Wanneer je bloedgroep B hebt, is eiwit B aanwezig op je rode bloedcellen. Donoren met de bloedgroep B-positief doneren iets minder vaak bloed, omdat dit een relatief zeldzame bloedgroep is (en bloedcellen maar beperkt houdbaar zijn).
7,7% van de Nederlandse bevolking heeft bloedgroep B-positief (B+). Deze bloedgroep is dus zeldzaam. Als je bloedgroep B-positief hebt, dan kunnen patiënten met bloedgroep B-positief en AB-positief jouw gedoneerde bloed ontvangen.
Bloedgroep O zou het meest actieve immuunsysteem hebben, bloedgroep AB het meest immuun tolerante. Bloedgroep O zouden vooral vleeseters zijn, bloedgroep A beter graaneters en vegetariërs, bloedgroep B zou als enige ook melk kunnen verdragen en AB zou een gemengde maar complex voedingspatroon moeten hebben.
Type B heeft zijn oorsprong in Mongolië. Dat duidt erop dat de verschillen in bloedgroepen een evolutionaire achtergrond hebben. Maar hoe dan? Als de verschillen geen duidelijke functie hebben, is het lastig te bedenken hoe de natuur daarop zou kunnen selecteren.
B – 15.000 tot 10.000 jaar geleden ontstaan
Je bent een echte nomade als deze bloedgroep bij jou hoort. Je bent evenwichtig en kan je goed aanpassen aan nieuwe situaties en omgevingen. Ook je spijsvertering en immuunsysteem kunnen wel een tegen een stootje en zijn erg krachtig en sterk.
Mensen met bloedgroep B mogen in principe het meest gevarieerde dieet eten. Zij hebben weinig restricties en moeten er vooral op letten dat ze niet te veel noten en zaden binnenkrijgen. Zuivel, eieren, vlees en verschillende soorten groenten en fruit maken allemaal deel uit van dit bloedgroepdieet.
Bloedgroep 0-positief (38,2% van de Nederlanders) Bloedgroep 0-negatief (6,8% van de Nederlanders) Bloedgroep B-positief (7,7% van de Nederlanders)Bloedgroep B-negatief (1,3% van de Nederlanders)
Bloedgroep O-negatief
6,8% van de Nederlandse bevolking heeft bloedgroep 0-negatief (O-). Deze bloedgroep is dus zeldzaam in Nederland, maar het voordeel is dat patiënten met alle bloedgroepen bloed van donors met bloedgroep 0-negatief kunnen ontvangen. Ze worden daarom ook wel universele donors genoemd.
Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat muggen mensen met bloedgroep O twee keer zo aantrekkelijk vinden als mensen met een andere bloedgroep.
AB0- en Rh-verdeling per land
In Nederland en België is 0+ de meest voorkomende en AB- de minst frequent voorkomende bloedgroep. Tevens is er een verschil in de verdeling tussen etnische groepen. Zo komt bij mensen van Afrikaanse origine vaak bloedgroep A voor en bij Aziaten komt vaak bloedgroep B voor.
En welk type je bent, heeft ook invloed op je gezondheid. Op welk vlak loop jij meer risico? Wie A positief of A negatief is, heeft volgens een recente studie in de American Journal of Epidemiology 20 procent meer kans op maagkanker dan types B of O. Het immuunsysteem van types A zou immers sterker reageren op de H.
Ook de bloedgroep maakt uit bij het risico op ernstige ziekte. 'Bloedgroep A geeft mogelijk een hoger risico, terwijl bloedgroep O juist beschermt', vertelt Van der Made.
Welke bloedgroep jij hebt, wordt bepaald door piepkleine proteïnen (of eiwitten) die zich op het oppervlak van je rode bloedcellen bevinden. Antigeen-A-eiwitten zorgen voor bloedgroep A, antigeen-B voor bloedgroep B. Als je beide eiwitten hebt, is je bloedgroep AB. Heb je géén A- of B-eiwitten, dan heb je bloedgroep O.
De rhesusfactor (Rh) is een eiwit dat op de oppervlakte van de rode bloedcellen kan zitten en daarmee je bloedgroep bepaalt. Als de rhesusfactor op je rode bloedcellen zit, ben je rhesus positief.Dit is het geval bij 85% van de mensen.Als de factor ontbreekt, ben je rhesus negatief.
Je bloedgroep is erfelijk bepaald. Je wordt er mee geboren en je houdt hem de rest van je leven. Toch kan het gebeuren dat je bloedgroep verandert. Na een stamceltransplantatie krijgen patiënten namelijk de bloedgroep van de donor.
Als je antigeen A hebt, is de bloedgroep A; als je antigeen B hebt, is je bloedgroep B; als je beide antigenen hebt, is je bloedgroep AB en als je geen antigenen A en B hebt, is je bloedgroep 0. Het lichaam maakt van nature antistoffen aan tegen het antigeen dat niet aanwezig is op de eigen rode bloedcellen.
Op één voorwaarde: als er niet te veel soorten bacteriën voorkomen op de huid. Niet 'zoet bloed' zoals de volksmond zegt, maar wel bloedgroep O is de lieveling van de muggen. Mensen met bloedgroep O (ongeveer 40 procent) worden dubbel zo vaak gebeten als die met bloedgroep A.
Je bloedgroep: verschillende studies hebben aangetoond dat muggen een voorkeur hebben wat betreft ons bloed. Zo worden mensen met bloedgroepen A of O vaker gestoken dan mensen met bloedgroep B.
Wat is de meest voorkomende bloedgroep? De meest voorkomende bloedgroepen zijn O en A. Bijna 40 procent van de Nederlanders heeft bloedgroep O-positief. Juist omdat veel mensen O-positief als bloedgroep hebben, roept de bloedbank hen regelmatig op om bloed te doneren.
Bloedgroep O-positief
38,2% van de Nederlandse bevolking heeft bloedgroep 0-positief (0+). Deze bloedgroep komt het vaakst voor in ons land. Als je bloedgroep 0-positief hebt, dan kunnen patiënten met bloedgroep 0-positief, A-positief, B-positief en AB-positief jouw gedoneerde bloed ontvangen.
Als uw bloedgroep Rhesus D negatief of Rhesus C negatief is, kan uw lichaam antistoffen gaan aanmaken tegen het bloed van uw kindje. Tijdens de zwangerschap kan bloed van het kind in het bloed van de moeder komen. Bij de geboorte is de kans dat dit gebeurt zelfs vrij groot.
Er zijn twee soorten antigenen die betrekking hebben tot de bloedgroepen: antigeen A en antigeen B. Wanneer je antigeen A op een rode bloedcel hebt, dan heb je bloedgroep A.Als je antigeen B op een rode bloedcel hebt, dan heb je bloedgroep B.
Mag bloed geven aan:
B-AB+
Resusantagonisme is een aandoening waarbij de rode bloedcellen van de baby afgebroken worden door de antistoffen (afweerstoffen) van de moeder. De aandoening kan alleen ontstaan bij moeders die resus-D-negatief zijn en die zwanger zijn van een kind dat resus-D-positief is.
1,3% van de Nederlandse bevolking heeft bloedgroep B-negatief (B-). Deze bloedgroep is dus zeer zeldzaam, maar er zijn wel veel mensen die deze bloedgroep kunnen ontvangen van donors. Mensen met bloedgroep B-positief, B-negatief, AB-positief en AB-negatief kunnen bloed ontvangen van iemand met bloedgroep B-negatief.