De Malus Elstar wordt over het algemeen gezien als de lekkerste appel. Bekijk per soort wanneer de boom voor het eerst vrucht geeft. De appelboom is verkrijgbaar in 3 categorieën: Laagstam-, halfstam- en hoogstam fruitbomen.
De Elstar appelboom geeft zeer makkelijk vrucht. Gala is een bekende appel in Nederland. Deze kleine, oranjegekleurde appel is vrij zoet van smaak en geeft vrij makkelijk vrucht. Toch is dit ras niet zelfbestuivend, en heeft dus een andere appelboom in de buurt nodig.
Heb je minder ruimte, kies dan een halfstam-appelboom, die blijft kleiner. Voor het oogsten zijn geen ladders nodig, je loopt er gewoon langs. In een kleinere tuin zijn half- of laagstam appels ideaal. Ze nemen niet veel ruimte in, en de kinderen plukken de appels zó uit de boom.
Het juiste moment
Fruitbomen kun je planten van november tot eind maart, wanneer ze in rust zijn. De beste periode is november, na het vallen van het blad.
Nog kleiner dan een laagstam, zijn de zogenaamde mini fruitbomen, dwerg fruitbomen, of zuilfruit boompjes. Niet alleen vertakken ze al vanaf heel laag, maar ze blijven ook erg smal. Ideaal voor als je echt weinig ruimte hebt, of voor in een pot of bak. Zuilvormige fruitbomen worden ook wel Ballerina fruitbomen genoemd.
Als je kiest voor een fruitboom zoals de Malus d. Gloster appelboom, heb je er dubbel plezier van. Deze boomsoort geeft heerlijk sappige appels met een prachtige, donkerrode kleur. Met een voedingsrijke bodem kun je rekenen op een zeer krachtige, snelgroeiende boom die ook geschikt is voor de kleine tuin.
Appelbomen groeien opwaarts. Het zal 2 tot 5 jaar duren voor de eerste appels zullen komen, hoe groot je boom dan precies is hangt van de (wel of niet gunstige) omstandigheden van de boom. Je hebt bij een appel wel invloed op hoe groot de boom wordt door te snoeien.
Een fruitboom heeft ook ruimte nodig om te kunnen groeien. Hoeveel ruimte een boom nodig heeft kun je zien aan de kroondiameter van de volwassen versie van die boom. Voor een pruimenboom is dit bijvoorbeeld 6 meter en een appelboom tussen de 10 en 12 meter.
Ook de fruitsoort bepaalt hoe groot jouw boom wordt. Als half- of hoogstam nemen kweepeer, pruim, perzik en abrikoos de minste ruimte in. De grootte van appel- en perenbomen is rasafhankelijk en een walnotenboom neemt de meest ruimte in.
De Gala is de zoetste appel die er maar is. Het vruchtvlees is stevig en lekker sappig, de smaak is dus intens zoet.
Kersenbomen en pruimenbomen bloeien beide wit en zijn volkomen winterhard. Abrikozen, perziken en amandel hebben roze bloesems. Deze fruitbomen plant je het best op een warme en beschutte plaats.
Jonagold' is een middelgrote appelboom die vooral op jonge leeftijd snel groeit. De kroon is halfopen en ovaal. Op latere leeftijd is de kroon breed ovaal tot vrijwel rond. De boom zal 6-8 m hoog worden.
Onder de appelboom
Goudsbloemen en Afrikaantjes hebben een gunstige invloed op het bodemleven. Je kunt ook in het najaar narcissenbollen in de grond stoppen. De bollen weren woelratten en geven in het voorjaar veel kleur, als de boom verder nog kaal is.
Het is belangrijk om de appelboom voldoende water te geven, zowel tijdens het planten als tijdens de eerste periode. De boom moet 'aanslaan' en heeft ongeveer dertig tot veertig liter water per week nodig.
Geschikte peren- en appelrassen:
Plant meerdere rassen door elkaar, dan is er een lagere infectiedruk van schimmelziekten! Gebruik geen sterkgroeiende hoogstammen of halfstammen voor een nauwe beplanting! Enkel zwakke of matig zwakke onderstammen zijn geschikt.
Appelboom snoeien is erg belangrijk voor de groei van een appelboom. Het is zelfs zo dat wanneer je een appelboom niet snoeit hij blijft groeien, wat resulteert in geen appels. Om meer appels aan je boom te krijgen is het belangrijk dat de appelboom veel bloesemhout aanmaakt.
Je kunt appelbomen twee keer per jaar snoeien: Aan het eind van de winter in februari snoei je dikke oude takken weg en spaar je de kortloten, dit is bloesemhout waaraan de appels zullen gaan groeien. In juni snoei je nog een keer. Als reactie op de winterse snoei maakt de boom veel waterlot.
Als een fruitboom geen vrucht geeft kan dat verschillende oorzaken hebben. De plant zit in de groeifase en stopt alle energie in nieuwe groeischeuten, oplossing: de plant snoeien zodat de groei wordt afgeremd. plant afdekken met vorstvlies of tijdens de vorstperiode besproeien.
In een kleine tuin is een laagstam (40 cm) of leivorm ideaal. Die neemt niet veel ruimte in. Een leivorm groeit tegen een schutting of muur aan. Minitree-appels groeien slank omhoog en hebben aan een halve vierkante meter genoeg.
Peer, perzik en abrikoos hebben echt een zonnige en beschutte plek nodig. Appels, kersen en pruimen kunnen met iets minder zon toe, maar dan worden de vruchten wel wat minder lekker.
Hierbij valt onder meer te denken aan bramen, aardbeien, kersen, appels, peren, perziken en pruimen.