Hiervan doet hij 15% in een spaarpot. Hoeveel geld gaat er dagelijks in de spaarpot? 15% is 15 x [1/100] deel. Dat is 15 x € 0,30 = € 4,50.
Een procent is een honderdste deel We gebruiken een % teken om het aan te geven. Dus 15 procent is hetzelfde als 15%, 0.15, 15/100 of vijftien honderdsten. Zo simpel is het! Dat is mooi, maar we gebruiken meestal niet enkel procenten.
Een percentage van een getal berekenen is heel eenvoudig. Je rekent eerst 1 procent uit van het getal. Je doet dit door het getal te delen door 100. Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst met het percentage.
Hoeveel korting krijg je dan eigenlijk op de jas? Uitgaande van de formule is de korting op de jas €19.80 (€ 99 : 100 = €0,99 x 20 = € 19,80).
Tien procent is een tiende van 100%. Om 10% uit te rekenen, deel je door tien.
Stel dat 1% een honderdste deel is (1/100), dan zou 30% dus 30×1/100 zijn = 30/100.
Je kunt procenten berekenen door eerst 1% uit te rekenen. Je deelt dan het getal door 100. Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst met het percentage dat je wilt weten.
Vaak wordt er gevraagd om twee getallen uit te drukken als een percentage ten opzichte van elkaar. Handige tip hierbij is dat je hiermee kunt rekenen door de formule 'deel : geheel x 100'.
Stel dat je bijvoorbeeld €50 af dient te rekenen in een restaurant, waar jullie samen gegeten hebben. Je kunt dan de procenten berekenen door dit getal te delen door 100 en dit vervolgens te vermenigvuldigen met bijvoorbeeld 10%. Je krijgt dan de berekening 50 / 100, waar 0,5 uitkomt.
Hoe bereken je een percentage uit? Om een percentage van een getal te berekenen, vermenigvuldig je het getal met het percentage (uitgedrukt als een decimaal) en deel je door 100. Bijvoorbeeld, om 20% van 150 te vinden, vermenigvuldig je 150 met 0,20. Dit geeft je 30.
Jouw loon kun je op je loonstrook zien. Om hier vervolgens 70% van te berekenen, moet je het bedrag delen door 100 en dan vervolgens keer 70%. (voorbeeld: laten we zeggen dat je € 2.000 bruto overhoudt per maand, dan doe je: 2.000 : 100 = 20 x 70 = 1.400).
Een bijkomend aspect van gelijknamig maken is ook dat soms verschillende breuken dezelfde waarde hebben: 2/3 = 8/12. Omgekeerd betekent dit dat je soms breuken met grote getallen kun "vereenvoudigen": 8/12 = 4/6 = 2/3.
Methode. Een schaal van 1 : 100 betekent dat 1 lengte-eenheid van het model in het echt 100x zo groot is. Dus stel het schaalmodel van het schip is 10 centimeter, dan weet je dat het schip in het echt 100 · 10 centimeter = 1.000 centimeter (oftewel 10 meter) lang is.
100 procent betekent geheel of helemaal af.
Voorbeelden: 1% = 1/100 = 1 : 100 = 0,01.
Rekenvoorbeeld lage btw-tarief van 9%
Concreet: de verkoopprijs van een product met het lage btw-tarief van 9% wordt als volgt opgebouwd: Het bedrag exclusief btw: €100. Het btw-bedrag: 9% van € 100 = €9. Het bedrag inclusief btw: €100 + €9 = €109.
10% = (480 : 10) = €48,-. Bereken nu het gevraagde deel; 20% van €480,-. Je weet het volgende al: 10% van €480,- = €48,-. 20% is het dubbele van 10%, dus moet je de €48,- ook verdubbelen.
3/4 deel = 75 % 1 geheel = 100 %
Gemiddelde Dit is het rekenkundige gemiddelde en wordt berekend door een groep getallen toe te voegen en vervolgens te delen door het aantal getallen. Het gemiddelde van 2, 3, 3, 5, 7 en 10 is bijvoorbeeld 30 gedeeld door 6, wat 5 is. Mediaan Het middelste getal van een groep getallen.
U wilt de artikelen verkopen voor € 99,95, inclusief 21% btw. U berekent de btw als volgt: € 99,95 x 21/121 = € 17,35.
Bijvoorbeeld, voor de verhouding tussen het getal 5 en het getal 20 (berekend als 5 gedeeld door 20) kunnen we zeggen 0,4 of 40%.