Het Palestijnse volk of de Palestijnen is de inheemse bevolking van de regio Palestina in de Levant. Dat gebied had geen eenduidige geografische grenzen, maar kwam grotendeels overeen met de later gevormde Palestijnse gebieden, het gebied van het huidige Israël en Jordanië.
Zij stammen af van Arabieren die de afgelopen eeuwen in de landstreek Palestina zijn gaan wonen, vooral vanaf de negentiende eeuw. Tot de twintigste eeuw hadden de Arabieren in Palestina geen vastomlijnde nationale identiteit: natiestaten bestonden destijds immers nog niet in het Midden-Oosten.
In de oudheid werd Palestina bewoond door Semitische volkeren, waarvan de eerste van Kanaänitische oorsprong waren. Volgens de overlevering kwam Abraham, de gemeenschappelijke stamvader van joden en Arabieren, uit Ur naar Kanaän.
Omdat veel Palestijnen geen nationaliteit hebben en staatloos zijn, wordt hun asielrelaas getoetst aan het land van hun gebruikelijke verblijfplaats als hun land van herkomst. Vaak wordt gesproken over het land waar de asielzoeker zijn 'centrum van activiteiten' had, zoals werk, wonen, familie en onderwijs.
Vanaf 1516 tot het eind van de Eerste Wereldoorlog maakte het gebied van de huidige staat Palestina deel uit van het uitgestrekte Ottomaanse Rijk, net als het gebied van het huidige Israël, Libanon, Syrië en Jordanië.
Op 15 mei 1948 liep het Britse mandaat voor Palestina af. In anticipatie hierop riep het Jewish Agency een dag eerder de staat Israël uit.
Israël is de naam van de staat die in 1948 werd uitgeroepen op een deel van het gebied dat onder het Britse mandaat van 1920 tot 1948 bekend stond onder de naam Palestina.
Het Palestijnse volk bestaat uit Arabieren die leven - en door de geschiedenis heen hebben geleefd - in een bepaalde geografische regio in het Midden-Oosten. Over het algemeen wordt Palestina gebruikt om te verwijzen naar de geografische regio die zich uitstrekt van de Middellandse Zee in het oosten tot de rivier de Jordaan in het westen.
In 1988 verklaarde de in 1964 opgerichte Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) de Staat Palestina (de Palestijnse gebieden omvattend) onafhankelijk.
Israël is de enige Joodse staat ter wereld, gelegen net ten oosten van de Middellandse Zee. Palestijnen, de Arabische bevolking die afkomstig is uit het land dat Israël nu controleert, noemen het gebied Palestina en willen een staat met die naam vestigen op het gehele of een deel van hetzelfde land.
Het noordelijke deel, dat tien van de twaalf stammen omvatte, nam de naam "Israël" mee, maar werd ook wel het "Tienstammenrijk" of "Efraïm" genoemd, naar de meest dominante stam. Het rijk hield stand tot 722 v. Chr.. Het zuidelijke deel na de splitsing werd het koninkrijk Juda genoemd.
Hoe is het jodendom ontstaan? Volgens joodse verhalen werd omstreeks 1813 voor Christus Abram geboren in Kanaän, een stuk land waar nu Israël, de Palestijnse gebieden en Libanon liggen. Op het moment dat Abram één god ging aanbidden in plaats van de vele goden die zijn vader vereerde, begon het jodendom.
Het land zette de deuren open voor Joodse vluchtelingen uit alle windstreken: elke jood had het recht het land binnen te komen en het staatsburgerschap te verwerven. Tijdens de eerste vier maanden na de onafhankelijkheidsverklaring kwamen er zo'n 50 000 nieuwkomers aan in Israël.
De Bijbelse aartsvader Abraham wordt door joden, christenen en moslims vereerd om zijn geloof in God. Hij is de 'vader van vele volkeren'. Hij is de stamvader van de Israëlieten en de Ismaëlieten. Isaak, de zoon die zijn vrouw Sara hem schonk, was de drager van het 'altijddurende verbond' dat JHWH met Abraham sloot.
Als stamvader van de Amalekieten wordt Amalek genoemd.
Andere opties waren Palestina of Zion. Uiteindelijk werd toch de Bijbelse naam Israël gekozen. Sommige mensen vinden dat het gebied waar Israël ligt eigenlijk Palestina heet. Ook wordt Israël door joden en christenen soms het Beloofde Land of het Heilige Land genoemd.
Vanaf 1517 tot na de Eerste Wereldoorlog maakte Gaza deel uit van het Ottomaanse Rijk. Na 1917 viel het onder het Britse Mandaatgebied Palestina, waarin later de staat Israel werd opgericht. Tijdens de daarop volgende Arabisch-Israelische Oorlog van 1948 bezette Egypte de strook.
Palestina slaat terug op de Filistijnen, een volk dat zich waarschijnlijk rond de 13e eeuw v. Chr. in het toenmalige Kanaän vestigde.
Enkele uren voordat het Britse mandaat officieel afliep riep de Joodse gemeenschap onder leiding van David Ben-Gurion op 14 mei 1948 de onafhankelijke staat Israël uit. De burgeroorlog mondde uit in de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948.
“ De Joden die normaal gesproken in Palestina woonden tot het begin van de zionistische invasie, zullen als Palestijnen worden beschouwd .” (artikel 6) en “Iedereen die na die datum geboren wordt uit een Palestijnse vader - of dat nu in Palestina is of daarbuiten - is ook een Palestijn.” (artikel 5) en “De Palestijnse identiteit /../ is ...
Meer specifiek verwijst de term "bezet Palestijns gebied" als geheel naar het geografische gebied van het Palestijnse gebied dat sinds 1967 door Israël wordt bezet . Palestina kan, afhankelijk van de context, worden aangeduid als een land of een staat, en zijn autoriteiten kunnen over het algemeen worden geïdentificeerd als de regering van Palestina.
Automatisch Nederlander bij geboorte
Het maakt niet uit in welk land u bent geboren. Op de dag van uw geboorte had uw moeder de Nederlandse nationaliteit. Op de dag van uw geboorte had uw vader de Nederlandse nationaliteit en was hij getrouwd met uw niet-Nederlandse moeder.
Vanuit een puur historisch perspectief is “Israël” meer dan een millennium ouder dan “Palestina” . Maar toen het Joodse volk zich uit hun thuisland verspreidde, werd “Palestina” de thuisbasis van een substantiële Arabische bevolking, opnieuw voor meer dan een millennium.
Van 1917 tot 1947
Tot september 1922 bleef Jeruzalem en de rest van Palestina onder Brits militair bestuur. Door de Volkerenbond werd in 1922 het mandaat aan de Britten gegeven om Palestina te besturen en de lokale bevolking voor te bereiden op zelfstandigheid.
De heersers kwamen en gingen en vulden hun voorraadschuren met graan, dadels, vijgen en andere rijkdommen uit het land van David. In Jezus' tijd bezetten de machtige Romeinen Palestina. Ze waren 60 jaar eerder het land binnengevallen en hielden de bevolking in een ijzeren greep.