"Er komt minder zonlicht op de bodem terecht.Doordat de bladeren later vallen, verandert het samenspel met bodemorganismen en de bladeren blijven langer water verdampen." Niet alle boomsoorten gedijen goed in dit soort omstandigheden.
“Als de temperatuur daalt en de dagen korter worden, breekt de boom het chlorofyl af – het bladgroen – dat in de bladeren zit. Daardoor komen voedingsstoffen vrij die de boom opslaat in stam en wortelstelsel om die in het voorjaar te gebruiken om blaadjes te laten groeien,” zegt de boswachter.
Bladeren van loofbomen bevatten chlorofyl. Dit chlorofyl zorgt ervoor dat planten van de lente tot en met de herfst met behulp van zonlicht koolstofdioxide en water kunnen omzetten naar allerlei complexe stoffen (zetmeel, suikers) en zuurstof. En deze stof zorgt ook voor de groene kleur van de bladeren.
Traditioneel komt men dan al snel uit bij coniferen als groenblijvende bomen, maar er zijn meer mogelijkheden. Zo kunt u denken aan hulst, steeneik, Portugese laurier of verschillende rhododendrons.
Tijdens de lente en de zomer draait de bladgroenfabriek op volle toeren en maakt de boom veel chlorofyl aan. In het najaar is er minder zon en wordt er steeds minder chlorofyl aangemaakt, waardoor het uiteindelijk opraakt. Bomen zijn erg zuinig op bladgroen.
De warmte is belangrijk voor het tot stand komen van de sapstroom, terwijl zonlicht een van de belangrijkste energiebronnen van bomen en planten is. Wanneer het warm genoeg is en de dagen lang genoeg zijn, veranderen de knoppen van bomen in bladeren. In deze tijd van het jaar kleuren bomen en bossen steeds groener.
Bomen hebben geen huid, maar een schors. Een schors vervult dezelfde functies als onze huid. Zo zou een boom uitdrogen zonder schors en zouden insecten zich te gemakkelijk een weg naar binnen kunnen eten/drinken.
Zeker met de klimaatverandering die steeds meer te merken is kiest u veilig voor een groenblijvende boom als de steeneik. Populair zijn de laurierbomen, de glansmispel, steeneik en de groenblijvende magnolia.
Grote gevolgen. Bossen houden onze aarde gezond; ze leveren voedsel, schoon water, medicijnen en ze beschermen ons als een groen schild tegen klimaatverandering. Ontbossing heeft dus grote gevolgen voor ons en de natuur. Hoe meer bomen we kappen, hoe meer CO2 er vrijkomt en hoe sneller de aarde opwarmt.
Boomgrens verschuift
In de Alpen ligt de boomgrens tussen de 1800 en 2200 meter, daarboven is het te koud. Bomen kunnen alleen overleven als tijdens het groeiseizoen de gemiddelde temperatuur minimaal 5 tot 7 graden bedraagt. Per graad opwarming komt deze thermische grens zo'n 150 tot 200 meter hoger te liggen.
De catalpa is de boom met het grootste blad en groeit het snelst maar komt pas laat in het blad en verliest als eerste van de drie het blad. De bol acacia heeft het met een smal klein groen blad het kleinste blad van de drie.
De meeste loofbomen laten hun bladeren vallen omdat het noodzakelijk is de winter te kunnen overleven. Want als de grond erg koud of bevroren is, kunnen de boomwortels geen vocht meer opnemen. De bomen zouden verdrogen want ze verdampen veel vocht d.m.v. hun bladeren.
“Het hangt van je definitie van eeuwig af”, stelt de boomdeskundige. “Maar zelfs de meest regeneratieve en meest adaptieve boom zal niet bestand zijn tegen een te sterk veranderend klimaat of andere menselijke verstoring.”
Door klimaatverandering gaat al veel vruchtbare landbouwgrond verloren. Per minuut sterven er nu waarschijnlijk 11 personen door ernstige voedseltekorten. Het massaal planten van bomen op landbouwgrond kan er daarbovenop voor zorgen dat de wereldwijde voedselprijzen tegen 2050 met 80% stijgen.
Bomen die hun bladeren behouden
Bladhoudende bomen behouden hun bladeren omdat ze zich aangepast hebben aan klimaten waar de winters minder streng zijn. Veel van deze boomsoorten komen van origine dan ook uit het Middellandse Zeegebied en worden mediterrane bomen genoemd.
Methuselah. De oudste nog levende boom in de wereld is pas onlangs ontdekt en heeft daarom nog geen naam gekregen. Uit onderzoek van de ringen en stamcellen is gebleken dat deze boom 5.062 jaar oud is!
De oudste boom ter wereld is waarschijnlijk al meer dan 4.700 jaar oud en staat in Amerika.
Met de naam Hyperion is deze mammoetboom (Sequoia sempervirens) met ruim 115 meter hoog de hoogste boom ter wereld. Hij staat langs de kust in het Redwood National Park in het Noordwesten van Californië. En hij groeit nog steeds, ongeveer 25 cm per jaar.
Loofbomen behoren tot de bedektzadigen, naaldbomen tot de naaktzadigen. Bomen kunnen zeer oud worden, sommige worden honderden of zelfs duizenden jaren oud. Bomen ontstonden ongeveer 370 miljoen jaar geleden, en hebben zich over de hele planeet verspreid.
Het gebeurt niet zomaar dat een boom dood gaat en omvalt. Een dode boom kan nog jaren blijven staan. Het kan dus goed zijn dat een omgevallen boom al last heeft gehad van de droge zomers van 2018, 2019 en 2020.
Overigens zal een gezonde boom zich moeiteloos herstellen en nieuw blad gaan vormen. Laat de natuur zijn gang gaan. U kunt een bijdrage leveren door te zorgen dat de boom in droge tijden extra water krijgt en natuurlijk jaarlijks voldoende voeding beschikbaar heeft.