Spreekwoorden: (1914) Bij hoog en laag zweren. Dit is in eigenlijken zin wellicht: bij den hemel en de aarde zweren; vgl. Matth.
d.w.z. geheel en al; syn. met hom en kuit.
Spreekwoorden: (1914) Hoog en droog, vooral in verbinding met het ww. zitten, d.i. ergens veilig, goed zitten (Waasch Idiot.
Voor dag en dauw,
d.w.z. voor het aanbreken van den dag, zeer vroeg. De uitdr. dateert uit de 16de eeuw en is o.a. aangetroffen bij Spieghel, Hertspieghel, 133: Voor dagh voor douw; doch ook in omgekeerde volgorde vinden wij voor dou voor daech (Jan v.
zon schijnt [hij zit niet achter de wolken]er is niets nieuws onder de zon [niets nieuws]zij is het zonnetje in huis [brengt de vrolijkheid in huis]hem in het zonnetje zetten [huldigen, prijzen]men moet hooien als de zon schi...
Spreekwoorden: (1914) Met lange tanden eten, d.w.z. met tegenzin eten; langzaam en gerekt kauwen, kieskauwen.
buigen of barsten = Het is buigen of barsten. Je moet kiezen tussen meegeven of kapotgaan.
Als het ergens weer koek en ei is, dan is de sfeer heel goed: iedereen kan weer goed met elkaar overweg, er is totaal geen ruzie of kinnesinne meer. Soms heeft deze uitdrukking een wat ironische bijklank: 'het gaat nú (ineens) weer goed, maar of het in de toekomst zo blijft, is nog maar de vraag'.
Iemand een poets bakken betekent 'een grap met iemand uithalen, iemand beetnemen'. Poets betekent 'grap, streek'. De herkomst van dit woord is helaas niet duidelijk.
'Het is in kannen en kruiken' betekent: 'het is in orde', 'het is geregeld', 'het is voor elkaar'.
Het is net water en vuur: Het zijn mensen die elkaar helemaal niet begrijpen; die alleen maar de grootste ruzie hebben. Vuur in de ene hand dragen en water in de andere: voor het oog schoon zijn; maar vals achter de rug, dubbelhartig zijn.
in de zegswijze 'daar is kop noch staart aan te vinden', daar is geen verband in, d.w.z. begin noch einde aan te vinden, daar is niet uit wijs te worden.
Oftewel: dat jouw aanwezigheid je onverwacht voordeel oplevert. Het gezegde komt al voor de in de Klucht van de Molenaar, een kort toneelstuk dat in 1613 werd geschreven door de bekende Amsterdamse toneelschrijver Gerbrand Adriaenszoon Bredero. Alleen dan in oud-Nederlands: 'mit myn neus in 't vet raken'.
Met zijn neus in het vet (of in de boter) vallen, d.w.z. een (onverwacht) fortuintje krijgen; vooral juist komen als men ergens feest viert of smult; een voordeelig huwelijk sluiten.
Parels voor de zwijnen werpen/gooien betekent 'iets goeds doen, terwijl dat verspilde moeite is, omdat het toch niet wordt gezien of gewaardeerd'.
Spreekwoorden: (1914) Iets in (al zijne) geuren en kleuren vertellen, d.w.z. iets zeer uitvoerig vertellen, met vermelding van alle bijzonderheden; fr. en dire de toutes (les) couleurs sur qqch.
De uitdrukking kind noch kraai hebben betekent dat je geen kinderen en naaste bloedverwanten hebt. Dan sta je dus helemaal alleen op de wereld. In de middeleeuwen zeiden ze kint no craet. Daarin betekende het woord craet 'gekraai', een afleiding van het werkwoord kraaien.
De uitdrukking 'zijn neus ophalen', betekent dat men hetgeen waarmee hij of zij wordt geconfronteerd, minderwaardig acht. Wanneer iemand ergens 'zijn neus voor ophaalt', wordt dit over het algemeen als een hooghartig gebaar opgevat.
“Je moet de mensen met een korreltje zout nemen.” Relativerend is deze uitspraak: “Maak een ander nu niet al te belangrijk, beschouw de daden of het optreden van een ander nu niet als al te onmisbaar, maak iemands woorden of handelen nu niet al te gewichtig.”