Met radiotherapie worden de cellen van een gezwel zó beschadigd dat ze zich niet verder kunnen delen, of dat hun stofwisseling ontregeld raakt. De kankercellen sterven dan af. Helaas raken gezonde cellen ook beschadigd. Deze gezonde cellen herstellen zich gelukkig beter dan kankercellen.
De bijwerkingen hangen samen met het gebied dat bestraald wordt. Maar er zijn ook een aantal algemene reacties die op kunnen treden, zoals vermoeidheid, meer behoefte aan slaap en minder eetlust. De meeste bijwerkingen verdwijnen enkele weken na de laatste bestraling.
Kankercellen sterven geleidelijk af. Zelfs nadat de behandeling is gestopt, gaat de werking van de bestraling nog enige tijd door. Het uiteindelijke resultaat wordt daardoor pas een aantal weken tot maanden na afloop van de behandeling bereikt.
Naast het bekende haarverlies kunnen mensen die bestraald worden ook kampen met aften in de mond, huidproblemen, misselijkheid, zenuwproblemen (tintelingen en een voos gevoel in handen en voeten), een verhoogd risico op infecties, enz. Het kan gaan om ernstige complicaties die de levenskwaliteit kunnen aantasten.
Advies aangepaste voeding tijdens bestraling
Vermijd alcohol, tabak, alle melkproducten, koffie, chocola, frisdranken met cafeïne, vers en gedroogd fruit, noten, zaden, rauwe groenten, alle soorten pasta, sterk gekruid eten, kant en klaar maaltijden.
Na bestraling is het risico klein dat de tumor terugkeert in het behandelde gebied. Bovendien kunt u, wanneer de tumor toch zou terugkomen, nog genezen door middel van chemotherapie.
Vermoeidheid tijdens je behandeling
Dat geldt voor chemotherapie en bestraling, maar je kunt ook moe zijn door andere behandelingen. Behandelingen beschadigen kankercellen en gezonde cellen. Daardoor is je lichaam steeds bezig met kankercellen opruimen en gezonde cellen laten herstellen. En daar kun je moe door zijn.
Het aantal bestralingen ligt tussen de 15 en 22 keer. De arts vertelt u hoevaak u bestraald gaat worden. De eerste bestraling vindt ongeveer binnen een week na de CT-scan plaats. Deze tijd is nodig voor het uitwerken van het bestralingsplan.
Bestraling kan dan: de tumor kleiner maken, zodat de tumor de organen om de tumor heen niet meer in de weg zit. ervoor zorgen dat de tumor of de uitzaaiingen minder pijn doen. bloedingen stoppen die veroorzaakt worden door de tumor.
Bestraling verzwakt het immuunsysteem en laat bij proefdieren een versnelde veroudering van het immuunsysteem zien. Aangezien een niet effectief immuunsysteem bijdraagt aan een verhoogde kans op het krijgen van kanker of uitzaaiingen is dit in feite een ernstige bijwerking.
Toen er tijdens COVID-19 minder capaciteit was in ziekenhuizen en het beter was dat mensen met een kwetsbare gezondheid zoveel mogelijk thuis bleven, zijn sommige centra vijf bestralingen gaan geven, in plaats van vijftien. Dat dit net zo goed werkt, is onderzocht in het Fast Forward-onderzoek.
Andere mogelijke behandelingen van kanker, zoals chirurgie (operatie) en radiotherapie (bestraling), vernietigen of beschadigen kankercellen op een specifieke plaats, terwijl chemotherapie in het hele lichaam werkt. Chemotherapie kan kankercellen vernietigen die zich verspreid hebben in andere delen van het lichaam.
Iedereen die gebruik maakt van zorg in Nederland, betaalt in 2021 eerst €385,00 zelf. De overige kosten van uw bestralingsbehandeling worden vergoed vanuit de basisverzekering.
Met radiotherapie worden de cellen van een gezwel zó beschadigd dat ze zich niet verder kunnen delen, of dat hun stofwisseling ontregeld raakt. De kankercellen sterven dan af. Helaas raken gezonde cellen ook beschadigd. Deze gezonde cellen herstellen zich gelukkig beter dan kankercellen.
Bestraling zelf doet geen pijn. Ook bestraling van binnenuit (brachytherapie) doet geen pijn. Bestraling kan wel bijwerkingen hebben die pijn doen, bijvoorbeeld darmkrampen of pijn in je mond. Je huid kan na een aantal keren ook gevoeliger worden en soms pijn gaan doen.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Zolang u zich fit genoeg voelt is er geen enkel bezwaar tegen autorijden. Uiteraard is het niet toegestaan aan het verkeer deel te nemen als u gebruik maakt van medicatie die de rijvaardigheid beïnvloedt, bijvoorbeeld bepaalde pijnmedicatie.
Voordat de behandeling met bestraling begint, krijg je bijna altijd een CT-scan. Hiermee bepaalt de radiotherapeut-oncoloog nauwkeurig welk gebied bestraald moet worden. Als de tumor meebeweegt op je ademhaling, houdt de arts hier rekening mee. Met de informatie van de scan kan de arts een bestralingsplan maken.
Dat betekent dat u tijdens de behandeling per bestralingsbundel maximaal 30 seconden uw adem in moet houden. Deze techniek gebruiken we om te zorgen dat het hart tijdens de behandeling zo min mogelijk geraakt wordt. We raden u aan om deze Breath Hold techniek voorafgaand aan CT en bestralingsserie te oefenen.
Vaak is de misselijkheid na bestraling van korte duur en na enkele uren meestal helemaal verdwenen. Eet of drink een half uur voor aanvang tot een half uur na de bestraling niet. Als u hierdoor een maaltijd of snackmoment mist, dan kunt u deze later op de dag inhalen wanneer u voedsel weer beter verdraagt.
Leverontsteking door alcohol tijdens de behandeling kan de nevenwerkingen doen toenemen. Sommige chemotherapeutica en bestraling ter hoogte van hoofd, hals en borst kunnen het mondslijmvlies doen ontsteken (ook stomatitis of mucositis genoemd). Dan kan alcohol de mond irriteren en de ontsteking doen toenemen.
Wel is het verstandig om het eerste jaar na de bestraling zeker niet onbeschermd te zonnen: blijf in de schaduw, bedek je huid, en gebruik op de delen die je niet kunt bedekken een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor.
Werk je tijdens de behandeling, let dan goed op de signalen van je lichaam. Vraag niet te veel van jezelf en neem op tijd rust. Wanneer je doorwerkt is er vaak meer mogelijk dan je denkt. Bespreek met je werkgever en de bedrijfsarts wat jij nodig hebt om (deels) te kunnen blijven werken.
Uw huid is kort na de bestraling namelijk overgevoelig. Door de zon kan jeuk optreden en soms ontstaan wondjes. Ook in het eerste jaar na de behandeling is het belangrijk dat u extra voorzichtig bent met zonnen en gebruik van de zonnebank.