Sinds 2006 wordt het systeem officieel gebruikt in tennistoernooien, ter correctie van beslissingen van de umpire. Beide spelers (of teams) hebben het recht driemaal per set de Hawk-Eye aan te roepen (dit heet een challenge); bij elke incorrecte challenge gaat er een af.
Per set heeft een speler 3 challenges. Heeft een speler gelijk met z'n twijfel aan de call dan houdt hij/zij de challenge. Heeft de speler ongelijk dan raakt hij een challenge kwijt. Aan het begin van een tiebreak krijgt een speler een challenge erbij.
Bij tennis hebben beide spelers het recht om driemaal per set de Hawk-Eye aan te roepen als ze denken dat de beslissing van de umpire niet juist is. Dit heet een challenge.
Aan het eind van elk standaard spel wordt de ontvanger serveerder en de serveerder ontvanger voor het volgende spel. In een dubbelspel moet het team dat in het eerste spel van een set moet serveren beslissen welke speler in dat spel zal serveren.
Tussen twee punten mag je maximaal 20 seconden de tijd nemen, tijdens de wissel na twee games 90 seconden en tussen twee sets mag je maximaal 2 minuten rusten. Na de eerste game in een set is er geen rustpauze.
Al in de vijftiende eeuw moest je vier punten hebben om een game te winnen. Door deze vierdeling kreeg je de scores 15, 30 en 45. Het Franse woord voor 45, 'quarante-cinq' en het Engelse 'forty-five' werden te lang bevonden; het werd de gewoonte 40 te zeggen.” De term 'deuce' komt eveneens uit het Frans.
Hoe werkt de tiebreak: De speler die aan de beurt is om te serveren, serveert vanaf rechts voor het eerste punt. De tegenpartij serveert daarna vanaf links voor het tweede punt en vervolgens vanaf rechts voor het derde punt. Iedere speler serveert daarna steeds voor twee punten.
setpunt – een punt waarop een speler de set kan winnen. slice – een bal die tegengesteld aan de vliegrichting draait; de bal komt laag binnen en blijft laag nadat hij stuitert en vertraagt of stuit terug in de richting waar hij vandaan kwam. smash – een bal die bovenhands en hard wordt geslagen.
Een spel wordt als volgt geteld, waarbij de punten van de serveerder als eerste worden genoemd: Geen punt - 'Nul' Eerste punt - '15' Tweede punt - '30' Derde punt - '40' Vierde punt - 'Spel' Als jij en je tegenstander beide 3 punten hebben (40-40) dan is de telling 'gelijk' (deuce, spreek uit als 'djoez').
Elke wedstrijd begint met tossen en elke club organiseert wel één of meerdere keren een activiteit onder de naam Tossen, Husselen of Racket trekken. Bij deze activiteit worden deelnemers willekeurig met elkaar op een baan ingedeeld om wedstrijden te spelen.
De meeste tennissers zullen in de minimale tot gemiddelde prijsklasse zitten en dus ben je waarschijnlijk ergens tussen de € 335 en € 740 per jaar kwijt aan tennis.
De grootste internationale toernooien zijn de Grand Slams. Hiervan zijn er vier in één jaar, namelijk: Australian Open, Roland Garros, Wimbledon en de US Open. Hier zijn de meeste punten voor de internationale ranglijst en prijzengeld te winnen.
Een game wint men door vier gewonnen punten, die geteld worden als 15, 30, 40 en 'game'. Nul punten duidt men in het Engels traditioneel aan met 'love'. Ook hier echter een verschil van twee. Als het 40-40 (deuce) wordt dan worden minimaal nog 2 punten gespeeld.
De partij die het eerst 7 punten haalt (met een verschil van twee punten), wint de tiebreak. De set is dan gewonnen met 7–6. Na iedere 6 punten in de tiebreak moeten de spelers wisselen van speelhelft. De partij die het eerst serveerde in de tiebreak, moet ontvanger zijn in de eerste game van de volgende set.
Wie daarna een punt maakt, staat 30-15 voor. En zo gaat dat door tot iemand vier punten heeft. Maar als je allebei drie punten hebt, staat het 40-40, oftewel deuce. En dan duurt de game langer.
Deuce = ... ie een rol speelt bij de puntentelling. Als de stand 40 tegen 40 is, en dus gelijk, spreekt men van deuce. Indien een van beide spelers hierop een punt maakt, staat zij of hij op voordeel (advantage).
Vroeger telde men met de klok mee: eerst kreeg je 15 punten, dan 30, 45 en 60. Later werd het spel ook in Engeland gespeeld, waardoor de telling iets veranderde. Zij vonden 45 te lang en maakten hier 40 van. Deze telling kennen we nu nog.
De term 'love' staat in de tennis voor nul punten, maar waar komt deze merkwaardige uitdrukking vandaan? De léúkste verklaring voor love is dat het een verbastering is van het Franse l'oeuf. Dat betekent 'het ei' – en dat is precies hoe een nul eruitziet.
Duurzame baanverlichting betekent meer licht, minder verbruik en een lagere energierekening. Perfect zicht voor spelers en voor toeschouwers en helemaal in lijn met de richtlijnen van de Sportbond.
Langste tiebreak ooit: Reilly Opelka troeft John Isner af na 46 punten.
door tussen haakjes een getal achter de setstand te vermelden. Bijvoorbeeld: 7–6(3) of 6–7(3). Dit getal geeft dan aan wat het puntentotaal is van de partij die de tiebreak verloor. Op basis van dat getal is ook het puntentotaal van de winnaar van de tiebreak te bepalen.
Bij het begin van elke game begint de serveerder van rechts. Hoe men serveert, moet men grotendeels zelf weten, als de bal maar eerst in de lucht wordt gegooid en via het racket geslagen wordt, voordat de bal de grond heeft geraakt. De bal mag dus niet stuiteren, maar een onderhandse service mag wel.
Dat er zo veel Engelse tenniswoorden zijn, komt doordat de spelregels voor tennis door een Engelsman zijn bedacht. Dat was in 1873, en de bedenker heette majoor Walter Clopton Wingfield. Hij organiseerde de eerste echte tenniswedstrijden. Vanaf dat moment is tennis een serieuze sport.
Het kan natuurlijk ook anders gaan tijdens de wedstrijd. Wanneer beide spelers drie keer een punt hebben gescoord staat het 40-40, 'Deuce'! De persoon die bij 'Deuce' weet te scoren staat op voordeel (advantage) en als hij dan ook het volgende punt weet te winnen, dan is de game voor die persoon.