De gemeenteraad stelt de APV vast en belast de burgemeester daarin met een deel van de uitvoering. APV-bepalingen ter handhaving van de openbare orde zijn voorschriften die voor iedereen gelden en betrekking hebben op verschillende situaties.
Het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester zelf is verantwoordelijk voor de uitvoering van de APV.
Er zijn verschillende wettelijke grondslagen voor de bepalingen in de APV. De meest belangrijke is artikel 147 Gemeentewet. Maar ook de Drank, - en Horecawet en het Activiteitenbesluit bieden grondslagen voor het stellen van regels in een gemeentelijke verordening.
Gemeentelijke verordeningen worden door de raad vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester is toegekend. 2. De overige bevoegdheden, bedoeld in artikel 108, eerste lid, berusten bij de raad.
In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) staan de gemeentelijke regels op het gebied van openbare orde en veiligheid. Elke gemeente heeft een eigen APV. De APV geldt voor iedereen binnen de gemeente. Uit de regels van de APV blijkt vaak dat ergens een vergunning voor nodig is.
Dit betekent dat de APV's per gemeente verschillen. Zo hebben steden waar grote evenementen of festivals staan geprogrammeerd extra regels opgenomen voor parkeren, voor het inzamelen van afval, voor het plakken van affiches, geluidsnormen, openingstijden horeca enz.
VERHOUDING WET (IN FORMELE ZIN) EN APV
Een verordening in een gemeente is in de regel een wet in materiële zin en komt tot stand door een besluit van de gemeenteraad meestal op voorstel van het college. Er staat nadrukkelijk 'in de regel' omdat een verordening niet per definitie een wet in materiële zin.
Sommige besluiten, zoals de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente, zijn uitgesloten van bezwaar en beroep. In het geval dat er tegen een besluit geen bezwaar of beroep mogelijk is, kunt u soms toch nog via de burgerlijke rechter een schadevergoeding krijgen.
In de APV worden meestal regels gesteld met betrekking tot de openbare orde, waaronder het toezicht op horecabedrijven, logiesbedrijven, speelgelegenheden en evenementen. Wat betreft de horeca worden veelal regels gesteld betreffende vergunningen, openings- en sluitingstijden en de exploitatie van terrassen.
Een verordening is een algemeen verbindend voorschrift waar inwoners rechten en plichten aan kunnen ontlenen. Jurisprudentie Ook kan het zijn dat naar aanleiding van een uitspraak van een rechter een bestaande verordening moet worden gewijzigd (Voorbeeld: uitspraak over Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).
Een gemeentelijke verordening wordt opgesteld door de gemeenteraad en bevat regels die binnen een bepaalde gemeente geldig zijn. In het Nederlandse staatsrecht kent men een zogenaamde scheiding van de machten. De drie machten in dit model zijn de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht.
Een verordening zoals de APV (Algemeen Plaatselijke Verordening) is een wet die geldt voor iedereen binnen de gemeente. De gemeenteraad stelt deze verordeningen vast. In een beleidsregel staat hoe het college van burgemeester en wethouders zijn bevoegdheden uitvoert.
1. De burgemeester kan een in de gemeente dienstdoende ambtenaar van politie machtigen in zijn naam besluiten te nemen of andere handelingen te verrichten. 2. Geen machtiging wordt verleend tot het nemen van besluiten ingevolge de artikelen 151b, 154a, 172, 172a, 172b, 174, tweede lid, en 174a tot en met 176a.
De Gemeentewet regelt de opbouw van de gemeentelijke organisatie en kent bevoegdheden toe aan de verschillende bestuursorganen van de gemeente: gemeenteraad, college van burgemeester en wethouders en de burgemeester. De ontwikkeling van de Gemeentewet staat niet stil.
IV.
De volgende regels mogen niet in het omgevingsplan: Regels die niet gaan over de fysieke leefomgeving (artikel 1.2 en 2.4 Ow). Regels over onderwerpen die in andere regelgeving uitputtend zijn geregeld. Tenzij die andere regelgeving aangeeft dat het wel mag (artikel 1.4 Ow).
Tijdelijk omgevingsplan
Deze bestaat uit de geldende bestemmingsplannen, beheersverordeningen, uitwerkings- en wijzigingsplannen, exploitatieplannen, inpassingsplannen, bodemkwaliteitskaarten en de bruidsschat van het Rijk.
politieverordeningen (meerv.) (oneigen) strafrecht: gemeentelijke verordening waarin strafbepalingen staan met het doel de openbare orde te handhaven. ...
Verordeningen bevatten regels die direct gelden in alle lidstaten van de Europese Unie. Dit wordt 'rechtstreekse werking' genoemd. Verordeningen hebben daarmee een vergelijkbare status als nationale wetten in de lidstaten, maar in geval van strijdigheid gaat de verordening boven de nationale wet.
Een "verordening" is een bindende rechtshandeling die in de hele EU van toepassing is. Zo hebben het Europees Parlement en de Raad een verordening vastgesteld om ervoor te zorgen dat van buiten de EU ingevoerde producten aan bepaalde gemeenschappelijke eisen voldoen.
Winkelondersteunende horeca houdt in: De verkoop van etens- of drinkwaren zijn de hoofdactiviteiten van de bedrijfsvoering. De horeca-activiteiten zijn ondergeschikt aan de hoofdactiviteit van de winkel. De openingstijden van de horeca zijn gelijk aan de openingstijden van de winkel.
Wat is een beschikking? In het bestuursrecht: Een beslissing van een overheidsorgaan in een concreet geval, bijvoorbeeld het verlenen van een bouwvergunning. In het civiele recht: een rechterlijke uitspraak in een procedure die begint met een verzoekschrift.
Een meer algemene definitie luidt dat onder een algemeen verbindend voorschrift moet worden verstaan, een naar buiten werkende voor de daarbij betrokken personen bindende regel, uitgaande van het bevoegd gezag, dat de bevoegdheid daartoe aan de wet ontleent.
De regering en de Staten-Generaal vormen daarom de formele wetgever. Een wet in materiële zin is een besluit van een daartoe bevoegd orgaan dat algemeen verbindende voorschriften bevat. Alle besluiten van regering en Staten-Generaal via de grondwettelijke procedure zijn wetten in formele zin.
De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad. Daartussen ligt een vast aantal stappen, die alle wetsvoorstellen moeten doorlopen.