Brandnetels komen voor op stikstofrijke, humushoudende grond, vaak op plekken die half in de schaduw liggen. De grote brandnetel is vaak te vinden op afgelegen plekken, zoals afvalplaatsen en verlaten bouwplaatsen. Juist het feit dat de brandnetel veel stikstof bevat, trekt dieren aan.
De grote brandnetel is een doorlevende plant met wortelstokken. Hij wortelt oppervlakkig maar kan ver vertakken. Hij groeit bij voorkeur op rijke, matig vochtige bodem, bijvoorbeeld als ondergroei in bossen of bosranden en aan de voet van heggen.
Standplaats. De standplaats van de grote brandnetel bestaat uit stikstofrijke, humushoudende grond, vaak op halfbeschaduwde plaatsen. De grote brandnetel is vaak te vinden op ruderaal terrein, zoals afvalplaatsen en verlaten bouwplaatsen.
Grote brandnetel is een meerjarige, vaste plant met ronde, kruipende wortelstokken (rhizomen). De planten kunnen tot 2,5 m hoog worden. De stengel is vierkantig en evenals de bladeren bezet met brandharen. De gezaagde bladeren zijn eirond tot driehoekig langwerpig en lijken sterk op de bladeren van de dovenetels.
Ze hebben een licht tot matig vochtige bodem nodig. Verder hebben brandnetels weinig verzorging nodig.
Waar toepassen? Brandnetelgier bevat enorm veel stikstof stikstof wat een bijzonder positief effect heeft op tomaten, komkommers, kool, selderie, prei, fruitbomen, bessenstruiken,…
Heb je last van brandnetels in je borders, bedek dan de grond met bodembedekkers. Dit zorgt er namelijk voor dat brandnetels – maar ook elk ander onkruid – geen schijn van kans maakt. Je kan dit doen door bijvoorbeeld houtsnippers neer te leggen. Dit zorgt er ook nog eens voor dat je grond langer vochtig blijft.
De brandnetel is een nuttige plant met op de stengels en bladeren holle haartjes met een wand die voor een deel uit kiezelzuur bestaat en daardoor erg bros is. Het haartje bevat o.a. netelgif, histamine en mierenzuur. Bij aanraking breekt het haartje en dringt het zuur in de huid.
Zuiverend voor de bodem
Ook in de wat wildere tuin worden brandnetels vaak gewied, meestal omdat we de eigenschappen van dit kruid onvoldoende kennen. Brandnetels werken zuiverend, ook in de natuur. Ze duiken vaak spontaan op op plaatsen waar veel plantenresten, takken of bladeren liggen.
Wat doe je na contact met brandnetels? Jeuk- en pijnklachten trekken vanzelf binnen één uur grotendeels weg. Bij hevige jeuk kan zalf of crème met menthol, aloë vera of calendula verlichting geven (gebruik volgens bijsluiter).
Het voorkomen van zuring, varkensgras, weegbree en paardenstaarten (heermoes) wijst ook op zure grond. Het voorkomen van paardestaarten duidt trouwens ook op een slecht doorlatende bodem.
Je gebruikt kokend water tegen brandnetel simpelweg door het over de plant heen te gieten (en ook goed de basis, waar de plant de grond in gaat). Door de ontzettend hoge temperaturen sterft de bovenkant van de plant af en doordat je de onderkant ook goed in kokend water dompelt raakt de plant ernstig verzwakt.
Jonge planten zijn goed weg te schoffelen, maar een volwassen plant verwijder je het best door de plant uit te trekken. Bij voorkeur voor de bloei. Het is belangrijk de plant met wortel en al te verwijderen, anders loopt de plant weer uit.
De bloemen van alle soorten zijn eetbaar. De jonge blaadjes van alle soorten zijn geschikt voor salade, in de soep, of kort gekookt, zoals spinazie. Van het gedroogde blad kun je thee trekken.
Voor veel mensen is de brandnetel een plantje waar men niet vrolijk van wordt. Het geeft bij aanraking een branderig gevoel aan de huid en kan enorm gaan jeuken. Hoewel het verder geen kwaad kan, zitten we er niet op te wachten.
Brandnetel (Urtica) is hartstikke gezond. Het bevat bijvoorbeeld de vitamines A, B2, C en K en mineralen als ijzer, magnesium en kalium. Een makkelijke manier om hier voordeel uit te halen, is door er thee van te trekken.
Brandnetelblad bevat veel mineralen en en draagt daarom bij aan een goed ijzergehalte van het bloed. Verder heeft brandnetelthee een stimulerende werking op de spijsvertering en is bloedzuiverend. Brandnetel zorgt voor een goede vochtbalans in het lichaam en bevordert een natuurlijke stoelgang.
Atalanta, Dagpauwoog, Landkaartje, Gehakkelde aurelia, Kleine vos, als rupsen hebben ze brandnetels als voedselplant nodig.
Toch kun je 'm beter laten staan, want als je alle brandnetels uit je tuin verwijdert, raak je in één keer zo'n 40 diersoorten kwijt, aldus Matty Berg. Reden genoeg dus om de brandnetel in een hoekje van de tuin te gedogen.
Brandnetel reinigt door een complex samenspel van mineralen, vitaminen en andere voedingsstoffen, en tal van andere plantenstoffen, waaronder hormonen, enzymen en het hoge gehalte aan chlorofyl. Brandnetel zuivert bloed en lymfe, is ontzurend en bindt zware metalen die daardoor uitgescheiden kunnen worden.
Meststoffen met een relatief hoog stikstofgehalte zijn kippenmest, bloedmeel en hoornmeel (en er zijn uiteraard kunstmestsoorten waar veel stikstof in zit).
Gebruik van brandnetelgier
Net zoals bij bladgewassen kunnen koolgewassen brandnetelgier goed gebruiken. Bladkolen zoals boerenkool, savooi, witte kool, spitskool en rode kool kan je goed voorzien van de meststof. Van zodra de kolen zich beginnen te vormen, stop je met het geven van brandnetelgier.
Hoe maak je gier? Dat is makkelijk, je plukt brandnetels en/of smeerwortel, stopt die in een ton, vat of emmer, je voegt water toe, wacht tot het boeltje begint te gisten, en klaar.