Bij deze operatie gaat uw kind onder algehele anesthesie. Dit wordt ook wel narcose genoemd. De anesthesioloog brengt uw kind in een diepe slaap, zodat hij niets van de operatie merkt.Uw kind wordt pas wakker als de operatie voorbij is.
Ernstige complicaties komen na een verdoving bijna niet voor. Wel kunnen bijwerkingen optreden. Bij kinderen zijn de meest voorkomende bijwerkingen na de narcose vooral misselijkheid, braken en keelpijn. Deze verschijnselen verdwijnen meestal binnen enkele dagen.
Na de operatie laat de anesthesioloog uw kind uit de narcose of sedatie ontwaken en wordt uw kind naar de recovery gebracht. Dit wordt ook wel de uitslaapkamer genoemd. Zodra uw kind daar aangekomen is, wordt er naar de afdeling gebeld en mag u naar de uitslaapkamer komen.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel.
Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid. Dat is meestal goed op te vangen of te behandelen en is vaak van korte duur. Op de dag na de ingreep horen we nogal eens klachten van spierpijn, keelpijn, vermoeidheid, hoofdpijn of duizeligheid, naast natuurlijk napijn.
“Aan het begin van de narcose geven we altijd wat extra zuurstof, zodat we rustig de beademingsbuis kunnen inbrengen. Hetzelfde gebeurt aan het eind. Dan heeft de patiënt een buffertje bij het wakker worden.”
Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen van de operatie. Na het wakker worden uit de narcose kunt u misselijk zijn en moet u misschien overgeven.
Beweging heeft veel voordelen en kan je herstel versnellen. Begin daarom de dag van je operatie goed, en zorg ervoor, als dat mogelijk is, dat je al voor de operatie wat beweging hebt gehad. Voor je herstel heb je voldoende spierkracht en een goede conditie nodig.
Je geeft iemand anders de controle over je lichaam.” Maar de kans dat het mis gaat, is uiterst klein. Het risico op overlijden is bij 'normale' patiënten kleiner dan het risico dat je loopt als je aan het verkeer deelneemt.
Hoe wordt uw kind in slaap gebracht? Er zijn twee manieren om kinderen onder anesthesie te brengen: met een masker of via een infuus. Kleine en weinig coöperatieve kinderen worden meestal met een masker in slaap gebracht. Vanaf 5 à 6 jaar kan u samen met uw kind beslissen wat jullie voorkeur geniet.
Het beademingsmasker wordt over neus en mond geplaatst. Nadat de patiënt aan de bewakingsmonitoring is aangesloten wordt gestart met een gasmengsel met buitenlucht en 80% zuurstof, of er wordt 100% zuurstof gegeven.
De middelen die voor een narcose worden gebruikt zijn slaapmiddelen, spierontspanners en pijnstillers. Ook wordt er vocht toegediend. Slaapmiddelen (anesthetica) worden meestal als eerst toegediend. Dit gebeurt meestal via een infuus.
De anesthesioloog brengt daarom een beademingsmasker of beademingsbuisje in, zodat u via een beademingsmachine beademd kunt worden. Dit wordt pas ingebracht wanneer u al buiten bewustzijn bent, dus dat merkt u zelf niet. Als het anesthesieteam tevreden is over uw narcose, mag de chirurg aan uw ingreep beginnen.
Uw kind kan ook iets van thuis meenemen, zoals eigen knuffel, speelgoed, boek, spelletje, tablet of laptop.
Om afkoeling te voorkomen, is het van belang dat de lichaamstemperatuur tijdens en na de operatie wordt gemeten en dat zo nodig een warmtematras gebruikt wordt.
Dat kan door de narcose komen. Die gooit het concentratievermogen soms danig overhoop. Kan tijdelijk zelfs vergeetachtig maken. Maar ook de emoties die met een operatie gepaard gaan, maken ons vermoeid en ongeconcentreerd.
Nawerkingen van narcose
Omdat de huidige narcosemiddelen kortwerkend zijn, word je snel na de operatie weer wakker. De eerste uren na de operatie kan je je nog wat moe en slaperig voelen, maar je weet dan al wel weer waar je bent en wat er gebeurd is. Het kan zijn dat je na de operatie een beetje misselijk bent.
De meeste mensen (6/10) sluiten hun ogen niet helemaal onder narcose. Omdat je oog dan droger wordt en omdat je tijdens een verdoving minder traanvocht maakt, plakt je cornea gemakkelijker aan je ooglid. Wanneer je je ogen helemaal opendoet als je wakker wordt kunnen er kleine scheurtjes ontstaan.
De apparatuur die je in slaap houdt kan slecht functioneren. De anesthesist heeft tijd nodig om uit te zoeken wat er mis loopt. Tijdens het oplossen van een probleem met het anesthesietoestel zou je kunnen wakker worden.
Uit gesprekken met proefpersonen na afloop van het experiment bleek bovendien dat zij vrijwel allemaal gedroomd hadden terwijl ze onder narcose waren. En die dromen bleken soms vermengd te zijn met de realiteit.
In dit flapje worden enkele niet-oplosbare hechtingen geplaatst. Onder dit flapje door kan het oogwater langzaam wegstromen waardoor de oogdruk lager wordt. Als de operatie klaar is, wordt het slijmvlies van het oog gesloten met oplosbare hechtingen en wordt uw oog afgeplakt.
Moe. Veel patiënten voelen zich nog dagen en soms zelfs maanden na een grote ingreep moe. Als uw lichaam een grote wond heeft zorgen uw hersenen er voor dat u het wat rustiger aan gaat doen. Zo herstelt u sneller.
Het is namelijk heel belangrijk dat u nuchter bent voor de operatie omdat narcose normale reflexen, zoals hoesten en slikken, onderdrukt. Ook uw spieren verslappen. Voedsel dat in de maag zit kan daardoor teruglopen in de keelholte en vervolgens in de longen komen.