Het lichamelijk onderzoek bestaat uit het bekijken, beluisteren, bekloppen en bevoelen van uw lichaam. Zo kan de arts afwijkingen op het spoor komen van bijvoorbeeld de longen, de lever of het zenuwstelsel. Lichamelijk onderzoek vindt voornamelijk plaats aan de buitenkant van uw lichaam.
De vier essentiële methoden van het lichamelijk onderzoek zijn: inspectie, percussie, auscultatie en palpatie (zie paragraaf De onderzoeksmethoden).
De gynaecoloog stelt je vragen en doet een lichamelijk onderzoek. Hij of zij voelt aan je buik en klopt erop. Zo kan de arts vocht in de buik of een tumor van de eierstok opsporen. Vaak voelt de arts ook of de lymfeklieren in de liezen of hals groter zijn dan normaal.
Palperen: voor de tast is de volaire zijde van de vingers het meest geschikt, voor de temperatuurbeoordeling is de dorsale zijde beter. Meestal wordt met de vingers van één hand gepalpeerd. Het palperen van de buik gebeurt met vlakke hand, met lichte druk van de vingers.
In sommige gevallen is informatie uit anamnese en lichamelijk onderzoek niet voldoende om te kunnen bepalen wat het juiste beleid moet zijn (bijvoorbeeld welke behandeling nodig is). Je hebt dan vaak extra informatie nodig die je kan krijgen met aanvullend onderzoek.
Lichamelijk onderzoek kan belangrijk zijn voor een diagnose. Met lichamelijk onderzoek kunnen artsen bij patiënten aanknopingspunten vinden om een bepaalde ziekte of aandoening te ontdekken. Naast lichamelijk onderzoek, kijkt de arts naar de medische voorgeschiedenis en het verhaal van de patiënt.
We analyseren bijvoorbeeld je intelligentie, je karakter, je sterke en zwakke kanten, je interesses en je vaardigheden. Daarnaast kunnen we ook neuropsychologische functies onderzoeken (zoals je concentratie en geheugen) en gericht nagaan of er sprake is van een psychiatrische aandoening.
Bij de palpatie voelt de onderzoeker met beide handen het lichaam op afwijkingen. Bij percussie beklopt de onderzoeker lichaamsdelen en onderscheidt zo vocht, weefsel of gas. Bij auscultatie wordt met behulp van een stethoscoop geluisterd naar de geluiden die sommige lichaamsdelen maken (bijvoorbeeld de longen).
Fysiek onderzoek dat erin bestaat met de handen en vingers op het lichaamsoppervlak te drukken om de interne organen en weefsels te voelen en om afwijkingen op te sporen.
De inspectie richt zich op afwijkingen van de huid, de navel, lokale of diffuse zwellingen, ademhalingsbewegingen en zichtbare peristaltiek en pulsaties. peristaltiek. Daarna luister je nog naar vaten.
De arts luistert naar het hart, de longen, de buik of darmen en de slagaders (grote bloedvaten). Hij gebruikt zijn oor of anders een speciaal medisch instrument, beter gekend als een stethoscoop. Ook beluistert hij zo via slagaders de pulsaties (kloppingen) in de armen en benen.
Stress en de buik
Dit zorgt voor een verhoogde hartslag, meer adrenaline en een sneller reactievermogen. Dit heeft wel als gevolg dat er minder bloed naar de darmen gaat. De darmfuncties worden hierdoor vertraagd. Dit kan leiden tot verschillende darmklachten, zoals maagpijn, verstopping en een opgeblazen buik.
De alvleesklier, ook wel pancreas genoemd, is een langgerekte trosvormige klier die bovenin de buik ligt, vlak achter de maag. De alvleesklier maakt hormonen aan en geeft deze af aan het bloed.
Auscultatie wordt voornamelijk gebruikt om hart- en ademgeluiden te versterken om eventuele afwijkingen vast te stellen. Ook is het mogelijk darmgeluiden, vaatgeluiden en geluiden van een ongeboren kind te beluisteren.
Houd de kop van de stethoscoop een poosje in je handen voordat je gaat ausculteren, zodat deze een beetje op temperatuur kan komen. beetje open, waarbij hij zuchtend adem haalt. Daarbij mag hij zijn eigen tempo aanhouden. Ademgeruis ontstaat in de grotere luchtwegen door turbulenties in de luchtstroom.
Een anamnese is een intakegesprek met uw arts. We nemen tijdens dit gesprek uw ziektegeschiedenis met u door. We bespreken het verloop van uw aandoening en of dit meer voorkomt in uw familie. Ook stellen we vragen over uw werk, levensomstandigheden en andere zaken die uw klachten kunnen beïnvloeden.
Palpatie of palperen is het uitwendig of inwendig met de hand of handen voelen aan een patiënt als onderdeel van geneeskundig onderzoek.
Afwezigheid van hoorbare peristaltiek wijst op een paralytische ileus, gootsteengeruisen wijzen op een mechanische ileus (zie paragraaf Auscultatie). Een geheel verdwenen leverdemping is een aanwijzing voor vrije lucht in de buikholte (zie paragraaf Percussie, Leverdemping).
Symptomen van een vergrote milt
Een miltvergroting geeft meestal geen klachten. Het wordt dan ook vaak per toeval ontdekt als je in het ziekenhuis gecontroleerd wordt. De volgende klachten komen niet vaak voor, maar kunnen wel optreden: Buikpijn in je linkerbovenbuik.
De volgende klachten komen niet vaak voor, maar kunnen wel optreden: Buikpijn in je linkerbovenbuik. Een zwelling net onder je ribbenboog links in je buik.
Loslaatpijn is het verschijnsel dat de patiënt pijn voelt op het ogenblik waarop de onderzoeker die een vinger op een bepaald punt gedrukt houdt, deze vinger wegrekt. Loslaatpijn veroorzaakt door het in trilling brengen van het onstoken peritoneum is een kenmerkend verschijnsel bij appendicitis.
Ook de partner, een familielid of begeleider kunnen over uw klachten vertellen. Vervolgens neemt de psychologisch medewerker een aantal tests, vragenlijsten en soms interviews af. U krijgt uitleg over de tests, opgaven, vragenlijsten en beantwoordt eventuele vragen. Dit duurt ongeveer één tot twee dagdelen.
Bij een psychologisch onderzoek wordt op een geordende manier informatie verzameld via afname van psychologische testen, met als doel om een antwoord te geven op een specifieke vraag.
Een diagnose wordt (na verwijzing door de huisarts) vastgesteld door een psycholoog of psychiater. Deze kijkt naar al je klachten en symptomen door vragen te stellen en naar je te luisteren, soms vragenlijsten af te nemen en je gedrag te observeren.