Rabiës begint met griepachtige verschijnselen zoals koorts. Vervolgens kunnen er spierkrampen, stuipen en/of verlammingsverschijnselen optreden. Uiteindelijk treden er slik- en ademhalingsproblemen en soms watervrees op. Rabiës is een zeer ernstige ziekte die vrijwel altijd tot de dood leidt.
Rabiës is een dodelijke ziekte. In de internationale literatuur wordt bij hoge uitzondering melding gemaakt van patiënten met symptomen van rabiës die de ziekte overleefd hebben.
Laat u direct behandelen na een beet, krab of lik van een mogelijk besmet dier. De wond moet goed worden schoongemaakt met water en zeep en ontsmet worden met betadine of alcohol. Zorg ervoor dat u, liefst binnen 24 uur, antiserum krijgt. Begin zo snel mogelijk met een serie van vier vaccinaties.
Incubatietijd: Meestal 20-90 dagen. Besmettelijke periode: Mens-op-menstransmissie nooit beschreven. Symptomen: Prodromaal: niet-specifieke symptomen. Neurologische fase: encefalitis (rabiës furiosa, rabiës paralytica, en aerofobie of hydrofobie.
Na een verwonding kan behandeling voorkomen dat het virus in het zenuwstelsel terecht komt. Deze preventieve behandeling kan alleen gegeven worden voordat er ziekteverschijnselen zijn. Een onbehandelde rabiësinfectie is altijd dodelijk.
Hoe stelt je arts de aandoening vast? De arts kan rabiës pas aantonen of uitsluiten wanneer de klachten opduiken. Het virus is terug te vinden in onder andere speeksel, hersenweefsel, hoornvlies van het oog en ruggenmergvocht. In het bloed zijn antistoffen aanwezig.
Rabiës kan in een vroegtijdig stadium, dus zo snel mogelijk na een eventuele besmetting, worden behandeld. De behandeling bestaat uit toediening van het specifieke antiserum Menselijk Anti Rabiës Immunoglobuline (MARIG) (aan reizigers zonder voorafgaande vaccinaties) en aanvullende vaccinaties.
Als u volledig bent ingeënt tegen rabiës is nog steeds een herhaling van de inenting nodig (2 prikken). Met deze prikken moet zo snel mogelijk na de beet gestart worden. Dat verkleint de kans om ziek te worden. In veel landen zijn vaccinaties wel, maar de antistoffen niet of moeilijk verkrijgbaar.
De ziekte van Weil geeft veelal wel ernstige verschijnselen, die tot in 20% van de gevallen een dodelijke afloop kunnen hebben, indien behandeling niet tijdig wordt gestart.
Rabiës komt in de meeste delen van de wereld voor en met name veel in Afrika, India, Zuidoost-Azië, China, en Zuid- en Centraal-Amerika (vooral Brazilië, Peru en Mexico). In enkele landen komt het rabiësvirus niet voor (bijvoorbeeld Engeland, Ierland, Australië, Noorwegen, Zweden en Japan).
De bacterie kan via wondjes of via de ogen, neus of mond in het lichaam komen. Iedereen die in contact komt met vochtige aarde en water waar ratten zitten, kan de ziekte krijgen. Mensen die werken met riool, grond of oppervlaktewater hebben een grotere kans.
De diagnose van de ziekte van Weil kan worden gesteld aan de hand van de ziekteverschijnselen. De klassieke tekenen zijn geelzucht, nierfalen en bloedingen. Daarnaast kan bloed of urine afgenomen worden om de leptospiren aan te tonen met behulp van laboratoriumonderzoek.
Zoönosen zijn ziekten die van dier op mens kunnen overgaan. Zoönosen komen regelmatig in het nieuws. Denk hierbij aan Q-koorts, maar ook gekkekoeienziekte en hondsdolheid zijn bekende zoönosen. Er zijn echter meer ziektes die (huis)dieren kunnen overbrengen op mensen.
Rabiësvaccin beschermt tegen infecties met het rabiësvirus. Om rabiës (hondsdolheid) te voorkomen, bijvoorbeeld als u gebeten of gekrabd door een mogelijk besmet dier. Is het meer dan 5 jaar geleden dat u ingeënt bent met rabiësvaccin? Dan kunt u een nieuwe vaccinatie nodig hebben.
Wat doet rabiësvaccin en waarbij gebruik ik het? Het rabiësvaccin bevat onschadelijk gemaakte gifstoffen van rabiësvirussen. Het beschermt tegen infecties met het rabiësvirus. Het wordt gegeven als vaccinatie aan mensen die meer kans hebben op een rabiës-infectie.
Hondsdolheid is een dodelijke virusziekte. Als je een hond, kat of fret meeneemt naar het buitenland of vanuit het buitenland meeneemt naar Nederland, dan is vaccinatie tegen rabiës verplicht. Hondsdolheid komt in Nederland alleen voor bij vleermuizen.
Maar wist je ook dat ratten ons ziek kunnen maken? Zij kunnen de bacterie Leptospirose bij zich dragen. Deze bacterie kan de ziekte van Weil veroorzaken. Ratten verspreiden de ziekte door hun urine in grond, riool en in openbaar water achter te laten.
Je kunt ziek worden van een rattenbeet, want ratten dragen meestal zeer schadelijke bacteriën en virussen met zich mee. De meest bekende ziekte door rattenbeten is misschien wel de rattenbeetziekte. Die wordt veroorzaakt door de bacterie Streptobacillus moniliformis en die komt vrijwel bij alle knaagdieren voor.
Leptospiren treden via wondjes of slijmvliezen van mond, neus of ogen, mogelijk door water verweekte huid, actief het lichaam binnen. Daar verspreiden ze zich onmiddellijk in het bloed en de organen.
De ziekte van Weil is een besmettelijke ziekte. Mensen krijgen de ziekte door bacteriën, deze heten Leptospirosen. De ziekte komt over de hele wereld voor. In Nederland komt de ziekte zelden voor.
Hoe wordt de ziekte van Pfeiffer aangetoond? Als keelpijn, vergrote halsklieren en moeheid langer duren dan 7 tot 10 dagen, dan kun je Pfeiffer hebben. Bloedonderzoek kan dit dan na een week aantonen. Het bloedonderzoek laat niet zien hoe erg (of niet erg) de ziekte is en hoe lang het duurt voor je weer fit bent.
Bij de ziekte van Crohn zitten er ontstekingen (wondjes) in je darmen. Klachten zijn vooral diarree met (soms) bloed en slijm, buikpijn, weinig honger en vermoeidheid. Je hebt periodes met klachten en periodes zonder klachten. Je krijgt medicijnen die ontstekingen remmen.
Vermijd alle contact met dieren en raak ook geen dode dieren aan. Voorkom dat dieren je krabben, bijten of likken. Dieren zoals honden, katten, apen, vleermuizen kunnen besmet zijn met rabiës, een erg gevaarlijke ziekte. Vertel je kind duidelijk dat het op reis geen dieren mag aaien of voeren en waarom.