Als je je schaapjes op het droge hebt, ben je 'binnen'.Je hebt genoeg geld verdiend om rustig te kunnen leven en hoeft niet meer (hard) te werken. De uitdrukking komt al sinds de zestiende eeuw voor. Vroeger liet men schapen vaak grazen op buitendijkse stukken land, die (alleen) bij hoge vloed onder water liepen.
Onze uitdrukking 'hij heeft zijn schaapjes op het droge', die wij gebruiken, wanneer iemand na hard werden verder onbezorgd kan leven, komt ook in Duitsland in dezelfde betekenis en ongeveer in dezelfde vorm voor: 'Er hat sein Schäfchen ins Trockne gebracht'; ndd.
1) schaap 2) jong, nog onvolwassen schaap; lam 3) iemand in ongunstige omstandigheden, voor wie men medeleven voelt; beklagenswaardig persoon 4) iemand die men onder zijn hoede heeft; beschermeling 5) gebruikt als liefkozende aanspreking voor een kind 6) kleine wolk met een wollige rand, die daardoor aan e...
Het spreekwoord betekent dat mensen die, (vaak) in een moeilijke situatie, schromen in actie te komen toch wel durven als een ander het ook doet.
Het gezegde 'Zoeken naar een schaap met vijf poten' wordt in onze wereld van interim en recruitment vaak vertaald naar het zoeken naar een alleskunner. Maar oorspronkelijk heeft het gezegde veel meer de betekenis van het zoeken naar het onmogelijke, iets dat niet bestaat.
Deze uitdrukking bezigt men voor een 'gevallen zondaar', maar ook 'in schertsenden zin voor allerlei zaken en personen uit het dagelijksch leven, die na lang gezocht te zijn, eindelijk voor den dag komen'. Ze is ontleend aan de gelijkenis van Jezus, die staat opgeteekend in Luc. XV, vs.
Bij schapen is het mannetje een ram, het vrouwtje een ooi en het jong een lam. Een gecastreerde ram is een hamel.
Een mannetjes schaap wordt een ram genoemd en een baby een lammetje.
Een vrouwtjes schaap noem je een ooi en een mannetjes schaap noem je een ram. De kleine schaapjes heten lammetjes. Op de kinderboerderij lopen twee schapenrassen.
d.i. 'elke vogel zingt op zijne natuurlijke wijze; in toepassing op menschen, ieder spreekt of uit zich overeenkomstig zijn aard of den trap zijner beschaving'; Ndl. Wdb.
d.w.z. goed terecht komen; goed afloopen; eig. gezegd van de kat, die bij een val of een sprong altijd op haar pooten terecht komt.
In het taalgebruik nemen uitdrukkingen en spreekwoorden een belangrijke plaats in. Een zo'n uitdrukking is: 'waar rook is, is vuur'. Een uitdrukking direct gekoppeld aan roddelen. En als feitelijkheid in zich heeft dat, als er iets naars over iemand wordt verteld is, er vast wel een kern van waarheid bij hoort.
Een vrouwelijke geit heet een geit of een sik. Het mannetje van de geit heet een bok. Een jong geitje heet een lam. Een gecastreerde bok is een hamel.
Een Drents heideschaap ram is altijd gehoornd. De hoorns groeien in een spiraal vorm en zijn groter dan bij een ooi. De hoorns moeten een sierlijke draai hebben zodat de oren vrij zijn. Een ooi kan hoornloos zijn of kleine hoorns hebben.
Een leuke bijkomstigheid van geiten bij een schaapskudde is dat de schapen het eetgedrag van de geiten vaak overnemen. Dit wil zeggen dat ook de schapen beginnen te eten van de jonge opslag. Een schaapskudde op de heide is tevens een toeristische trekpleister.
Jongen van ezels heten ezelsveulens. Een kruising tussen ezelhengst en paardenmerrie wordt muildier genoemd, die tussen ezelin en paardenhengst heet een muilezel.
Op de heide bewijzen heideschapen hun nut bij het weggrazen van gras, bomen en struikjes die de heide anders zouden overwoekeren. Ook door hobbydierenhouders worden schapen veel gehouden. Schapen worden maximaal tussen de vijftien en twintig jaar oud.
Het dient om de andere schapen te waarschuwen voor dreigend gevaar. Bijvoorbeeld in het geval van een onbekende bezoeker. De dieren staan dan klaar om te vluchten of zich te verdedigen. Schapen stampvoeten ook als ze ongemak en jeuk voelen op hun huid, zoals prikkende insecten of uitwendige parasieten op de achterhand.
Belangrijke vijanden zijn de wolf en (middel)grote katachtigen als panter, lynx, sneeuwpanter en poema. Bij gevaar vluchten de schapen in een grote kudde weg.
Hij slaapt alleen een beetje apart, op zijn zij, met de kop plat op de grond.
Het bekende spreekwoord 'Het zwarte schaap van de familie zijn' houdt in dat iemand qua gedrag een beetje buiten de familie of de groep valt. Oftewel het buitenbeentje is.
Ik gebruik hem nog wel eens in mijn trainingen, “vertrouwen komt te voet, maar gaat te paard”. U kent het vast, dit spreekwoord dat aangeeft dat het enige tijd kost voordat mensen iets of iemand vertrouwen; vertrouwen moet worden opgebouwd.
In de bonen zijn betekent 'in de war zijn, er niet bij zijn met je gedachten, je vergissen'. Deze uitdrukking gaat terug op een oud bijgeloof. Vroeger geloofde men namelijk dat de zware geur van bloeiende tuinbonen (ook wel roomse of grote bonen genoemd) een hallucinerende werking had.
Een mannetje heet een bok, een vrouwtje heet een sik en een jonkie een lam.