Artikel 15 regelt de vrijheidsontneming. Niemand mag gevangen worden gezet behalve in die gevallen die in de wet zijn genoemd. Wie niet in opdracht van de rechter gevangen is gezet kan aan de rechter vragen vrij te worden gelaten.
Artikel 15, vierde lid, Grondwet biedt een algemene regeling inzake de uitoefening van grondrechten door hen aan wie de vrijheid is ontnomen. Zij kunnen worden beperkt in de uitoefening van grondrechten voor zover deze zich niet met de vrijheidsontneming verdraagt.
Het artikel zegt dat iemand die 'enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen' schuldig is aan diefstal.
Gevaarlijk rijgedrag is strafbaar gesteld in artikel 5 Wegenverkeerswet 1994 (WVW '94). Het artikel luidt als volgt: “Het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd.”
Artikel 19 bevat enkele basisbepalingen over de werkgelegenheid. De bevordering van werkgelegenheid is een zorg van de overheid. Daarnaast draagt dit artikel de wetgever op in grote lijnen regels te maken voor de rechtspositie van werknemers, hun arbeidsbescherming en de medezeggenschap.
Artikel 20 Grondwet brengt het recht op een toereikende levensstandaard tot uitdrukking. Dit cruciale recht voor het leiden van een menswaardig bestaan geldt voor de gehele bevolking, dus ook voor ingezetenen die niet (meer volledig) zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
Artikel 18 regelt de rechtsbijstand. Iedereen kan zich bij de rechter of bij een geschil met de overheid laten bijstaan door iemand anders, zoals een advocaat. financiële draagkracht deze bijstand niet krijgt. Deze bepaling kan men aanmerken als een bepaling met een karakter van sociaal grondrecht.
In Nederland mag je zeggen en schrijven wat je denkt zonder daar eerst toestemming voor te vragen. Maar de rechter kan je achteraf wel straffen, als je iets zegt of schrijft dat niet mag volgens een ander artikel van de Grondwet of een andere wet. In dit artikel is de vrijheid van meningsuiting geregeld.
Vandaag bespreken we artikel 4 van de Grondwet: het kiesrecht. Daarin staat: “Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.”
Elke Nederlander heeft recht op gelijke benoembaarheid in openbare dienst (artikel 3). De term openbare dienst heeft betrekking op alle openbare lichamen en andere publieke organen en instanties.
De overheid moet de volksgezondheid in Nederland bevorderen en ze moet zorgen voor voldoende goede woningen. Verder schept de overheid voorwaarden voor ontplooiing en vrijetijdsbesteding.
In dit artikel is het recht tot betoging en vergadering opgenomen. De wetgever kan dit recht beperken ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer of ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Deze zijn neergelegd in de Wet openbare manifestaties .
Artikel 8. Recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven. 1 Een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
In dit artikel staat het recht op de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam. Iedereen mag zelf bepalen wat er met zijn of haar lichaam gebeurt, of medische handelen worden verricht en of voorgeschreven medicijnen worden ingenomen. Beperkingen zijn alleen mogelijk als dit wettelijk is geregeld.
1. Het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is alleen geoorloofd in de gevallen bij of krachtens de wet bepaald, door hen die daartoe bij of krachtens de wet zijn aangewezen.
Het nieuwe en dus huidige artikel 1 van de Grondwet luidt voortaan: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”.
In artikel 10 van de Grondwet is opgenomen dat iedereen recht heeft op eerbiediging van zijn of haar persoonlijke levenssfeer. Dit betekent dat iemands persoonlijke vrijheid niet wordt gehinderd en/of beïnvloed door externe factoren, en dat iemand zelf kan bepalen wie welke informatie over hem of haar verkrijgt.
Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet, dan ten algemeenen nutte en tegen voorafgaande schadeloosstelling.
Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen.
1. Eenieder heeft het recht de goederen die hij rechtmatig heeft verkregen, in eigendom te bezitten, te gebruiken, erover te beschikken en te vermaken.
1. Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.
Ieder heeft het recht op eerbiediging van zijn brief- en telecommunicatiegeheim. Beperking van dit recht is mogelijk in de gevallen bij de wet bepaald met machtiging van de rechter of, in het belang van de nationale veiligheid, door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen.
Artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (hierna WJSG) bepaalt dat een VOG wordt afgegeven als er na onderzoek niet is gebleken van bezwaren tegen de aanvrager. Bij het onderzoek wordt rekening gehouden met het risico voor de samenleving in verband met het doel waarvoor de VOG is aangevraagd.
1. De Koning, een huwelijk aangaande buiten bij de wet verleende toestemming, doet daardoor afstand van het koningschap.
1. Wat houdt artikel 69 van de faillissementswet in? Artikel 69 Faillissementswet bepaalt dat schuldeisers en andere belanghebbenden in het faillissement de rechter-commissaris in het faillissement kunnen vragen om een aanwijzing te geven aan de curator.