 kgr per pk weegt.
In Duitsland was een driedelige dieseltrein van de Deutsche Reichsbahn (DRB) toen al iets sneller. De SVT 137 “Bauart Leipzig” had op 17 februari 1936 een snelheid gehaald van 205 kilometer per uur. Daarmee was de SVT 137 de eerste dieseltrein die een snelheid wist te halen van meer dan 200 kilometer per uur.
Een ouderwetse stoomtrein drijft met de zuigers rechtstreeks de wielen aan duw 1 versnelling. Dieselelektrische drijven een generator aan en zullen dus ook zonder verdere versnellingen de generator aandrijven. Electrische hebben mogelijk een aandrijving met "planeet tandwielen" en daarmee 2 of meer versnellingen.
“De hele treinverkeerinfrastructuur is nationaal vastgelegd, waardoor de aansluiting tussen landen niet optimaal is – denk aan verschillende maten rails en andere veiligheidseisen. Hier zit wel verbetering in, maar het kost veel tijd en geld. Daarnaast is het boeken van treintickets veel lastiger dan van vliegtickets.
NS (Nederlandse Spoorwegen) is een Nederlands spoorwegbedrijf.