d.w.z. eig. een lap zetten in iets, iets herstellen, maken, in orde brengen, opknappen; daarna iets behendig verrichten, iemand er in laten loopen, hem een poets bakken; iets flikken (hd. flicken), klaarspelen, bakken (n<sup>o<-sup>.
[Soldatentaal, 1914] een functie uitoefenen voor iemand die door ontstentenis of ziekte verhinderd is. Dus toevoegen, aanlappen wat te kort is.
Geld inleggen, betalen, (informeel) dokken.
Geld heeft, ongeacht de vorm, drie verschillende functies. Het is een ruilmiddel – een betaalmiddel met een waarde waarin iedereen vertrouwen heeft. Geld is ook een rekeneenheid waarmee de prijs van goederen en diensten kan worden bepaald. En het is een waardeopslagmiddel.
Op de laatste kermisdag staan er op de Lappendag 260 kramen met lappen stof, kleding en andere koopwaar. De kermis zorgt ervoor dat jong en oud even kan ontsnappen uit de dagelijkse bezigheden en beslommeringen.
Wie in de lappenmand zit (of ligt), voelt zich even niet al te goed.Hij of zij is verkouden en heeft griep, koorts of verhoging. Over het algemeen wordt deze uitdrukking vooral gebruikt wanneer de kwalen niet al te ernstig zijn en de verwachting is dat de zieke snel weer opknapt.
Iets aan zijn laars (zijn zolen, zijn botten of zijn hielen) lappen (of plakken), d.i. iets niet tellen, er niets om geven, er geen drukte over maken hetzelfde als iets aan zijn gat vegen (fr.
Volgens etymologiebank.nl is de uitdrukking ontstaan doordat iemand die een beetje ziek is 'opgelapt' moet worden: hij of zij ligt in de bak met lapwerk. Sterkte aan iedereen die met mij in de lappenmand zit!
De vinger aan de pols houden is een Nederlands spreekwoord en betekent “in de gaten houden of alles goed gaat.” Vaak wordt het gebruikt om aan te geven dat iets streng gecontroleerd wordt.
Een vervoeging is het veranderen van de vorm van een werkwoord om bijvoorbeeld de persoon (enkelvoud of meervoud: ik loop, wij lopen) of de tijd (verleden, heden, toekomst: ik loop, ik liep) aan te geven.
Hoe vervoeg je een werkwoord? Werkwoorden kun je vervoegen. Daarmee bedoelen we dat ze veranderen als je er 'ik', 'je', 'jij', 'hij', 'wij', 'jullie' of 'zij' voorzet. In bijna alle talen komen deze woorden voor.
Vervoeging of conjugatie is het veranderen van de vorm van een werkwoord om de tijd, persoon, genus, modus of aspect aan te geven.
Elk jaar wordt op de derde maandag in augustus de Lappendag in Hoorn gevierd. Voor sommigen Horinezen betekent dit op zoek gaan naar de beste koopjes, maar voor anderen is het niets anders dan ordinair bier drinken rondom de kroegen op de Roode Steen.
Traditie getrouw vindt de Landbouwdag de laatste woensdag van september plaats. Tegelijk met Landbouw is het ook Lappendag. Om 10.00 uur luidt op het Waagplein het officiële startsein van de dag. Tegelijk met Landbouwdag is het ook Lappendag, waar koopjesjagers uit heel Noord-Holland op afkomen.
Er staan gedurende 10 dagen in augustus ongeveer 75 attracties in de Hoornse binnenstad. In de regio is men er vaak van overtuigd dat deze kermis na Tilburg de grootste van Nederland is, maar dat is niet het geval. De kermis trekt ongeveer 50.000 mensen per dag.
De onvoltooid tegenwoordige tijd wordt gevormd door aan de stam van het werkwoord een uitgang toe te voegen. Voorbeelden van de onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.) zijn: ik werk, jij denkt, hij gaat, wij wandelen, jullie eten, zij dromen.
Wat is juist: 'Er was twintig man op de been' of 'Er waren twintig man op de been'? 'Er waren twintig man op de been' heeft de voorkeur.In deze constructie heeft man namelijk de verouderde meervoudige betekenis 'mensen'.Daarbij hoort het meervoud waren.
De infinitief (of: onbepaalde wijs) is een vormcategorie van het werkwoord. De infinitief wordt ook wel 'het hele werkwoord' genoemd en het is in deze 'standaardvorm' dat werkwoorden in woordenboeken zijn opgenomen. De vorm van de infinitief is onbepaald wat persoon, getal, tijd en wijs betreft.
Het woord vinger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Iets uit de losse pols doen. Iets met groot gemak doen.